Verslag Round Table 28 Maart

Dankzij Cris Boonen kon deze editie van de Round Table plaatsvinden op het ministerie van Justitie en Veiligheid. Zo vlak nadat de (klimaat)verkiezingen waren geweest leek dit het uitgelezen moment voor een Round Table over de maatschappelijke voordelen en kansen die het klimaatakkoord biedt.

De verwelkoming van de aanwezigen werd gedaan door onze voorzitter Erik Thijs van Wedershoven die begon met de aankondiging dat Diederik Samson er helaas niet bij kon zijn. Hierna was het woord aan Richard Kooloos, Worldconnector en CSR manager bij ABN AMRO, en Lena Euwens, Worldconnector en directeur van ‘Trees for all’ die als moderatoren fungeerden.

Vervolgens werd het woord gegeven aan Liesbeth van Tongeren die vertelde over hoe het politieke debat ten opzichte van duurzaamheid zich heeft ontwikkeld over de jaren heen. Om mensen zo veel mogelijk te betrekken bij verduurzaming moet hen een klimaatakkoord worden voorgehouden wat klein en behapbaar is. Hierbij moet ook worden benadrukt dat de terugverdientijd irrelevant is, het is een investering in het klimaat zonder terugverdienmodel. Ook vertelde ze dat mensen naar vermogen moeten bijdragen aan het klimaat.

Hierna volgde de break-out sessies waarbij er aan drie tafels werd gediscussieerd over drie verschillen aspecten van het klimaatakkoord. De sociale voordelen die het klimaatakkoord teweeg kan brengen onder begeleiding van Mariette Patijn, de economische voordelen onder begeleiding van Dirk Elst en de leefomgevingsvoordelen onder begeleiding van Tessa van Huut van VNG International.

Economische voordelen klimaatakkoord

Aan de tafel over de economische voordelen was iedereen het er over eens was dat er een bepaalde visie moet worden nagestreefd die klein, behapbaar en dichtbij is. Hierbij moet worden gelet op het geven concrete praktische oplossingen waarbij grote abstracte termen moeten worden vermeden zodat de gedragsverandering transparant gemaakt wordt. Er werd benoemd dat er 3 paden zijn die bewandeld kunnen worden naar een duurzaamheidstransitie. Of de burgers worden direct betrokken, of de burgers worden betrokken middels bedrijven, of de transitie kan worden bewerkstelligt met regelgeving.

Verder werd opgemerkt dat het van belang is dat mensen worden ontzorgd zodat er zo min mogelijk weerstand tegen verduurzaming. Dit kan bijvoorbeeld door mensen duidelijk te maken dat er geen inbreuk gemaakt zal worden op de portemonnee waarbij met name de lagere inkomens worden ontzien.

Ook kwam uit deze sessie naar voren dat er slimme marketingstrategieën gebruikt kunnen worden om zo de schaal te vergroten van waarop verduurzaming plaatsvindt.

Een concreet idee dat uit deze sessie kwam was het gebruik van een infographic om verduurzaming weer te geven. Hiermee kan middels het schetsen van scenario’s op een visuele manier getoond worden waar we heen bewegen met de verduurzaming. Verder kwamen er ook enkele ideeën naar voren die vergunningen, onderhoud en subsidie van zonnepanelen betroffen. Nu is het zo dat er alleen individuele vergunningen te verkrijgen zijn waarbij de aanvraag een lang proces is. Het zou veel efficiënter zijn als er vergunningen beschikbaar worden gesteld voor hele woonwijken zodat alle omwonende de mogelijkheid hebben een zonnepaneel aan te schaffen. Ook zijn er schoonmaakdiensten voor het reinigen van de zonnepanelen, iets dat regelmatig gedaan moet worden voor een optimale werking van zonnepanelen. Echter zijn er weinig bedrijven die deze dienst verlenen en waar dus behoefte is aan meer aanbod. Tot slot zouden er subsidies moeten komen om het voor meer mensen mogelijk en aantrekkelijk te maken een zonnepaneel aan te schaffen.

