Kritisch SDG Spotlight rapport ‘De Vrijblijvendheid Voorbij’ goed ontvangen

Op 1 maart vond de (online) lancering plaats van de eerste Nederlandse SDG Spotlight rapportage. Het Nederlandse beleid ten aanzien van SDG 10 (verminderen ongelijkheid) en SDG 15 (leven op het land, biodiversiteit) worden hierin kritisch onder de loep genomen. De uitkomsten zijn ronduit ongemakkelijk te noemen. Het frame dat Nederland ‘het goed doet’ met de SDG’s klopt niet.

Op het gebied van sociale en ecologische duurzaamheid gaat het niet goed. Integendeel: de totale impact van het Nederlandse beleid is zelfs negatief en brengt de gestelde doelen niet dichterbij. Zowel in binnen- als buitenland zorgen de effecten van het economische beleid en van de Nederlandse consumptie, productie, handel en investeringen voor toenemende ongelijkheid en verlies aan biodiversiteit. Nederland faalt ten aanzien van het centrale uitgangspunt van duurzame ontwikkeling. Ons economische groeimodel gaat direct ten koste van de natuur en ecosystemen in binnen- en buitenland en zorgt bovendien voor groeiende ongelijkheid.

 

Leven op het land en biodiversiteit

Als het gaat om SDG 15 staat Nederland onderaan in de EU-ranglijst. We hebben het kleinste aandeel natuur en de kwaliteit van de natuur is heel zorgelijk. Van de soorten die we hebben beloofd te beschermen (EU) verkeert maar een kwart in gunstige staat, en van de beschermde habitattypen maar 12%. Milieu-condities, zoals de bodem, zijn de afgelopen tien jaar niet verbeterd. Nederland heeft veruit het hoogste stikstofoverschot van de EU; een hoofdoorzaak van de slechte natuurkwaliteit.

 

Verminderen ongelijkheid

Wat SDG 10 betreft is het beeld meer gemengd. Dankzij herverdeling en ons sociale vangnet is de netto inkomensongelijkheid in Nederland relatief gunstig. Maar de kloof tussen de rijkste en armste 10% groeit. En de vermogensongelijkheid in Nederland is een van de hoogste ter wereld: 1 of 2% bezit een derde van het private vermogen. Een deel van de bevolking, met name lager opgeleiden en mensen met een migratie-achtergrond, profiteert structureel minder van de brede welvaart en de kansenongelijkheid neemt toe. Meer dan een kwart van de bevolking geef aan discriminatie of uitsluiting te ervaren.

 

Internationale trends

Internationaal heeft Nederland een grote en groeiende ecologische voetafdruk. Voor onze consumptie en handel is drie keer het landoppervlak van Nederland nodig, zelfs zes keer als je meerekent wat nodig is voor de compensatie van onze broeikasgasuitstoot. Deze voetafdruk is een belangrijke ‘driver’ van de achteruitgang van ecosystemen en daarmee ook van ongelijkheid, omdat juist kwetsbare gemeenschappen het meest afhankelijk zijn van deze ecosystemen en dus het hardst worden geraakt.

 

Averechts beleid

Er is een duidelijk causaal verband tussen de scores en trends voor SDG 10 en 15 en het beleid van de laatste kabinetten. Voor een deel werkt het overheidsbeleid de groeiende ongelijkheid en het verlies van biodiversiteit actief in de hand. Met de prioriteit die de regering geeft aan Nederland als productieland, handelsland en tweede voedselexporteur ter wereld, wordt onze veel te hoge voetafdruk in stand gehouden. Nederland is een groot importeur van soja, palmolie, cacao en houtpallets en draagt daarmee onevenredig bij aan wereldwijde ontbossing. Ook is er een direct verband tussen het willen concurreren op de wereldmarkt en de lage lonen voor uitvoerend werk, net als de toegenomen onzekerheid op de arbeidsmarkt. De inrichting van het mondiale handelssysteem en financiële markten zorgt ervoor dat bedrijven en investeerders rijk kunnen worden met bijna gratis grondstoffen, en goedkope arbeid.

