Worldconnectors, affiliate Earth Charter
Koninklijk Instituut voor de Tropen
Mauritskade 64
1092 AD Amsterdam
We kunnen het niet bij praten laten
Naar aanleiding van de uitslag van de Tweede Kamer-verkiezingen hielden de Worldconnectors en Earth Charter Nederland een vervolg Roundtable op de reeks dialogen op dinsdag met als motto ‘Duurzaam Doorpakken’. Het doel van de dialogen: de SDGs concretiseren gericht op thema’s die in de verkiezingscampagne actueel zijn: ‘Klimaatrechtvaardigheid – Betaalbare Energietransitie’, ‘Duurzaam Landgebruik en Biodiversiteit’ en ‘Migratie en Vluchtelingen’.
De aftrap van de avond was een gezamenlijk verhaal van de voorzitters Jan Bouke Wijbrandi (Worldconnectors) en Jan Pronk (Earth Charter Nederland) over de stappen die we nu moeten zetten. Daarbij gaat het om het analyseren van politieke programma’s en akkoorden, concretiseren van onze doelen, mobiliseren van partijen in de samenleving en monitoren van politici aan de hand van de verkiezingsuitslag.
Waar kunnen we onze gezamenlijke principes uitdragen voor beleidsbeïnvloeding en concrete belangenbehartiging. Van de dialoog moeten we nu ook impact maken. Hiervoor gebruiken we de vorige dialogen waarin we dilemma’s en tegenstrijdigheden hebben geanalyseerd. Deze dilemma’s vragen om moedige gesprekken in de politiek maar vooral ook in de samenleving. En bieden uiteindelijk kansen en vergezichten. Dit is een belangrijke stap in het doorvertalen van principes naar de politieke realiteit.
De eerste concrete stap: adopteren van politici
Vanuit de analytische fase kunnen wij een stuk schrijven over de mate waarin het regeerakkoord de verkiezingsprogramma’s reflecteert. Dit resulteert gelijk in het eerste concrete voorstel van Jan Pronk: het adopteren van coalitie en oppositie ondersteunende parlementariërs en bewindsliederen. Dit is een voorstel om gezamenlijk politici te volgen en te monitoren in de lijnen van hun eigen akkoorden. Hierin kunnen we ze erop aanspreken als blijkt dat de politici niet stemmen dan wel hanteren naar hun eigen verkiezingsprogramma of regeerakkoord. Hoe ze stemmen en wat ze doen leggen we langs de SDG-meetlat en spreken hen daarop aan, ook door aanmoedigen en hulp aanbieden.
Vervolgens spraken de ‘verbinders’ van de serie Dialoog op Dinsdag die de concrete stappen van de dialogen voorlegden aan de deelnemers.
Uitgaande van het principe dat men mee moet in het klimaatbeleid, is het vooral zaak om het gesprek en de participatie te verstevigen. Verduurzaming moet hand in hand gaan met het sociaal beleid. Praktisch betekent dit ook dat het zowel winnaars als verliezers gaat opleveren, deze kloof kan worden overbrugd door in te zetten op participatie en eigenaarschap. Concreet voorbeeld is de Regionale Energiestrategie (RES) die duurzame energie omzet in eigendom.
Hierin zijn een vijftal aanbevelingen. Ten eerste is de roep om publieke middelen zoals tijd en aandacht exclusief te oormerken voor activiteiten die klimaat en biodiversiteit aantoonbaar niet schaden. Daarnaast moet het speelveld voor bedrijfsleven gemoderniseerd. Dit houdt in dat de huidige vrijwillige akkoorden niet voldoende zijn. Er zijn afdwingbare wet- en regelgeving in aanvulling op vrijwillige en vrijblijvende akkoorden nodig. Ook een duidelijke visie voor het Nederlandse landschap, ofwel het letterlijk invullen van de kaart van Nederland als kader voor decentrale keuzes, kan het concretiseringsproces helpen. Ten vierde gaat het om nationale strategieën voor governance van de ‘commons’ en het beheren van drink- en bodemwater, de biodiversiteit, de bodemvruchtbaarheid, en een natuurlijke CO2 opslag. Als laatste kunnen en rechten verleend worden aan de Waddenzee en andere essentiële ecosystemen en ze zo de bescherming te bieden die noodzakelijk is voor het welzijn van de natuur.
