SDG 2 (geen honger) en SDG 12 (verantwoorde consumptie en productie) stonden centraal in deze dialoog die plaatsvond op 9 juni 2020
Wat betekent de coronacrisis voor de SDG’s? De tweede Dialoog op Dinsdag, georganiseerd door Worldconnectors en Earth Charter Nederland, op 9 juni draaide om SDG 2 (geen honger) en SDG 12 (verantwoorde consumptie en productie). In deze dialogen gebruiken we het Earth Charter als ons ethisch kompas en zien we de SDGs als de ’to do list’. We hebben 3 inspiratoren en 2 luisteraars gevraagd om met ons de dialoog aan te gaan. Aan het woord zijn gekomen: Adri Papma, Teresa Fogelberg, Michel Scholte, Natascha Kooiman en Jan Pronk. De volledige inbreng van Teresa en Natascha is in de 2 vorige blogs te vinden.
Veronique Swinkels en Alide Roerink faciliteerden de dialoog, beiden zijn zowel Earth Charter Vrienden als Worldconnector.
Wat nemen we mee van de vorige keer (Dialoog op Dinsdag 2 juni)? De volgende 3 punten sprongen er uit:
–
om verbindingen te leggen naar anderen en naar de planeet moeten we eerst in
staat zijn ook te verbinden met ons zelf en wat dichtbij ons staat.
–
Mensen, geld en waarden zoeken en krijgen een nieuwe koers en de SDGs kunnen
hierbij dienen agenda.
–
Andere mensen van verschillende leeftijden, disciplines en herkomst zouden in
beeld moeten komen bij het zoeken van oplossingen en de on-the-ground acties
die daaruit voort gaan komen.
Het Earth Charter is
actueler dan ooit
Dit jaar bestaat het Earth Charter 20 jaar. In de besprekingen van de
VN-agenda post 2015 (post Millennium Development Goals) heeft het Earth Charter
een rol gespeeld. Inzet vanuit het Earth Charter perspectief was de thema’s te
verbreden en de doelen dichterbij te brengen. Dichterbij in de zin dat het
naleven van de doelen voor alle landen zou gelden – en niet alleen voor de arme
landen. En dichterbij in de zin dat vele actoren op alle niveaus zouden worden
betrokken én aangesproken, inclusief burgers en ieders waarden.
Dat is de VN met het akkoord over de SDGs in 2015 voor een belangrijk deel gelukt.
Toch blijkt in de praktijk dat bij de implementatie van de SDGs de onderliggende waarden en samenhang tussen
de SDGs naar de achtergrond verdwijnen. Wat
is de echte intentie van de doelen? Dan is er gelukkig het Earth
Charter als inspiratiebron, om te hanteren als ethisch kompas en
om mensen intrinsiek te motiveren.
Vandaag bespreken we SDG 2 (beëindig van honger, bereik van
voedselzekerheid en verbeter voeding en promoot duurzame landbouw) en SDG
12 (verzeker duurzame consumptie- en productiepatronen). We lezen in de Preambule
van het Earth Charter:
“De dominante productie- en consumptiepatronen leiden tot vernietiging
van het milieu, uitputting van de hulpbronnen en een grootschalig uitsterven
van soorten. Gemeenschappen raken verzwakt. De voordelen van ontwikkeling
worden niet gelijkelijk gedeeld en de kloof tussen arm en rijk wordt
groter…”
In de 16 principes van het Earth Charter komen alle elementen aan de
orde om een radicale omslag te maken naar een duurzame, inclusieve en vreedzame
samenleving. Voor het behalen van SDGs 2 en 12 is Earth Charter principe 2a. van
fundamenteel direct belang:
“Accepteer dat mét het recht natuurlijke hulpbronnen te
bezitten, te beheren en te gebruiken ook de plicht komt schade aan het milieu
te voorkomen en de rechten van mensen te beschermen.”
Ook Earth Charter principe 7 is van direct belang: “Pas
patronen toe van productie, consumptie en reproductie, die de regenererende
capaciteiten van de Aarde, de mensenrechten en het welzijn van gemeenschappen
beschermen.”
