Worldconnectors, affiliate Earth Charter
Koninklijk Instituut voor de Tropen
Mauritskade 64
1092 AD Amsterdam
Het Lab Toekomstige Generaties (LabTG) heeft zich in 2021 over de toekomst van werk in de kringlooplandbouw gebogen, en hoe deze manier van boeren kan bijdragen aan het behouden van landbouw en landbouwberoepen in Nederland voor toekomstige generaties. Wat is de mooist mogelijke toekomst op dit vlak en hoe verwezenlijken we die? Welke randvoorwaarden gelden hiervoor en hoe kunnen deze bijdragen aan een duurzaam toekomstperspectief voor de boer en het boerenberoep? Samen met Texelse boeren heeft het Lab TG naar de toekomst gekeken. Op basis van die gesprekken en theoretisch onderzoek concludeert de Waarnemend Ombudspersoon voor Toekomstige Generaties (Ombudspersoon) dat kringlooplandbouw cruciaal is voor het behouden van landbouw en landbouwberoepen in Nederland. Daar komen echter wel randvoorwaarden bij die in acht moeten worden genomen door alle spelers in het veld. Om partijen hierbij een handje te helpen, heeft het Lab TG een tool ontwikkeld: de ‘Landbouw Toekomst Toets’. Deze kan worden ingezet door beleidsmakers, private partijen, natuurorganisaties en boeren bij elk besluit dat over een boerenbedrijf of de landbouwsector wordt genomen om het betreffende besluit op toekomstbestendigheid te toetsen. Lees hier meer.
Op dinsdag 2 november werden de Worldconnectors en Earth Charter Vrienden ontvangen op het kantoor van Allen & Overy in Amsterdam, voor een roundtable over de Return of the Commons op initiatief van Ellen Croes en Guido Braam. Het doel van de roundtable was het te hebben over de rol van eigendom in een duurzame samenleving. De centrale vraag is wie de best mogelijke eigenaar is om te zorgen dat iets van waarde blijft. Jammer genoeg is er een ’tragedy of the commons’ gaande.
We begonnen met een voorstelronde, waarin de aanwezigen naast zichzelf te introduceren antwoord gaven op de vraag ‘wat is jouw meest waardevolle eigendom?’. Na geluisterd te hebben naar de bijzondere antwoorden die hierop kwamen, ging onze verkenning van eigendom verder in drie rondes.
Ronde 1: Het nut van eigendom
Eigendom heeft of had nut op verschillende niveaus, zoals het historische, juridische, sociale en individuele niveau. De oorspronkelijke functie van eigendom was het geven van structuur en zekerheid. Door het vastleggen van eigendomsrechten kunnen we bepaalde dingen organiseren en schaarse middelen verdelen. Een belangrijke aanname hierbij is dat mensen beter voor bijvoorbeeld een stuk grond zorgen, wanneer is bepaald dat dat stuk grond hun eigendom is. Zo zullen ze zuinig zijn op bezittingen die ze willen doorgeven aan hun nakomelingen.
Momenteel zitten we echter midden in een tragedy of the commons, waarbij the commons in dit geval de aarde is, die wordt uitgeput en overbelast door alle activiteiten die wij als noodzakelijk zien. We moeten kritisch nadenken over of eigendom nog wel van nut is, of dat het in de weg staat van de transitie naar een duurzame samenleving. Doordat we zijn doorgeschoten in het investeren in eigendommen, verliezen we het collectieve belang uit het oog, en vervalt het kruisvlak tussen individueel voordeel en collectief belang steeds meer. In plaats van dat eigendom een middel is om waarde mee te creëren voor jezelf én anderen, is het behalen van waarde of winst op eigendom een doel op zich geworden.
Maar wie zijn wij dat we de aarde opknippen in landen en stukken eigendom? Hebben we de kans laten gaan om eigendomsstructuren te linken aan de natuur? Zouden we dan beter zorgen voor alles waar we ons nu druk over maken? De Bijbel zegt bijvoorbeeld over eigendom dat het niet van jou is, maar ten nutte van waarom jij op de deze wereld bent.