Recente kabinetten hebben ook steeds verdergaande marktwerking op alle domeinen toegelaten. Publieke voorzieningen, die inkomensverschillen juist kunnen verzachten, zijn versoberd. De belangen van bedrijven en de mensen met de hoogste inkomens en vermogens blijven centraal staan bij het opstellen van beleid. Het argument is doorgaans “banen”, maar juist aan de onderkant van de arbeidsmarkt zijn steeds minder banen met een leefbaar loon. Tegelijk is de sociale zekerheid met steeds meer voorwaarden omkleed en worden kwetsbare groepen met groot wantrouwen bejegend.

Als we kijken naar SDG 15 zijn er inspanningen gedaan om het natuurareaal te vergroten en lokaal de natuur te herstellen. Maar de drukfactoren op de natuur vanuit de omgeving blijven enorm. In het rapport besteden we vooral aandacht aan de landbouw, die in het gangbare model grote schade toebrengt aan natuur en milieu, zowel in binnen- als buitenland. Het kabinet steunt dit model nog steeds met miljarden; de vervuiler betaalt niet in Nederland. Ook het voorzorgsbeginsel wordt niet gerespecteerd. Zelfs onze klimaatoplossingen leiden tot negatieve afwenteling. Met miljardensubsidies op het verstoken van houtige biomassa heeft het kabinet een sterke prikkel gegeven aan ontbossing elders.

Nederland is zich blijven inzetten voor nieuwe handels- en investeringsakkoorden, zonder dat er goede waarborgen zijn op het gebied van milieu en sociale en mensenrechten. Afspraken die Nederland heeft gemaakt faciliteren dat multinationals, via belastingontwijking en claims, miljarden onttrekken aan ontwikkelingslanden. Geld dat deze landen dus niet kunnen investeren in hun ontwikkeling. Via een deel van onze ontwikkelingshulp dragen we bij aan SDG 10 en 15, maar het budget blijft onder de internationaal afgesproken norm.

 

Vrijblijvendheid

Het kabinet heeft zeker ook beleid gemaakt voor verduurzaming van de economie en van internationale handelsketens. Maar dit beleid kenmerkt zich door een hoge mate van vrijblijvendheid. Of het nu gaat om klimaat, een beweging naar kringlooplandbouw, circulaire economie of inkoopcriteria: het is vrijwel allemaal op basis van vrijwilligheid. De beleidsambities worden te weinig voorzien van meetbare doelen, concrete transitiepaden, geld en wettelijke kaders. Dit geldt ook voor de inclusieve samenleving. Meer vrouwen aan de top? Alleen een streefcijfer. Meer mensen met een beperking aan het werk? Afspraken worden niet gehaald. Om echt impact te hebben moet het kabinet als ‘marktmeester’ optreden, door wettelijke kaders te stellen en te grondstoffen te beprijzen.

 

Meten

In het rapport zijn ook beschouwingen opgenomen over het monitoren van de SDG’s, op basis van waar we tegenaan liepen. Op dit moment wordt er veel niét gemeten. Voor SDG 15 zijn veel data te vinden de gerelateerd zijn aan afspraken in VN- en EU-verband: de aansluiting met de SDG-monitoring kan beter. Voor SDG 10 moet nog veel werk aan een monitoringskader worden verricht. Ook daar doen we aanbevelingen voor.

SDG 10 en SDG 15 zijn beide zijn de dupe van het economische paradigma dat we hebben. Dat zien we in Nederland maar vooral internationaal, waar juist de armste landen de meest kwetsbare groepen het hardst de impact voelen van klimaatverandering en ecosystemen die uitgeput raken. Wil je de SDG’s in onderlinge samenhang halen, dan is een heel ander paradigma nodig. We moeten het exploiteren van mensen en de natuur aanpakken. En de overheid moet ophouden de remmende factor te zijn.

Het rapport, de analyses en aanbevelingen zijn hier te lezen