Het concreet maken van de oplossingen bestaat uit een drievoud van problemen. De eerste omvat de opvang uit de regio. Waarin het voorstel is om via een diplomatiek offensief de steun voor de regio te vergroten. Ten tweede is er de noodzaak meer vluchtelingen in Nederland op te nemen dan he huidige aantal. Dit kan per jaar naar 1000 mensen verhoogd. Ten derde is de kwestie van de procedure in Nederland maar ook in overleg met de rest van de EU. Hier voor is steun voor de IND en de COA nodig, door dit te ondersteunen met lokale initiatieven is de weg naar het moeilijke maatschappelijke debat verkleind.
Concretisering
Hierna gingen de deelnemers met elkaar in gesprek in kleine groepen, elk met de opdracht om de prioriteiten waaraan gewerkt moet worden te identificeren.
Energietransitie
De grote vraag binnen deze groep betrof de diversiteit in betrokkenheid binnen de samenleving. Participatie moet goed ingericht; op die manier worden de inclusiviteit en betaalbaarheid van de energie transitie bevorderd. Dit creëert dan ook mogelijkheden voor inclusieve energie corporaties waarvan de waarde vooral in de buurt ligt. Goede participatie moet concreet uitgewerkt.
Landbouw
De kansen voor het landbouwbeleid liggen in de wederzijdse belangen bij vruchtbaarheid van de bodem. Terugkijkend naar de afgelopen periode zijn het vooral de boeren geweest die de aarde hebben vormgegeven. De boer als dokter van de aardbodem. Dit biedt kansen voor een verbindend governance model.
Vluchtelingen
De uitdaging ligt in het draagvlak en hoe dat tot stand komt. De analyse is dat mensen vaak reageren vanuit emotie. De kansen liggen dus in de informatievoorzieningen en eventueel onderzoek naar draagvlak. Factfullness. Concreet voor het volgend kabinet betekent dit ook dat het probleem op Moria moet opgelost, zo mogelijk zonder emoties. D66 vervult hierin een sleutelpositie voor de vluchtelingen.
Ook in de breakouts was de oproep aan de regering om de SDGs te omarmen. Het idee om Kamerleden te volgen moet niet vanuit naïviteit. Maar juist ook door hulp aan te bieden. Op die manier kunnen we systematisch het beleid toetsen aan de SDGs, zonder de lange termijn uit het oog te verliezen.
Positieve energie maximaal benutten en ons verbinden met de SDGs
Het afsluitende woord kwam van Alexander Rinnooy Kan, die de positieve energie in de ‘kamer’ opmerkte. De vraag is dus hoe we deze maximaal kunnen benutten. Binnen het formatieproces is een grote toestroom aan geluid van allerlei kanten. Ons rest dus de opdracht hoe wij iets blijvends kunnen toevoegen. Dit begint bij het erkennen van de integraliteit van de verschillende thema’s die behandeld zijn, deze zijn er maar een paar uit vele.
In de stroom van partijen die wat van het kabinet willen, kunnen wij ons positief onderscheiden door onze verbinding met de SDGs naar voren te brengen, aldus Rinnooy Kan. Het lobbyen tijdens de formatie moet positief gekoppeld aan de SDGs. De universaliteit en de meetbare indicatoren van de SDGs maken de doelen geschikt voor zowel de inhoud als het proces. Hierop kunnen we gaan monitoren op de beleidsterreinen. Het regeerakkoord hoe breed of smal dan ook kan aan de SDGs gekoppeld worden. Dit bevordert het toetsen van de bewindslieden maar ook het feitelijk beleid aan de hand van de indicatoren van de doelen.
