De stad van de toekomst bouw je duurzaam en inclusief
Op 20 april vond op het hoofdkantoor van AkzoNobel de lancering van de Human Cities Coalition plaats. Twintig partners uit het bedrijfsleven, de overheid, academische wereld en maatschappelijke sector werken samen aan duurzame stedelijke ontwikkeling wereldwijd, met één belangrijke focus: de belangen van de sloppenwijkbewoner.
Worldconnector Joline Heusinkveld schreef dit artikel voor SDGNederland.nl.
Wereldwijd trekken er steeds meer mensen van het platteland naar de stad, op zoek naar werk, nieuwe kansen en betere voorzieningen. De helft van alle mensen op de wereld woont op dit moment in een stad en de verwachting is dat dit aantal alleen maar toeneemt. Volgens de Verenigde Naties leeft in 2030 maar liefst 60 procent van de wereldbevolking in steden. Hiermee zal ook het aantal sloppenwijkbewoners de komende decennia drastisch toenemen. Duurzame en inclusieve groei is zonder twijfel de grootste uitdaging van de stad van de toekomst. Maar hoe pak je dat aan? In ieder geval samen, vinden de twintig partners en 150 stakeholders van de Human Cities Coalition.
De uitdagingen van wereldwijde verstedelijking
Achtergrond: De Human Cities Coalition komt voort uit het Human Cities Initiatief van AkzoNobel en bestaat uit 20 partners en 150 stakeholders uit het bedrijfsleven, overheid, academische wereld en maatschappelijke sector. De coalitie richt zich op het verbeteren van de leefomstandigheden in megasteden, in de context van water gerelateerde problematiek, met als doel steden leefbaarder, inclusiever en duurzamer te maken.
Een dag na de lancering tref ik directeur Ronald Lenz in het KIT. Samen met Fleur Henderson is hij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de coalitie. Nog volop in de nasleep van de festiviteiten van de dag ervoor vertelt hij gepassioneerd over de Human Cities Coalition, de noodzaak en wat de coalitie zo bijzonder maakt. “De snelle wereldwijde verstedelijking brengt een hoop uitdagingen met zich mee, zoals meer en betere infrastructuur, huisvesting en energie- en watervoorziening. Er worden al enorme investeringen gedaan om de stad te laten voortbestaan, denk bijvoorbeeld aan het concept Smart Cities. Maar met dit soort initiatieven wordt er over het algemeen gekeken naar de gemiddelde inwoner en wat hij nodig heeft, terwijl de mensen aan de onderkant van de samenleving vaak de grootste gevolgen ondervinden van verstedelijking”, aldus Lenz.
Inclusief betekent meer dan feedback vragen
“Juist sloppenwijkbewoners hebben te maken met slechte of ontbrekende infrastructuur en huisvesting. Maar kwetsbare gebieden hebben ook sneller last van de gevolgen van klimaatverandering. Denk bijvoorbeeld aan overstromingen”, gaat Lenz verder. Ook Ton Büchner, CEO van AkzoNobel stipte het donderdag tijdens de lancering aan in zijn speech: het menselijke aspect moet prioriteit krijgen binnen stedelijke ontwikkelingsvraagstukken.
Het toverwoord van de Human Cities Coalition is dan ook ‘inclusiviteit’. Oftewel, zorg ervoor dat je de belangen van de lokale gemeenschap meeneemt in de stedelijke ontwerpplannen voor een bepaald gebied. “Maar dit gaat verder dan de lokale gemeenschap uithoren, de feedback meenemen en weer terug naar de tekentafel”, benadrukt Lenz. “Het gebeurt zo vaak dat er een masterplan wordt gemaakt door het bedrijfsleven in samenwerking met de overheid en dat ze er bij de uitvoering achter komen dat het plan niet helemaal aansluit op de daadwerkelijke behoefte van de doelgroep. Nee, zorg ervoor dat die lokale bevolking een volwaardige partner wordt in dat ontwerpproces. Van het bepalen van de allereerste behoefte tot de daadwerkelijke uitvoering. En dit geldt ook voor de lokale overheid, het MKB en het grotere bedrijfsleven.”
Versterken wat er al is
De coalitie werkt de komende anderhalf jaar in de steden Manila en Jakarta aan het verbeteren van de leefomstandigheden in sloppenwijken. In Manila, een stad met meer dan 12 miljoen inwoners, richt de coalitie zich op de baai. “We kijken allereerst naar welke cities (deelgemeentes met een eigen bestuur, red.) de meeste problemen hebben met in dit geval overstroming. Maar het is ook heel belangrijk om te weten waar de omstandigheden gunstig zijn: is er overheidssteun voor de ontwikkeling van sloppenwijken? Of zijn er al NGO’s actief op dit gebied? We zetten zelf geen projecten op, maar versterken dat wat er al is, maken dat inclusief en ontwikkelen een nieuw model voor publiek-private financiering”
Een stukje van de puzzel
Zo kwam de coalitie in het geval van Manila uit bij de city Malabon. “Huisvesting, sanitatie, schoon drinkwater en afvalverwerking zijn hier urgente problemen”, gaat Lenz verder. “Maar de gemeenschap is sterk georganiseerd en dat is een voordeel. Vervolgens gaan we in gesprek met de lokale bevolking om erachter te komen waar het zwaartepunt ligt. Is dat sanitatie of juist schoon drinkwater? Dan werken we zes tot acht weken heel specifiek aan die case en kijken we of we het tot een businesscase kunnen uitwerken.”
In zo’n proces neemt iedere partner een stukje van de puzzel voor zijn rekening. “De Nederlandse ambassade heeft daar bijvoorbeeld direct contact met de lokale overheid”, vertelt Lenz. “AkzoNobel opent de deuren naar het grote bedrijfsleven en de Universiteit Utrecht en Slum Dwellers International doen onderzoek naar de behoeften van de lokale bevolking. Iedereen pakt zijn eigen rol en zo krijg je de synergie van één plus één is drie.”
‘A great time to be alive’
Op de vraag of deze coalitie tien jaar geleden ook had kunnen bestaan grinnikt Lenz. “Was het beter geweest als dit initiatief 10 jaar geleden al was gestart? Natuurlijk. Maar het is altijd makkelijk om in de achteruitkijkspiegel te kijken. Door het lanceren van de SDGs en de New Urban Agenda van de VN is de timing voor deze coalitie erg gunstig. Door de SDGs spreken we een gemeenschappelijke taal en hoeven we niet meer te praten over wat er zou kunnen. Ik heb het gevoel dat we nu echt impact kunnen maken want iedereen zit te wachten op actie en implementatie.
Echt waar, it’s a great time to be alive. Ik heb dan ook het volste vertrouwen dat onze coalitie gaat groeien met nog veel meer sterke bedrijven en organisaties. Maar uiteindelijk draait het om de vraag hoe we deze samenwerking gaan verzilveren. Dit is echt een nieuwe Nederlandse aanpak voor stedelijke ontwikkeling en ik hoop dat we die de komende jaren kunnen vastleggen.”