Principe 7.d. is interessant
is met het oog op de ‘true price’: “Verwerk de totale milieukosten en sociale kosten
van goederen en diensten in de verkoopprijs en stel consumenten in de
gelegenheid producten te herkennen die voldoen aan de hoogste sociale- en
milieunormen.”
Wat opvalt is dat het Earth
Charter oproept armoede en honger te beëindigen als een ethische, sociale en
milieuverplichting. Dat doet een beroep op ieder van ons de eigen patronen
van consumptie en leefstijl kritisch te bekijken en mee te werken aan
verandering.
Column Adrie Papma – expert in voedselsystemen,
duurzame landbouw, inclusieve voedselketens, voedselveiligheid en diversiteit.
Met SDG 2 had de wereld zich voorgenomen om
in 2030 de honger te hebben beëindigd, voedselzekerheid en verbeterde voeding
te hebben bereikt en duurzame landbouw te promoten. Ten gevolge van de
wereldwijde crisis is hele snelle actie nodig om voedsel en humanitaire hulp te
voorzien aan de meest kwetsbare mensen, landen en regio’s. Tegelijkertijd,
weten we dat er óók acuut, een diepgaande transformatie van het wereldwijde
voedsel- en landbouwsysteem nodig is om én de landbouw te verduurzamen, én de
enorme ongelijkheid in toegang tot voedsel te bestrijden én voldoende voedsel
te blijven produceren voor een groeiende wereldbevolking. De roep om
zelfvoorziening van de Afrikaanse landbouw klinkt alom en wordt versterkt door
de crisis.
De roep om kortere, nationale of regionale
ketens, niet alleen in de medische sector, maar ook in de vitale sector van de
voedselvoorziening, klinkt overigens overaldoor. Ook in welvarende landen
met sterke handelsposities. Kunnen we die transitie verenigen met het helpen
lenigen van de acute nood van mensen nu die hun inkomen ter plekke zien
verdwijnen, zoals net beschreven? Met andere woorden, building back better?
Kunnen we dat samen doordenken?
Welke
maatregelen en partnerschappen zijn essentieel om de gevolgen van de crisis
voor voedsel en voeding van mensen te ondervangen én deze te benutten om verder
te bouwen aan duurzame voedselsystemen? Nu moet handel blijven stromen, internationaal en
nationaal, en dat is een testcase voor dat grote partnerschap – de
wereldgemeenschap – om gezamenlijke afspraken te maken t.b.v. gezamenlijk
belang.
Corona
onthulde in een paar maanden dat door geglobaliseerde voedselketens en het feit
dat het een basisbehoefte van mensen betreft, voedselzekerheid een geopolitiek
en strategisch issue is; en dat of omdat, het een uitermate kwetsbaar systeem
is. Dat inzicht, ook bij een groter publiek, zou je kunnen bestempelen als een
winstpunt van deze vreselijke pandemie en zijn gevolgen.
Komen de SDG 2 doelen dichterbij? Nou nee! Er
zijn te veel acute bedreigingen van veel meer honger en ondervoeding; en een
gewenste voedselsysteemtransitie. Of misschien toch wel omdat de generositeit
en gemeenschapszin van mensen wereldwijd een enorme boost kreeg, zeker rondom
elkaar helpen met voedsel. Misschien wel omdat mensen wereldwijd aangeven de
ongelijkheid niet langer te pikken. Misschien zeggen we later van wel, als blijkt
dat deze crisis een scharnierpunt in de geschiedenis bleek te zijn naar een
duurzame transitie van ons voedselsysteem.
En waar staat Nederland Internationaal. Het
gaat de goede kant op met ontwikkelingssamenwerking. Het kan toch niet zo zijn
dat alle geledingen van de Nederlandse samenleving steuntjes in de rug krijgen,
maar dat ontwikkelingssamenwerking straks moet inleveren op zijn begroting? In
het midden van deze immense wereldwijde crisis.
Lees de hele column van Adrie Papma op worldconnectors.nl.