Het Klimaatakkoord ter verbetering van de leefomgeving

Tijdens deze sessie werd eerst de (natuur)wetgeving besproken die mogelijk de implementatie van Regionale Energiestrategieën (RES’en) belemmert. Als potentiële oplossing, werd de city deals genoemd als oplossing. Dit zijn deals die gesloten zijn tussen het Rijk en met name de grote steden om de steden experimenteerruimte te bieden. In de gemeente Utrecht is een dergelijke deal gesloten aangaande luchtkwaliteit. Worldconnectors zou met het Rijk (en evt. met Brussel) kunnen overleggen om een dergelijke constructie breder toe te passen in ons land. De vraag is echter of dit nodig is of dat bijvoorbeeld de Crisis en Herstelwet niet reeds voldoende experimenteerruimte biedt.

Ook werd opgemerkt dat er veel kansen bij de landbouw liggen. Een oplossing is om meer ruimte aan de natuur te geven. Een ander idee is om een groot deel van het veenweidegebied onder water te laten zetten. Op deze manier vangt het gebied veel CO2op. Er is echter nog geen verdienmodel hiervoor. De kunst is om op zoek te gaan naar alternatieve economische verdienmodellen.

Ook de waterschappen en drinkwaterbedrijven bieden een mogelijke oplossing voor de energietransitie. Er werd gesproken over thermische energie uit oppervlaktewater, afvalwater en drinkwater, ofwel TEO, TEA en TED.

Worldconnectors zou meest concreet aan de slag kunnen gaan via de provinciale politiek. Denk aan een masterclass ‘Parijs in de provincie’ met Provinciale Statenleden en bijvoorbeeld IPO. Er zijn veel nieuwe statenleden aangetreden en niet iedereen weet veel op het gebied van de energietransitie. Andere ideeën zijn: lobby via Kamerleden, het schrijven van een krantenartikel of ideeën pitchen bij de op te richten programmaraad van EZ.

Sociale voordelen klimaatakkoord

Aan de tafel over de sociale aspecten van het klimaatakkoord lieten de deelnemers zich heftig uit over klimaatsceptici en probeerde men te verhelderen waarom zo veel mensen op FvD hebben gestemd en wat hier wellicht aan gedaan kan worden. Het stemmen op FvD zou vooral voortkomen uit een gevoel van ontevredenheid en onzekerheid. Mensen die ontevreden zijn over sociale zekerheid zoals een baangarantie voor hun kinderen en onzekerheid over bijvoorbeeld hun pensioen.

Ook werd benadrukt dat klimaat een heel polariserend thema is waar zorgvuldiger en subtieler over gecommuniceerd moet worden, anders werkt dit averechts en zorgt dit voor meer FvD-stemmers. Vertel niet alleen maar wat mensen niet meer mogen doen maar geef concrete voorstellen die klein en te behalen zijn voor mensen.

Enkele voorbeelden die uit deze sessie kwamen zijn:

  • Expertises toevoegen aan bestaande initiatieven. Zodoende wordt er een soort ‘klimaatsausje’ overheen gegooid om het verduurzamen te bevorderen.
  • Vanuit verschillende gemeenschappen rolmodellen zoeken om zo mensen beter te kunnen beïnvloeden bij het aannemen van een duurzame levensstijl.
  • Maak gevolgen van verduurzamende maatregelen simpeler en tastbaarder.
  • Gebruik van een doordachte communicatie naar de burgers toe.

Aan het einde van deze break-out sessies werd een plenaire terugkoppeling gegeven door de tafelbegeleiders. We sloten de middag af met een borrel.

Li An Phoa: ’s Werelds eerste burgeronderzoek waterkwaliteit hele rivier

Op 22 maart, Internationale Wereldwaterdag, worden de uitkomsten van ‘s werelds eerste burgeronderzoek naar de waterkwaliteit van een hele rivier bekendgemaakt. Als initiatiefneemster en oprichter van Drinkable Rivers, voerde ik het onderzoek uit tijdens mijn ruim 1000 kilometer lange voettocht van de bron tot de monding van de Maas in de zomer van 2018. Dagelijks nam ik monsters van het Maaswater samen met lokale bewoners in Frankrijk, België en Nederland. De analyse van de data is verricht in samenwerking met Wageningen UR en de TU Delft.

