Blog Simone Filippini SDG #5: Dialoog op dinsdag 13 oktober

SDG 5 beyond Corona 

 

Als we vandaag denken aan vrouwenrechten en gender gelijkheid – gender equality – komt bij mensen die er mee bezig zijn vooral Sustainable Development Goal nummer 5 – SDG5 op. Een hard bevochten en zwaar gepolitiseerde SDG. Net als SDG16, waar Peter Knip vandaag over spreekt. SDG16 gaat over vreedzame samenlevingen, rechtsstaat en kwalitatief hoogwaardige instituties en is een cruciale SDG, ook om SDG5 te realiseren.

 

Even terug in de geschiedenis.

In 1995 vond in Beijing – na een aantal eerdere soortgelijke conferenties – een bepalende wereldwijde vrouwenrechten conferentie plaats met als uitkomst het Beijing Platform of Action. Een document dat een einde moest maken aan het onrecht, de discriminatie, de uitsluiting, de onvrijheid, het geweld waarmee vrouwen wereldwijd worden geconfronteerd.

Soms ben je onwillekeurig deel van een stukje geschiedenis. Toen de voorbereidende regionale conferentie voor Beijing in juni 1994 in Jakarta plaatsvond – Jan Pronk was Minister voor Ontwikkelingssamenwerking en een krachtige pleitbezorger van vrouwenrechten – werkte ik daar op de ambassade. Het was mijn eerste post. Maar omdat de ambassadeur het thema vrouwenrechten en alles was daarbij kwam kijken geen mannenzaak vond en ik bij gebrek aan beter interim-specialist vrouwen en ontwikkelingwas gedoopt – ik was immers een vrouw… – kwam het erop neer dat ik na de plechtige opening van de conferentie de feitelijke leiding van de Nederlandse delegatie had.

In de slotverklaring werd nog uitgegaan van de nationale competentie van alle landen om hun eigen beleid met betrekking tot de rechten van vrouwen te formuleren en implementeren, rekening houdend met hun eigen culturen, waarden en tradities, en hun sociale, economische en politieke omstandigheden”. Onbegrijpelijk dat dit 25 jaar geleden nog de geldende opvatting was.

Amnesty International was in maart van dat jaar al met een rapport gekomen waarin stond dat de rechten van vrouwen een integraal deel van de universele mensenrechten zijn. Nog jaren daarna was de gevleugelde uitdrukking vrouwenrechten zijn mensenrechten. Blijkbaar was dit een issue.

Hoezo moeten we steeds weer bewijzen dat vrouwen mensen zijn

Ik heb deze kreet wel honderdduizend keer gehoord. Zelfs nog toen ik van 2003-2007 Hoofd van de afdeling Vrouwenrechten & gender Equality was bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken – jawel, dik in de 21e eeuw! – bleken nogal wat ambtenaren zich nog steeds van deze holle frase te bedienen. Een punt van veel ergernis: alsof je moest bewijzen dat vrouwen mensen zijn en hun rechten dus mensenrechten… Dat taalgebruik hebben we dan ook snel in de prullenbak laten verdwijnen.

Zijn we 25 jaar na de Wereldvrouwenconferentie in Beijing veel opgeschoten? Zijn alle papieren beloften en toezeggingen omgezet in actie? En heeft die actie geleid tot daadwerkelijke vooruitgang in de wereld om gelijke rechten en kansen van meisjes en vrouwen te waarborgen? En wat zijn gevolgen van covid19 voor de rechten en positie van vrouwen?

Corona heeft op alle fronten negatieve effecten

Er zijn zaken ten goede veranderd – niemand zal meer durven te betwijfelen dat vrouwenrechten mensenrechten zijn… –  maar Covid19 maakt veel van de relatief geringe vooruitgang ongedaan, blijkt volgens een rapport van UN Women van april dit jaar. De conclusies zijn niet mals: corona heeft op alle gebieden negatieve consequenties voor vrouwen. Met name geweld tegen vrouwen is stevig toegenomen. En alle rapporten laten zien: in dit tempo gaat geen enkel land SDG5 halen. Waardoor komt dat nu echt?

In maart 2020 verscheen de Gender Social Norm Index die meet hoe sociale overtuigingen gender gelijkheid in de weg staan op allerlei gebieden zoals politiek, werk, gezondheid en onderwijs. De uitkomst is op zijn zachtst treurig.

Ondanks decennia van aandacht voor gendergelijkheid en de tomeloze inzet van talloze (vrouwenrechten)organisaties hebben bijna 90% van mannen én vrouwen een vooroordeel tegen vrouwen. Rond de 50% van de mannen vindt dat zij meer recht hebben op een baan dan een vrouw en bijna een derde van de respondenten vindt het acceptabel dat een man zijn vrouw slaat. Ook denkt ongeveer de helft van de mannen en vrouwen in de wereld dat mannen betere leiders zijn dan vrouwen. Met maar 22 vrouwelijke leiders in de wereld van vandaag en de situatie rondom vrede en veiligheid, vluchtelingenstromen, groeiende ongelijkheid en toenemende geopolitieke spanningen vraag je je af waar die overtuiging vandaan komt!