Column Teresa
Fogelberg – tot voor kort Deputy Chief Executive van het Global Reporting
Initiative (GRI). Ze is ook
bestuurslid bij Cordaid, het Wereld Natuur Fonds (WNF) en International
Institute for Environment and Development (IIED).
Doel 12 van de SDG – duurzaam produceren en consumeren
– op zoek naar corporate commitment en bezieling in tijden van corona.
Het wordt dringend tijd dat Nederlandse bedrijven kleur bekennen en, net
als in het VK, een gezamenlijke brief schrijven aan de Premier, waarin
zij een post-corona herstelbeleid eisen, en duurzaamheid en sociale
rechtvaardigheid voorop staan. Doel 12 van de SDG is een vergaarbak. Uit deze
vergaarbak zijn twee subdoelen voor nu relevant: 12.6, omdat dit het enige
SDG-doel is dat zich rechtstreeks tot de private sector richt. En 12.8 vanwege
de link met het Earth Charter.
Doel 12.6 zijn duurzame praktijken door
bedrijven, en het rapporteren daarover in de jaarverslaglegging. In 2019 kwam
GRI met “analysis of the Goals and Targets” waarmee bedrijven per target kunnen
zien wat voor hen relevante acties zijn, en hoe ze dat kunnen meten en erover
rapporteren. En er is een grote beweging op het gebied van impact measurement,
waar ook Nederland een grote rol speelt, bijvoorbeeld met de Impact Economy
Foundation. Er zijn inmiddels behoorlijk verfijnde instrumenten waarmee
bedrijven zelf kunnen meten en monitoren in hoeverre ze aan alle 17 doelen
voldoen; bijvoorbeeld met dashboards, die zo mooi zijn dat de NL-corona
dashboard erbij verbleekt. Maar aan de onderbouwing is er nog heel wat te
verbeteren. Door alle focus op instrumenten en dashboards riskeren we te
vergeten dat datgene wat we proberen te meten en te weten, te maken heeft met
onderliggende diepere doelen, ethische gronden en principes, en waarden.
Subdoel, 12.8. Over tien jaar, in 2030 moeten
alle mensen de nodige informatie en bewustzijn hebben over duurzame
ontwikkeling en levensstijl in harmonie met de natuur. Dit subdoel zou zo
overgenomen kunnen zijn uit het Earth Charter: het ademt de taal van
bijvoorbeeld principe 4: Stel
de rijke schatten en de schoonheid van de Aarde veilig voor de huidige en
toekomstige generaties, en draag waarden, tradities en instituten die het
langdurige floreren van de menselijke en ecologische gemeenschappen op Aarde
ondersteunen, over (aan toekomstige generaties). Het valt op dat de
SDGs, (en vooral doel 12 over duurzaam produceren en consumeren), te droog, te
saai en te technocratisch zijn geformuleerd om leiders, bedrijven en
consumenten te bezielen. Kan het Earth Charter de vonk doen overslaan of is het
juist te ‘zweverig’? En als dat zo is, waarom hanteren zo weinig bedrijven het
Earth Charter?
Lees de hele column van Teresa Fogelberg op worldconnectors.nl en earthcharter.nl
Bijdrage Michel Scholte – Directeur Impact
Institute en True Price
We leven in een wereld met ‘financieel fetisjisme’.
Bedrijven focussen zich alleen op het financiële aspect. En ook consument
zoomen alleen in op de prijs van een product. Duurzaam ondernemen zou een
pleonasme moeten zijn, vindt Michel. Impactanalfabetisme
maakt sturen op welzijn en rechten lastig. Een consistente taal om impact
welzijn te waarderen ontbreekt. Mensen hebben niet de inhoudelijke competenties
om t.o.v. van het niet-financiële te onderbouwen. We moeten op basis van
welzijn inschattingen maken.
Als
we serieus zijn over de SDGs, moeten we de abstracte taal concreet maken. We
moeten daar een vocabulaire in opbouwen. Het Impact Institute en met True Price
willen zorgen dat consumenten en bedrijven hiervan doordrongen raken op niveau
van concrete producten.