Gezinnen en Industrie

Het onderzoek is een zogenaamde nulmeting en zal jaarlijks worden herhaald. Naast het effect van bekende industriële vervuilers, wil ik in het vervolgonderzoek dit jaar ook het effect van bewoners meten door het onderzoek te verbreden naar medicijnresten en microplastics. De metingen van het burgeronderzoek zullen worden opgenomen in de database van het TU Delft WaterLab dat het onderzoek steunt.

Daarnaast worden de data opgenomen in de internationale databases van EarthEcho
(Verenigde Staten) en MyH2O (China).

Betrokken burgers
Behalve de verzamelde data over de waterkwaliteit van de Maas heeft het onderzoek ruim 500 bewoners in het Maasstroomgebied betrokken bij ‘hun’ rivier. Deze mensen, waaronder veel kinderen, namen actief deel aan het onderzoek door metingen te verrichten onder mijn leiding.

“Dit heeft geleid tot meer betrokkenheid bij de waterkwaliteit van de Maas,” aldus Marit Bogert van het TU Delft WaterLab. RIWA-Maas, de belangenorganisatie van drinkwaterbedrijven die de
Maas als bron voor drinkwaterbereiding gebruiken, juicht het burgeronderzoek om
dezelfde reden toe.

Drinkbare rivieren
Het burgeronderzoek langs de Maas is een kleine stap op weg naar mijn grote droom: een wereld met drinkbare rivieren. Tijdens mijn rivierwandelingen ga ik in gesprek met bewoners, voer ik samen met hen onderzoek uit en zet ik burgers in beweging om zorg te dragen voor hun rivier. De politiek pakt
het ook op: momenteel werken we aan een netwerk van burgemeesters voor een Drinkbare Maas. Mijn  ambitie beperkt zich niet tot de Maas. Het Delftse WaterLab werkt mee aan de uitbreiding van het onderzoek naar andere Europese rivieren. En in 2020 staat een source-to-sea wandeling en burgeronderzoek langs de Yangtze op de planning.

Wereldwaterdag 22 maart 2019

Jaarlijks is er op 22 maart aandacht voor water om een aspect van de wereldwaterproblematiek te belichten. Dit jaar heeft de dag als thema: Niemand achter laten. De wereld verandert en dat brengt nieuwe uitdagingen met zich mee, ook voor waterbeheer. Klimaatverandering, bevolkingsgroei en economische ontwikkelingen vragen om duurzame oplossingen om de wereld toekomstbestendig te maken.

In 1993 hebben de Verenigde Naties 22 maart uitgeroepen tot Wereld Waterdag voor het creëren van bewustwording over de nationale en mondiale waterproblematiek. De VN omschrijft Wereld Waterdag als volgt. “A day to celebrate, a day to change, a day to prepare”. Elk lid van de VN heeft zich gecommitteerd om deze dag te benutten voor het creëren van bewustwording bij het brede publiek en sectorpartijen over de nationale en mondiale waterproblematiek door activiteiten te organiseren die passen binnen de nationale context.

Waar blijft de Nederlandse halalhypotheek? Interview met Worldconnector Rachida Talal

“Bankieren volgens de principes van de Islam: in veel landen kan het al, maar in Nederland nog niet. Rachida Talal-Azimi, die als promovendus Islamitisch bankieren onderzoekt, stelt dat ook voor niet-moslims de principes van islamitisch bankieren interessant kunnen zijn.

Weinig promovendi kunnen op zoveel media-aandacht rekenen als Rachida Talal-Azimi (34). Dat is niet voor niets: zij is één van de weinige specialisten op het gebied van islamitisch bankieren in Nederland. Als buitenpromovendus aan de Radboud Universiteit deed ze onderzoek naar islamitisch bankieren in Maleisië en de Golfstaten. Ze vertelde al over haar onderzoek in een veelbekeken filmpje van de Universiteit van Nederland, en bij de NOS in een item over islamitische hypotheken (ook wel: halalhypotheken).”