En gaan eigendommen niet te veel naar de mensen die al eigendom bezitten, waardoor het verschil tussen de haves en de have nots groter wordt? Naarmate jouw eigendom groter wordt, wordt de zorgplicht die je daarvoor ervaart kleiner, omdat je uit het oog verliest wat nou precies van jou is. Deze afstand maakt eigenaars onverschilliger, terwijl er een soort moreel sentiment zou moeten zijn om goede dingen met jouw eigendom te doen.
Ronde 2: De rol van eigendom in een circulaire economie
De centrale vraag in deze ronde was: wie zou de ideale eigenaar van vastgoed zijn? We probeerden deze vraag te beantwoorden aan de hand van een casus over een gebouw en de projectontwikkeling daarvan. Is het niet veel eerlijker om de waarde van het gebouw te verdelen over de mensen die gebruik maken van de locatie? Zou de ontwikkelaar eigenaar moeten blijven, zodat zij/hij belang heeft bij een positief gebruik van het stuk vastgoed? En is het wel echt zo dat je er beter voor zorgt, als je eigenaar bent?
Een gebouw en zijn omgeving zijn een product geworden; eigendom is vervreemdbaar of overdraagbaar. Gebruikelijk is dat een projectontwikkelaar niet betrokken blijft, maar na een gebouw neer te zetten (of nog voordat het gebouw af is) een huurder vindt, en de waarde wordt zomaar veertig keer zo veel. Nog voordat de eerste steen is gelegd, de ontwikkelaar al niet meer de eigenaar is. Voor zo’n eigenaar is circulariteit niet belangrijk.
De ideale eigenaar van vastgoed zou het stuk vastgoed zelf kunnen zijn; de logische plek, het gebouw en de gebruikers ervan horen daarbij. Papieren eigenaarschap vervreemdt de levende realiteit van dat gebouw en de wereld eromheen. Het probleem is dat we niet met of voor, maar in die omgeving moeten werken; deze relatie moet voor verbinding zorgen.
Een andere opvatting over de perfecte eigenaar volgde: hoe zou het zijn als die plek van zichzelf is, als verdeelsleutel voor belanghebbende mensen en dieren, die een rol hebben in relatie tot de gezondheid van die plek? Dan relateer je het aan een ander doel: de gezondheid of het welzijn van de plek op zichzelf, niet aan winst van die plek. Maar als het van zichzelf is, wie gaat de plek verzorgen? Dit zijn degenen die daar een opdracht in hebben, als vertegenwoordigers van de plek, verschillende stakeholders met een gezamenlijk doel.
De ideale eigenaar kan ook zijn: een gezonde mix van verschillende partijen die belang hebben bij waardebehoud of -creatie. Hier speelt weer de aanname dat een eigenaar waarde probeert te behouden; als je het bezit, zorg je er beter voor. In een circulaire economie zijn er incentives om te stimuleren dat waarde behouden wordt. Als een gebouw als financieel bezit wordt gezien, is er geen belangstelling voor circulaire oplossingen. Mensen moeten uit het traditionele rol gehaald worden om anders te gaan denken over dit soort kwesties. Dit zou een return of the commons betekenen: eigenaarschap verdelen tussen de mensen die in het gebouw van werken en ondernemen, en daarbij waarde creëren.
Ronde 3 De waarde van gedeeld eigendom: de return of the commons
Het hedendaagse fenomeen van eigendom brengt perverse prikkels met zich mee: men wordt gestimuleerd om waarde te maken op in plaats van met eigendom, door het door te verkopen voor de hoogst mogelijke prijs. Kunnen we daar iets aan doen, om het eigen en het algemeen belang meer met elkaar in overeenstemming te brengen en de afstand tussen eigenaar (aandeelhouders) en eigendom te verkleinen?