Link naar zijn opname? Gevraagd aan Ilyes of hij dit kan
Break-out
groep 1: Welke maatregelen en partnerschappen
zijn essentieel om de gevolgen van de crisis voor voedsel en voeding van mensen
te ondervangen én deze te benutten om verder te bouwen aan duurzame
voedselsystemen?
Er kwam een
aantal mooie inzichten naar voren in de dialoog;
- In de
stelling is sprake van twee urgenties met een verschillend tijdschema. De gevolgen
van de crisis voor honger en ondervoeding nu en de noodzaak tot systeemtransformatie
van de voedselsystemen nu en morgen. Dit leidt tot dilemma’s.
- Het
pleidooi voor lage voedselprijzen, met name goed voor de vraag van
consumenten in de steden verdraagt zich slecht met de noodzakelijke hoge
prijzen aan voor boeren, aan de aanbodkant. In Europa is de
voedselzekerheid vanaf WOII gegarandeerd door overheidssubsidies in het EU-landbouwbeleid.
Dit is niet haalbaar voor regeringen in landen waar een acute
voedselcrisis heerst. Internationale hulp is dus onontkoombaar.
- Het is
belangrijk voedselketens te analyseren om te zien waar de macht zit. Deze
zit bv bij de retail (supermarkten, grote handelsondernemingen, agribusiness).
- Per
product geeft een dergelijke analyse aan waar de grootste bedragen in de
kostprijs en verkoopprijs zitten. Deze grote bedragen kunnen macht van
partijen in de keten weerspiegelen.
- Het is
belangrijk dat er transparantie in de (internationale en nationale)
voedseltekens komt, zodat de consument zich bewust wordt van de al dan
niet eerlijke opbouw van de prijs van een product. Er zijn instrumenten
ontwikkeld, onder meer met blockchain technologie.
- Waar
een korte keten mogelijk is, moet er geen lange (internationale) keten
worden gebruikt. Dit komt duurzaamheid ten goede. Het helpt als de
consument dicht bij zijn voedsel staat, zodat bewustzijn ontstaat van
verantwoorde coproductie en consumptie.
Break-out groep 2: Het wordt dringend tijd dat bedrijven en
organisaties kleur bekennen om net zoals in het VK een gezamenlijke brief te
schrijven aan de premier waarin zij een post-corona herstelbeleid eisen waarin
duurzaamheid voorop staat (Green Deal) en rechtvaardigheid (armoede,
mensenrechten en migratie).
Veel sectoren
– zoals de olie- en gassector – willen van hun milieuverplichtingen afkomen en gebruiken
het coronavirus als excuus. Vele sectoren willen wel steun maar geen
verplichtingen en verantwoording.
Dialoog:
- De brief moet de
nadruk leggen op de zogeheten ecoshift, waarin we een transitie maken
van ego naar eco. Van belang is om te starten bij het ethische fundament van
het Earth Charter. Duurzaamheidsdoelen, zoals de SDGs, moeten in verbinding
staan en gestoeld zijn op een ethisch fundament.
- Als we het
over duurzaamheid hebben, moeten we de discussie niet verengen tot klimaat en
de SDGs, maar ook mensrechten, sociale rechten, IMVO en (E)SG meenemen. De
volle breedte van duurzaamheid moet gedekt worden.
- We kunnen ook
het verslag n.a.v. de vorige Round Table over de Groeibrief van Wiebes
betrekken bij het voorstel van Teresa om een brief naar de Nederlandse overheid
en Europese Commissie te sturen. Systemische zwaktes van het pre-Corona
tijdperk worden nu versterkt in de huidige Corona-tijd.
- Als inspiratie
wordt de brief genoemd die is gestuurd aan de regering vanuit de Transparantie
Benchmark. De Transparantie Benchmark onderzoekt de MVO-verslaglegging van de circa 500 grootste
bedrijven in Nederland. In de brief
staat het pleidooi om bedrijven die Covid-steun ontvangen te verplichten om
gegevens te leveren. (lees hier de brief).