Lees hier het volledige interview op de website van de Radboud Universiteit. 

Stagiair Communicatie Worldconnectors 

Stagiair Communicatie
20-36 uur (in overleg)

Over de werkzaamheden
Als stagiair Communicatie zal je bezig zijn met de interne en externe communicatie van de vereniging. Je voornaamste taken zijn 1) het vernieuwen van de website, zodat we meer verkeer naar de website kunnen genereren en 2) het optimaliseren en het uitvoeren van de communicatiestrategie.

Over de Worldconnectors
De Worldconnectors vormen een onafhankelijk intersectoraal netwerk van opinieleiders uit alle geledingen van de maatschappij: politiek, media, overheid, wetenschap, religie, het bedrijfsleven en het maatschappelijke middenveld. De Worldconnectors faciliteren innovatieve initiatieven en ontwikkelen sector overkoepelende strategieën voor en visies op internationale duurzaamheidsvraagstukken.

Wat wij vragen
Affiniteit met
– Sociale media en websites bouwen
– Je bent afgestudeerd of bent ten minste in je tweede jaar van een op hbo- of wo-niveau
– Je hebt interesse in de duurzame ontwikkelingsthema’s van de Worldconnectors
– Je kunt beknopte en heldere stukken schrijven in het Engels en Nederlands
– Je bent een zeer zelfstandige werker en vindt het leuk om proactief zaken op te pakken

Wat wij bieden
De Worldconnectors bieden je een uitdagende stage waarin je kennis opdoet over internationale duurzaamheidvraagstukken en je de kans krijgt om praktijkervaring op te doen binnen een vereniging van opinieleiders die middenin het veld van duurzame ontwikkeling staan. Daarbij bestaat er veel ruimte voor eigen initiatief. De stagiair ontvangt een vergoeding van €150 per maand en indien nodig een reisvergoeding. Ook bieden we een flexibele werkplek in het SDG House. De duur van de stage is flexibel en afhankelijk van jouw beschikbaarheid.

We zoeken iemand die op zeer korte termijn bij ons aan de slag kan!

Ben jij geïnteresseerd om de Vereniging Worldconnectors te komen versterken? Stuur dan onder vermelding van: “Stagiair Communicatie Worldconnectors” een motivatiebrief en cv naar [email protected].

Blog Hugo von Meijenfeldt – Kantelmomentje

Wereldberoemd is het ‘Kodakmomentje’. Aanvankelijk een door deze firma leuk bedacht reclamewoord voor het vastleggen van een fotogenieke gebeurtenis. Later door innovatieve startups gebruikt als boemerang voor het missen van de digitale slag door vast te houden aan analoge successen uit het verleden. Bij SDGs gaat het om het omgekeerde: het ‘kantelmomentje’.

Dit moment, veel bekender in het Engels als ‘tipping point’, gaat weliswaar ook om een plotselinge gebeurtenis, maar komt juist níet voort uit iets onzekers of het missen van een slag. Het begrip komt uit de natuurkunde en duidt op een zodanig oplopende druk dat een grote verandering optreedt. Na drie jaar SDG-implementatie is de conclusie dat de druk versneld moet worden opgevoerd om het kantelmoment dichterbij te halen.

Niet iedereen hoeft in beweging te komen, doorgaans is 20 procent voldoende. Die groep bestaat uit verbinders, medialogen en influencers. De verbinders hebben een excellente netwerkomgeving. Als opperverbinder heb ik daarover in mijn omgeving niet te klagen. Medialogen kunnen de weg naar de massamedia en social media vinden. Die zouden in 2019 sterker aan de SDGs moeten worden verbonden. Influencers (verkopers) zijn mensen met charisma, die spelenderwijs navolgers krijgen. Die zijn schaars gezaaid. Ik hou mij aanbevolen voor suggesties.