Het probleem zit hem in de loskoppeling van eigendom en verantwoordelijkheid. Hoe verbindt je bezit weer met maatschappelijke verantwoordelijkheid en waardecreatie? Ook lastig is de mate waarin het systeem van waarde bespeeld kan worden door mensen die geen verantwoordelijkheid voelen voor het effect van hun handelen. Er zou een stop of limiet moeten zitten aan bezit zonder verantwoordelijkheid, waardoor het aantal tussenschakels afneemt.
Misschien moeten we af van het idee van eigendom, en in plaats daarvan naar eigenaarschap: in verbinding zijn met je verantwoordelijkheid om te zorgen voor wat je bezit. Zo verdwijnt de mogelijkheid om er niet voor te zorgen. De eigenaren van een bedrijf of pand zijn dan de mensen die willen dat er op lange termijn waarde mee wordt gecreëerd.
Als laatste bespraken we of het werkelijk zo moeilijk is om mensen te prikkelen rondom eigenaarschap, en wat de oplossing daarvoor is. De conclusie was dat we het gewoon moeten gaan doen en laten zien dat het werkt en de hele buurt beter kan maken, want success sells. Circulariteit gaat over veranderingen in het systeem die ertoe leiden dat je wordt beloond als je waarde behoudt. In het hele maatschappelijke ordeningssysteem moet iets anders, maar wetgeving op dit gebied loopt achter. Wat kunnen we bereiken door creatief binnen de huidige structuur te handelen? Door het als Worldconnectors eerst zelf te doen en een positief voorbeeld te laten zien, oefenen we maatschappelijke druk uit, en kunnen we ook een economische drive tonen. Daarna kunnen markt en regelgeving veranderen.
Vervolg
Ter afsluiting dachten we samen na over hoe verder te gaan met wat in deze eerste discussie is gegenereerd. Twee ideeën waaraan de Worldconnectors in de komende periode verder zullen werken zijn de carbon common en real estate social impact bonds.
Introductie
Op initiatief van Worldconnector Marieke Rietbergen vonden op 12 en 26 oktober twee case clinics plaats over circulair leiderschap; kleinere bijeenkomsten waarin we over een onderwerp de diepte ingaan. Marieke loopt al een aantal jaar rond met de vraag: hoe ziet circulair leiderschap er nou eigenlijk uit? Samen met medewerkers van haar ontwerpbureau Design Innovation Group realiseerde ze zich dat er diepgaande beloningsstructuren zijn opgezet die te maken hebben met de groei van een bedrijf, en met lineaire winstmaximalisatie.
Dit leidde tot het idee voor een afkickkliniek voor de waardering van lineaire eigenschappen, of voor ‘lineaire lusten’, zoals Marieke ze noemt, met als doel het lekkere gevoel dat beloningen met zich meebrengen lost te laten. Niemand heeft hierop nog een antwoord, maar zoekend kunnen we met elkaar tot een verhaal komen. We kunnen gedrag namelijk alleen veranderen als de noodzaak en consequenties van verandering doorleefd en doorvoeld worden.
Eerste bijeenkomst: wat is en doet een circulair leider?
Maar hoe gaan we dan circulair zijn? In de eerste bijeenkomst probeerden we met elkaar handen en voeten te geven aan hoe circulair leiderschap er in de praktijk uitziet, aan de hand van vier vragen:
We werkten met de online tool Miro, een digitaal bord waarop deelnemers post-its kunnen plaatsen. De post-its die als reactie kwamen op de eerste vraag, zagen er bijvoorbeeld zo uit:
Een punt dat meermaals naar voren kwam, was practice what you preach: er is weinig ruimte voor hypocrisie, of een discrepantie tussen de ideeën die een leider uitdraagt enerzijds en haar of zijn handelen anderzijds. Circulariteit is óók het in de ogen kijken van de ongemakkelijke waarheid dat bedrijven of leiders belang kunnen hebben bij greenwashing.