- Earth Charter
en Worldconnectors hebben kennis genomen van een brief die al vanuit het
bedrijfsleven wordt opgesteld en waarin de duurzame post-Covid ambities van het
Nederlandse bedrijfsleven worden geformuleerd. We zullen kijken of deze onze
belangrijkste punten dekt voordat we verder zelf een brief opstellen.
Break-out groep 3: Instituties,
organisaties, professionals en consumenten moeten evenzeer op impact sturen als
op het financiële.
De vraag wordt gesteld wat ervoor nodig is om op impact te sturen.
Michel stelt dat er te weinig op andere kapitalen is gestuurd, waardoor
natuurlijk kapitaal erodeert. Er zijn standaarden waar overheden en bedrijven
zich aan zouden moeten houden, maar de onderliggende veronderstelling is toch
dat consumenten gaan voor nutsmaximalisatie. We zouden explicieter moeten zijn
dat dit geen neutrale getallen zijn en dat ook mensenrechten gerespecteerd
zouden moeten worden.
De dialoog
De vraag wordt gesteld wat de impact is geweest van meten, zoals door
The True Price Foundation en Impact Institute. Michel ziet wel degelijk
resultaten, zoals bij fair trade bedrijven die de kleine producenten hebben
gecompenseerd voor te lage inkomens. Er waren ook gevaren in het gebruik van
allerlei cijfers die verhullen wat de werkelijke situatie van mensen is
(armoede certificering). De toegevoegde waarde van True Price ligt vooral in
het omarmen van een breed gedragen taal van mensen die goede intenties hebben.
Werkelijke verandering van uitbuiting en onrecht zal toch ook wettelijk
afgedwongen moeten worden. De vraag wordt gesteld of we een ‘roadmap’ missen en
meer samenwerking. Mensen zien dat er verandering nodig is, maar initiatieven
blijven los van elkaar staan. Michel ziet een belangrijke rol voor de VN en het
omvormen van de waardenketens voor bedrijven.
Reflectie van luisteraar Natascha Kooiman
(Smaackmakers en VoedselTranstitie Coalitie en Oogst van Morgen)
Van individu naar collectief naar stiekem weer
een beetje terug
We
hebben een economie gebouwd waarin groei het adagium is. Dit gaat ten koste van
diversiteit. Een gebrek aan diversiteit zorgt voor zwaktes in het systeem. Waar
dat heel goed terug te zien is, is in ons landbouw- en voedselsysteem. We
hebben te maken met (wereldwijde) bodemdegradatie, watertekorten, biodiversiteitsverlies,
dode kusten, verstoring van de stikstofkringloop. De vraag is wat het coronavirus
hierin verandert. Afremmen doet Corona zeker. En hoe. In één klap zijn CO2-doelstellingen
gehaald waar we met jarenlang overleg nog geen fractie van gehaald hebben. Ik
vind het fascinerend om te zien hoe ons imaginaire systeem gebaseerd op
maakbaarheid, met piepende remmen tot stilstand komt, door iets zo klein dat we
het met het blote oog niet kunnen zien. Het heeft dan ook een aantal – volgens
mij noodzakelijke – ontwikkelingen flink versneld:
- Van individu naar collectief
- Van silowerken naar samenhang
- Van
gebruiken naar onderdeel van de natuur
Maar
waar te beginnen? Wat nu als we ethiek als basis gebruiken? Een
voedseltransitie betekent niet in de minste plaats de ‘eiwittransitie’, oftewel
een overgang naar minder dierlijke consumptie en productie. En dan zijn we toch
weer terug bij die gezondheid en weerbaarheid. Dus als het gaat om weerbaarheid
in tijden van corona, kunnen we toch nog een beetje terug naar onze comfortzone
van individualisme en tenminste onze eigen eetgewoonten aanpassen. En zo alvast
een beetje bijdragen aan SDGs als 2. Zero Hunger, 3. Health, 12. Sustainable Consumption, 13. Climate
Action, 15. Live on land en meer…
Lees de
hele blog van Natascha Kooiman op earthcharter.nl en worldconnectors.nl.