Tot nu toe maken de medialogen vooral materiaal (sheets, banners, websites, tweets) voor de verbinders. Erg leuk, maar dát gaat de kanteling niet brengen. Het materiaal moet er zijn voor jongeren, voor ondernemers, voor consumenten. Ik kan nu al raden dat ze de boodschap veel te complex vinden: dit beklijft niet. De complexe geheimtaal van de SDGs moet – zonder te vervallen in de antitaal van de gele hesjes – worden omgezet naar de agenda van optimisme en kansen met een geheide carnavalskraker als kantelmomentje.

Dit artikel verscheen eerder op SDG Nederland, hét platform over de SDGs.

Foto: Free-Photos @ Pixabay

Het succes van de werkgroep Ombudspersoon Toekomstige Generaties

Dat Worldconnectors als thinkcubator werkt, bewijst de werkgroep Toekomstige Generaties. De werkgroep is er onlangs in geslaagd om een substantieel bedrag aan financiering binnen te halen en was vorige week ook zichtbaar in de landelijke pers: NRC Next, Algemeen Dagblad en De Standaard. NRC Next maakte afgelopen woensdag ruimte voor de groeiende beweging van klimaatstaken door jongeren en kinderen. Naast een halve voorpagina zijn pagina’s 4 en 5 volledig aan deze thematiek gewijd. Wie het artikel goed leest zal het echter opvallen dat het vooral een interview bevat met ‘onze’ Ombudspersoon Toekomstige Generaties, Jan van de Venis (met een eervolle vermelding van onze vereniging). Jan wijst er opnieuw op dat rekening houden met toekomstige generaties nog niet in ons systeem is verankerd, laat staan in onze grondrechten is vastgelegd. Terwijl dit in veel andere landen al wel zo is.

Het interview laat de prachtige vliegende start zien die het ‘Lab Toekomstige Generaties’ maakt. De financiering voor het eerste jaar is nog maar net binnen en het Lab laat al op verschillende manieren en constructief van zich horen. Vorige week bij een gemeentelijke inspiratiesessie in Helmond en de internationale conferentie bij en met Nyenrode over ‘Climate Responsibilities of Business’ en nu prominent in een landelijk dagblad.

Op naar het ambitieuze doel van het Lab: om in 2025 de belangen van toekomstige generaties zodanig in de samenleving verankerd te hebben dat iedereen deze belangenbehartiging als normaal en urgent beschouwt.

Via deze links vindt u de artikelen in NRC Next en in De Standaard.

Foto: Meer dan 12.000 scholieren en studenten gingen donderdag de straat op in Brussel. Olivier Hoslet/EPA

Oproep Herman Wijffels in NRC: CO2-heffing in klimaatakkoord

Er moet een CO2-heffing in het klimaatakkoord komen, schrijven 71 economen, waaronder Worldconnector Herman Wijffels. Lees hieronder de oproep uit het NRC.

 

Die CO2-heffing voor de industrie moet er komen

Drie jaar geleden besloten 196 landen in Parijs om de temperatuurstijging ten opzichte van het pre-industriële tijdperk te beperken tot maximaal 2 graden. Om dat te bereiken, moet de uitstoot van broeikasgassen als koolstofdioxide (CO2) worden verminderd. Een lastige opgave waaraan elk land zijn bijdrage moet leveren.

Het kabinet-Rutte III heeft besloten de uitstoot van CO2 van de Nederlandse economie te reduceren met 49 procent in 2030. Een verstandige keuze. Een forse opgave ook, maar we kunnen hieraan voldoen, mits we het op een verstandige manier aanpakken.

Het concept-klimaatakkoord, dat eind december werd gepresenteerd, stelt ons wat dat betreft teleur. De voorgestelde maatregelen leiden tot nodeloos hoge kosten. Er is bovendien een gerede kans dat we de gestelde doelen niet halen. Dat ondergraaft het draagvlak voor de noodzakelijke energietransitie. In het ontwerpakkoord ontbreken harde verplichtingen voor de industrie, staalproducenten als Tata en de petrochemie in de Rotterdamse haven.