Hoewel het aanvankelijk makkelijker was om aan te geven wat een circulair leider niet is of doet, kregen we na een tijdje een rode lijn in een aantal zaken, en konden we het gaan hebben over hoe we circulair leiderschap nu kunnen objectiveren. Een samenvatting van de door ons bedachte beoordelingscriteria voor een circulair leider ziet er als volgt uit:
Belangrijk is volgens de deelnemers het meenemen van meerdere soorten kapitaal in besluiten: financieel kapitaal is nog steeds belangrijk, maar zou niet bovengeschikt aan de andere soorten kapitaal moeten zijn. De gevolgen van een besluit op alle belanghebbenden moeten worden meegewogen, zowel nu als in de toekomst.
Tweede bijeenkomst: de kern van het vraagstuk
Tijdens de tweede bijeenkomst spraken we met een nieuwe groep deelnemers over welke zaken cruciaal zijn voor een transitie naar circulair leiderschap. Het eerste punt dat werd genoemd, en door iedereen werd beaamd, is dat deze transitie inclusief moet zijn. De noodzaak ervan moet door alle lagen van het management van een organisatie gevoeld worden, en alle lagen moeten bijdragen aan de implementatie ervan. Desondanks is hier een belangrijke rol voor leiders weggelegd; die moet zich afvragen hoe zij of hij iedereen in de organisatie meekrijgt. Essentieel hierbij is een positieve uitleg van de teweeg te brengen veranderen, en het bieden van concreet handelingsperspectief.
Daarbij is het belangrijk te vertrouwen op een combinatie van analyse en intuïtie, in plaats van te handelen vanuit slechts één van de twee. Een leider moet de ruimte nemen om te zoeken en te vertragen, waarbij ook ruimte gelaten wordt voor het onverwachte. Bovendien zou er, wanneer een leider pijnpunten in het veranderen van de eigen organisatie herkend, hieraan samen met andere organisaties gewerkt moeten worden. Het verschil met een ‘lineaire’ leider, is dat de laatste anderen slechts als concurrenten ziet.
Vervolgens spraken we over welke mogelijke barrières er zijn. Ondanks de complexiteit van het vraagstuk, bestaat er al zo veel kennis over hoe we moeten omgaan met de grenzen van de aarde en die van sociale rechtvaardigheid. Maar welke hindernissen moeten we nou overwinnen, welke weerstanden zijn er, voordat we in een volgend stadium kunnen komen? En: hoe organiseer je nieuwe energie, zodat mensen deze stap kunnen maken?
Een van de antwoorden op bovenstaande vragen was: maak er een groot probleem van! Kleine problemen vindt men altijd gedoe, maar als je ergens een groot probleem van maakt, komt er aandacht voor en is er ruimte voor grote oplossingen. Essentieel hierbij is ook het binnenhalen van meningen van buitenaf, als prikkels om jezelf als leider scherp te houden, en de rest van de organisatie mee te nemen.
Vervolgstappen: social tipping point
Uit beide sessies zijn zeer waardevolle inzichten gehaald, op basis waarvan we met Marieke gaan nadenken hoe een vervolgbijeenkomst eruit zal zien. Wat we in ieder geval al weten, is dat hierin het concept van een social tipping point centraal zal staan, dat nodig is om daadwerkelijk in een volgend stadium van de transitie naar circulariteit te komen.
Op 18 en 19 november organiseert Loevestein, in samenwerking met Maastricht University en Lab Toekomstige Generaties een symposium over de mensenrechten van toekomstige generaties.
Worldconnectors en andere geïnteresseerden zijn van harte welkom hieraan deel te nemen!
Het symposium wordt georganiseerd tijdens het Hugo de Grootjaar. In dit themajaar wordt het gedachtegoed van Hugo de Groot herdacht, 400 jaar na zijn spectaculaire ontsnapping uit Loevestein in 1621. Tijdens het symposium wordt door invloedrijke sprekers uit binnen- en buitenland stilgestaan bij de vraag hoe onze nalatenschap over 400 jaar wordt beoordeeld, in 2421. Hugo de Groots persoonlijke motto is hierbij immer actueel: Ruit hora, de tijd vliegt!