Belangrijk om te beseffen: deze sociale overtuigingen zijn niet onschuldig.
Ze leiden concreet tot het systematisch achterblijven van vooruitgang op de uitvoering van het Beijing Actieplan en de doelen van SDG5. Ernstig is dat we elk jaar opnieuw een strijd zien in de Commission on the Status of Women (CSW), de jaarlijkse vergadering over de staat van vrouwenrechten. Een strijd die zich vooral afspeelt op het terrein van seksuele en reproductieve rechten van vrouwen. Het gaat hierbij om onder anderen om het recht zelf te bepalen wie je partner wordt, met wie je seks hebt en wanneer, of en hoeveel kinderen je wil. Ik heb altijd gezegd: wie de vruchtbaarheid van vrouwen controleert, controleert samenlevingen, heeft de macht over mensen. En daar gaat het de unholy allianceom die fundamentele rechten en vrijheden van vrouwen betwist, een harde kern van religieuze en niet-religieuze conservatieven.

Ook als we kijken naar de rol van vrouwen bij het bestrijden van seksueel geweld als oorlogswapen en het bouwen van duurzame en inclusieve vrede en veiligheid blijft die zwaar achter, ondanks alle afspraken daarover. Veiligheidsraad resolutie 1325 uit 2000, die als doel had ervoor te zorgen dat vrouwen voortaan actief worden betrokken bij oplossingen van conflicten en vredesopbouw blijft veelal een papieren werkelijkheid.

En waar blijft de eerste vrouwelijke Secretaris-Generaal van de VN? Vrouwen in de politiek wil ook niet erg vlotten. Dit jaar was pas de 53e! spreker bij de Algemene Vergadering van de VN een vrouw! Zoals gezegd, in slechts 22 van de 193 landen heeft een vrouw de leiding. En waar blijft de eerste vrouwelijke Secretaris-Generaal van de VN? Of de eerste vrouwelijke Premier van Nederland? En hoe kan het zijn dat eerwraak onverminderd voortduurt? Dat zoveel vrouwen onder de knoet zitten van hun mannelijke familieleden? Dat genitale verminking nog steeds een wijdverbreid gebruik is? Dat nergens in de wereld tot dusver gelijk werk gelijk wordt beloond? Dat vrouwen vrijwel overal minder toegang hebben tot kapitaal?

Definitieve gelijkstelling van meisjes en jongens, vrouwen en mannen is een lange en pijnlijke weg. En wat we eigenlijk allemaal al weten: met praktische handreikingen alleen en slimme tools gaan we er niet komen. Er moet een transformatie plaatsvinden, systeemverandering. En dat betekent een harde, consequente en langjarige inzet vanuit regeringen en overheden naast actieve druk van onderaf, vooral de strijd die zoveel – vooral – vrouwen bottom-up voeren.

Stapje voor stapje vooruit is niet meer genoeg. Als we de SDGs en de klimaat agenda willen realiseren, hebben we vrouwen en mannen nodig. Alle rapporten laten zien gender gelijkheid een randvoorwaarde is om te komen tot blijvend vreedzame, inclusieve, welvarende en duurzame samenlevingen.

Als we deze weg niet heel snel rennend gaan afleggen en op die weg mannen – eindelijk – volop meenemen en ze laten zien dat het leven voor hun leuker, interessanter en ontspannener wordt als ze vrouwen een royale plek onder de zon gunnen, dan gaat er van dit mooie toekomstbeeld niet veel komen. Op onrechtvaardigheid kunnen we geen rechtvaardige wereld bouwen.

Gelukkig is er een nieuwe generatie waarin veel vrouwen en mannen beter samenwerken dan de vorige. Een generatie die kan helpen om ervoor te zorgen dat gender equality niet aan het einde van deze eeuw pas verwezenlijkt wordt maar dat 2030 een andere realiteit laat zien. Een generatie die samen met oudere generaties het verschil kan maken. Pappen en nathouden is niet meer genoeg. We moeten regeringen, bedrijven, organisaties en waar nodig elkaar tot verantwoording roepen.

Leiderschap is daarbij cruciaal; dat kunnen we niet aan anderen overlaten. We zullen allemaal – jonger en ouder – leider moeten worden deze wereld voor de mensheid duurzaam te maken. Gender gelijkheid vormt onderdeel van de cruciale duurzaamheidsagenda. Dat leiderschap moet vervolgens worden gestut door goed werkende integere instituties, krachtige ondersteuning van de uitvoering van plannen in de praktijk en een onafhankelijke adequaat functionerende rechtsstaat. Plannen alleen zijn niet genoeg. Beloften maken schuld en als burgers willen we zien dat de papieren beloften realiteit worden.

De tijd is nu! Het is vijf voor twaalf.