Wel stelt het kabinet een bedrag beschikbaar om de industrie te helpen haar CO2-uitstoot te reduceren. Dat bedrag loopt op naar jaarlijks 550 miljoen euro in 2030. Om hierop aanspraak te maken, moeten bedrijven over een goedgekeurd CO2-reductieplan beschikken. Worden de afspraken niet nageleefd, dan kunnen bedrijven een boete krijgen, zo staat in het ontwerpakkoord. Vooralsnog is de kans echter groot dat de afspraken in de praktijk niet kunnen worden gecontroleerd en dat boetes uitblijven – in plaats van boetes zien wij slepende juridische procedures in het verschiet.

Lees ook: Klaas Dijkhoff neemt opzichtig afstand van klimaatakkoord

Serieuze bijdrage van de industrie

En dat is slecht, want Nederland kan het zich niet veroorloven om geen serieuze bijdrage van de industrie te verlangen om de CO2-doelstellingen te halen. Ten eerste omdat de industrie daarvoor te groot is – goed voor eenderde van de Nederlandse CO2-uitstoot. Ten tweede omdat juist de industrie haar CO2-uitstoot tegen relatief lage kosten kan verminderen. Zo becijferde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat de industrie zeven tot elf megaton CO2– uitstoot kan terugbrengen met maatregelen die zichzelf terug verdienen: dat is 50 tot 75 procent van de 14,3 megaton die de regering aan de industrie heeft gevraagd. Het gaat dan om maatregelen als het verhogen van de efficiency van het proces en recycling. Ook in de landbouw, goed voor bijna een tiende van de uitstoot, kunnen veel kosteneffectieve maatregelen worden genomen.

Dan moet er wel iets veranderen. Nu betalen grootverbruikers dankzij gunstige fiscale regelingen (feitelijk verkapte subsidies) een aanzienlijk lagere prijs voor hun elektriciteit en gas dan huishoudens en kleinere bedrijven. Ze betalen ook minder dan grootverbruikers in andere landen. De prijs van de Europese emissierechten (ETS, het recht om bepaalde hoeveelheden CO2 en andere schadelijke gassen uit te stoten, red.) die de grootste gebruikers momenteel voor hun energie betalen is te laag, schommelt sterk en zet daardoor onvoldoende aan om de CO2-uitstoot terug te dringen. Dankzij recente hervormingen van de ETS is de prijs gestegen, naar circa twintig euro per ton CO2, maar om de klimaatdoelstelling te halen is een prijs van rond de vijftig euro nodig.

Daarbij, door de industrie buiten schot te laten, maakt Nederland zich economisch kwetsbaar. Het CBS becijferde onlangs dat de emissie-intensiteit (uitstoot per verdiende euro) van de Nederlandse industrie 50 procent hoger ligt dan gemiddeld in Europa. Terwijl in andere landen de emissie-intensiteit verder daalt, neemt de CO2-uitstoot van de Nederlandse industrie toe, nadat deze eerder was gedaald. Daardoor zullen in de toekomst des te ingrijpender, en daarmee duurdere, maatregelen nodig zijn om aan de drie jaar geleden in Parijs gedane belofte te voldoen.

Lees ook: Jesse Klaver lanceert initiatiefwet voor CO2-heffing, opbrengst naar burgers

Uniforme koolstofheffing

Wat moeten we doen? Eén eenvoudige en bewezen effectieve maatregel ligt voor de hand: een economie-brede, uniforme koolstofheffing. Iedereen gaat daarbij evenveel voor zijn CO2-uitstoot betalen. Als de CO2-prijs gelijk is voor alle sectoren, worden emissiereducties zo goedkoop mogelijk gerealiseerd. Alle bedrijven behouden de vrijheid om zelf te bepalen welke maatregelen ze het beste kunnen nemen. Begin de koolstofheffing met vijftig euro per ton CO2. Laat dat bedrag vervolgens elk jaar stijgen met 2 à 5 procent per jaar (exclusief inflatiecorrectie). Dit is ruwweg noodzakelijk om aan de Parijse doelstellingen te kunnen voldoen.