Reflectie van luisteraar Jan Pronk (voormalig
bewindspersoon, VN gezant voor duurzaamheid en Sudan en voorzitter Earth
Charter Nederland)
- Earth Charter is een kompas. SDGs vormen de agenda. Earth
Charter wil ook meer gaan over handelingsperspectieven hoe je tot de SDGs kunt
komen. Het gaat nu om concrete acties. Dan kunnen we ons afvragen, wat is de
impact van de impact assessment? Dat staat ver weg van de feitelijke
performance.
- De 2 SDGs zijn verschillend geformuleerd. SDG 2 stelt
hard; zero honger. SDG 12 heeft geen harde doelstelling. Eigenlijk zou je
moeten zeggen bij SDG 12: het moet niet anders, maar het moet minder.
- Handel m.b.t. voedsel. Niet alles wat te maken heeft met
sturen van handel is protectionisme. Sigrid Kaag en Louise Fresco pleiten voor
zoveel mogelijk handel. Ze gaan mee in het vocabulaire, ze worden voor de kar
van de eindeloze groei gespannen. Nee, ook hier zeggen; het moet anders.
- Wat van belang is: selectieve benadering. Sommige prijzen
moeten omhoog en andere omlaag. Zeker de handel in vee moet stoppen.
- Echte duurzaamheid kan niet binnen het huidige
kapitalistische systeem. De band tussen geld en realiteit (mensen, Aarde),
sociale vooruitgang, is totaal losgesneden. Gebruik dan ook andere woorden.
Gebruik niet steeds het woord kapitaal. Ontmantel het woord kapitaal. Gebruik
krachten: natuurkrachten, menselijke krachten.
- Juist de huidige stikstofcrisis gebruiken als een
interessant actiemodel. Transformatie van de landbouw. De noodzaak is nu heel
groot, maar gebruik van het politieke actiemilieu. Je zult het hard moeten
spelen.
- Misschien is dit jaar een kanteljaar. Corona kan een
kantelmoment vormen. Er is een heel duidelijk kantelmoment in de discussie over
racisme. Dat is ook niet meer terug te draaien nu. En dat zou een taak kunnen
zijn voor Worldconnectors en Earth Charter.
- Advies van AIV heeft geen enkel effect. Het wordt ter
zijde geschoven. Alles gaat omhoog, maar de solidariteitsbedragen
(ontwikkelingssamenwerking) buiten de EU gaan omlaag omdat het ons helemaal
niks kan schelen. Het is een ethische perverse gedraging die hard moet worden
bestreden. Als je praat over honger die moet worden gestopt. Er valt weinig aan
zelfvoorziening te doen voor vluchtelingen. Dan moet je een decent leven
verzorgen voor de mensen aan de grenzen. Je moet ze binnenlaten, voeden, de
mogelijkheid geven om zelf een inkomen te verkrijgen. En dat kan alleen wanneer
er harde politieke actie wordt gevoerd. En niet alleen maar praten over meten.
Overgaan tot selectieve politieke actie, dat kan wellicht als jongeren het
voortouw nemen.
Estafette
Wat nemen we mee naar de volgende bijeenkomst
op 23 juni? Dan staan SDG 9 industrie, innovatie en infrastructuur) en SDG 11 (duurzame
steden en gemeenschappen) centraal.
- De intentie
achter de SGDs en de waarden waar ze voor staan moeten we steeds weer opnieuw
in beeld brengen. Anders worden het vinkjes bij een cijfertje.
- Het beëindigen van armoede en honger is een ethische,
sociale en milieuverplichting. Deze
zullen in samenhang moeten worden opgelost.
- Impact-analfabetisme
zorgt er voor dat we niet met de juiste woorden en vanuit de juiste kennis in gesprek
zijn met elkaar. Verleg het gesprek.
- De roep om
kortere en regionale ketens zal zorgen voor disruptie en vraagt om een
opbouwvisie die voorbij het silo-denken moet gaan.
- Het aanpassen
van onze individuele voedselconsumptie helpt ons bij het nemen van collectieve
verantwoordelijkheid. En zo zijn er nog meer verbindingen te leggen tussen het
individu en het collectief.
Met dank aan Jamila Meischke