En ook: op deze manier weet het bedrijfsleven waar het aan toe is. Kunnen alle ondernemingen tijdig hun verdienmodel aanpassen: energiezuiniger produceren en minder broeigassen uitstoten. De bedoeling van zo’n koolstofbelasting is niet om de lasten voor bedrijven te verhogen, maar om door middel van ‘prijsprikkels’ de CO2-uitstoot te verminderen. Daarom kan een beperkt deel van de koolstofheffing worden gebruikt om de lasten te verlichten van bedrijven die het grootste gevaar lopen hun positie aan buitenlandse concurrenten te verliezen.

De koolstofheffing is evenmin bedoeld om de inkomensverschillen tussen huishoudens te vergroten. Daarom kan een deel van de opbrengsten worden gebruikt om huishoudens te compenseren voor de stijgende energiekosten. Zo realiseren we ook een breed maatschappelijk draagvlak.

Ten slotte kan een deel van de opbrengsten in subsidies voor onderzoek naar en toepassing van schone technologie worden gestoken. Het mes snijdt dan aan twee kanten: een heffing voor fossiele technologie en een subsidie voor innovatie van schone technologie. Op deze manier verslechteren de Nederlands concurrentiepositie en vestigingsklimaat niet en worden duurzame koplopers in de industrie gesteund. Voor wie ons niet gelooft: de Nederlandsche Bank concludeerde onlangs dat een belasting op CO2-uitstoot van vijftig euro per ton geen ernstige gevolgen voor de concurrentiepositie van Nederland heeft.

Talloze landen om ons heen hebben al een CO2-heffing: Frankrijk, Finland, Ierland, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Ook Californië, Canada, China en Nieuw Zeeland hebben een prijskaart aan CO2-uitstoot gehangen. In de Verenigde Staten bepleit een ongekende alliantie van zowel Republikeinen als Democraten, onder wie 27 Nobelprijswinnaars, een koolstofheffing.

Lees ook: De voor- en nadelen van een CO2-heffing

Coalition of the willing

Nederland dient zich aan te sluiten bij deze landen in een coalition of the willing. Want hoewel landen individueel kunnen beginnen met een CO2-heffing, om een voldoende hoge en geharmoniseerde heffing te realiseren, moeten uiteindelijk vrijwel alle landen meedoen. Deze coalitie kan een koolstoftarief toepassen op de invoer van goederen en grondstoffen van niet-leden en de koolstofuitgaven voor export vergoeden. Zo voorkomen we dat de concurrentiepositie wordt ondergraven. Import van energie-intensieve producten uit landen die daar geen prijs voor rekenen, wordt aan de grens dan alsnog belast.

Uiteindelijk zal, naast deze ‘coalition of the willing’, ook de Europese Unie deze stap moeten zetten als het ETS de komende jaren wel tot een serieuze prijs voor de uitstoot van CO2 leidt. Nederland dient zich hiervoor sterk te maken binnen de EU. Een dergelijke aanpak maakt het voor energie-intensieve bedrijven aantrekkelijk om binnen het grondgebied van de coalitie te produceren. Zo kan de ‘coalition of the willing’ groeien en wordt koolstofheffing onderdeel van een post-Parijs klimaatverdrag.

De Nederlandse politiek moet nu knopen doorhakken. Iedereen heeft zich aan de verschillende klimaattafels kunnen uitspreken. De fractievoorzitters van VVD en CDA hebben terecht gewezen op het belang van maatschappelijk draagvlak voor de energietransitie. Juist daarom dienen we de energietransitie zo doelmatig mogelijk te realiseren. Dat vereist dat alle sectoren, ook de industrie en de landbouw, een prijs gaan betalen voor hun CO2-uitstoot. Amendering van het concept-klimaatakkoord met een CO2-heffing is hard nodig. Laat de markt zijn werk doen en geef CO2-vervuiling de prijs die ze verdient.

Een uitgebreidere versie van deze oproep vindt u op de site van ESB

Bron: NRC 
Foto: Fabrieken op Chemelot, een groot industriecomplex voor chemische industrie in Limburg. ANP/Marcel van Hoorn 

One World & Partos: The Future of Migration

Imagine … a world where migration is normal. Envision a time when all forms of migration are seen as an asset and all world citizens have the same right to travel. Think of a language in which every type of migration is seen as an opportunity. How can we turn the current conversation on migration around to something realistic, yet constructive and positive?

If you follow most news on migration, you would think that people started moving across the globe a few years ago instead of since the beginning of time. Migration is often presented as something abnormal and as a constant crisis. As the source of many social, cultural, financial and political problems.

This has led to disproportionate negative attention towards migration and migrants by (Western) politicians and media outlets. Migrants are often kept out of the debate. Meanwhile, no new ideas are offered.

How can we prepare our societies for migration as a part of all our lives?
Partos and OneWorld have joined forces to ask: What is the future of migration? How can we prepare and equip our societies for migration as a part of all our lives? Which policies can we create to integrate migration into everyone’s daily reality? What language would we use if we considered everyone a (potential) migrant? How can we make all migrants equal? How can we make migration work for everybody?

Calling on journalists, rappers, changemakers, teachers, painters
Today, on International Migrants Day, we are calling on journalists, novelists, changemakers, poets, singers, rappers, dancers, actors, development workers, playwrighters, painters, sculptors, video artists, scientists, fashion designers, bloggers, students, teachers, experts and everyday citizens – movers and stayers – to help us answer this question. Through essays, analysis, think pieces, theatre, spoken word, art, poetry, performance, video and other visuals we want to move the migration debate to the next level. Towards the future. We are looking for new insights and innovative solutions.

The most significant submissions will be showcased and published on our platform. The new insights and ideas will also be part of a live event hosted by Partos and OneWorld to start conversations on new solutions for thinkers, changemakers and workers in the field of migration.

Inspired? Learn more on dates, terms & conditions and send all your amazing, daring, utopic, realistic or provoking thoughts and creations to [email protected]. Also, please spread this call for submissions in your (diasporic) network, because the world needs new ideas.

We are looking forward to (y)our future!

Arjen Wals: Op een dode planeet zijn geen banen

Arjen Wals in een actueel interview over de noodzaak van een ecologisch kompas, gepubliceerd in het vakblad voor voortgezet onderwijs ‘Van twaalf tot achttien’.

file:///C:/Users/Alide/Downloads/InterviewDuurzaamOnderwijsSpecial_2018.pdf

Conferentie: Climate Responsibilities of Business

Op 18 januari 2019 organiseren Worldconnectors Tineke Lambooy en Jan van de Venis, ondersteund vanuit het Worldconnectors Lab Toekomstige Generaties een internationale conferentie over Climate Responsibilities of Business op de Nyenrode Business University.

Kernvragen deze dag zijn: Hebben bedrijven juridische verantwoordelijkheden met betrekking tot klimaatverandering? En zo ja, zijn deze soft (law) of kunnen bedrijven daadwerkelijk verantwoordelijk worden gehouden, bijvoorbeeld op basis van mensenrechten?

Naast veel bijdragen en deelname vanuit het bedrijfsleven, is een bijzonder element van deze conferentie de deelname en bijdrage van de Commissie voor de Rechten van de mens van de Filippijnen (‘CHRP’). CHRP bezoekt van 15 – 18 januari ons land voor het onderzoek in verband met een ‘klimaatverandering en mensenrechtenklacht’. Deze klacht gaat over de vraag of de grootste CO2 producerend bedrijven, de zogenaamde “Carbon Majors”, verantwoordelijk zijn voor de gevolgen van klimaatverandering. En dat op basis van mensenrechten. Deze klacht werd in 2015 in de Filipijnen ingediend door NGOs, overlevenden en nabestaanden van slachtoffers van supertyfoons, zoals Haiyan. In de loop van 2018 hebben in Manilla, New York en Londen al een reeks hoorzittingen en onderzoeken plaats gevonden. Nu dus ook in Nederland.

Onderstaande link verwijst naar het programma:

18 January 2019 Nyenrode Conference on business & climate change, human rights – Draft Program 012019[2]