Het bestuur van Worldconnectors is een actief en levend orgaan en daarin worden af en toe posities gewisseld. Om ervoor te zorgen dat nieuwe bestuursleden altijd hun plek in het bestuur kunnen vinden en er mogelijkheden zijn om van elkaar te leren is het belangrijk dat er andere altijd een mix is tussen ervaren en nieuwere bestuursleden. Om dit te faciliteren heeft het bestuur een rooster van aftreden gemaakt. In dit rooster staat beschreven wanneer welk bestuurslid af zou treden of herbenoemd wordt.
Afgelopen maand hebben wij afscheid genomen van Jamila Meischke en Lynn Zebeda. Het bestuur is op dit moment op zoek naar twee nieuwe bestuursleden.
Hier kun je het volledige Rooster van aftreden of herbenoeming vinden.
Dialogen ‘Duurzaam Doorpakken’ – 9 maart 2021
In aanloop naar de Tweede Kamer Verkiezingen van 17 maart 2021, houden Worldconnectors en Earth Charter Nederland drie on line dialogen met als motto ‘Duurzaam Doorpakken’. Doel is de SDGs te concretiseren gericht op thema’s die in de verkiezingscampagne actueel zijn: ‘Klimaatrechtvaardigheid – Betaalbare Energietransitie’, ‘Duurzaam Landgebruik en Biodiversiteit’ en ‘Migratie en Vluchtelingen’. In een vierde bijeenkomst – een Roundtable – die ná de verkiezingen plaatsvindt, zullen we terugkijken en een gezamenlijke (re)actie bepalen richting kabinetsformatie en samenleving.
In de opzet van de dialogen, heeft een externe ‘aanklager’ het openingswoord, gevolgd door twee interne ‘verkenners’. Er volgen discussies in subgroepen waarna we plenair verslag doen en een interne ‘verbinder’ een oplossingsrichting presenteert.
De reis van de vluchteling is er niet beter op geworden
Politicologe, journalist en programmamanager bij Stichting Democratie en Media Ayaan Abukar begon de avond met een sterke aanklacht. We bevinden ons momenteel in een impasse, aldus Abukar die ook actief is in de Somalische Diaspora. Het ontbreekt aan echte oplossingen in de politiek, in plaats daarvan blijft het maar bij cosmetische ingrepen. Abukar mist leiderschap aan de linker kant en vraagt zich af waarom politici het voortdurend over draagvlak hebben, terwijl migratiebeleid toch over mensen gaat. In het debat lijkt het taalgebruik steeds ‘rechtser’ te worden en in debatten floreren de one-liners. Wat moeten we met typeringen als realistisch met de vluchtelingenproblematiek omgaan en een nuchter migratie beleid? Wat moeten we met de echte vluchteling? Die is er niet is, elke situatie is anders en de ene mens heeft niet meer recht op de titel vluchteling dan de andere. ‘Stap uit het hokjes denken.’
‘Draagvlak komt niet van boven af, dat creëer je. ’
Waarden en normen moeten weer op de voorgrond komen in de migratie discussie, vindt verkenner Jan Pronk, voormalig minister van Ontwikkelingssamenwerking, oud topman van de VN en huidig voorzitter van Earth Charter. Hij had een beleidsverkenning op papier gezet en lichtte deze toe. Hoe bewerkstellig je in de komende formatie dat er een migratiebeleid tot stand komt gebaseerd op principia? Beleid moet uitgaan van de feiten. Daarnaast moet je verwachtingen documenteren en alsmaar de vraag stellen: hoe zou het gaan als je géén beleid voert? Beginselen en principes van de samenleving liggen ten grondslag aan migratiebeleid. Over gedeelde beginselen en principes moeten we nadenken, deze in beleid opnemen en zo het draagvlak versterken. ‘Draagvlak komt niet van boven af, dat creëer je. ’
In polarisatie bevinden zich ook kansen
Mpanzu Bamenga bood in zijn verkennende rol perspectief, en wellicht hoop voor de toekomst door terug te kijken op zijn eigen ervaringen. Als kleine jongen vluchtte Bamenga in 1994 samen met zijn moeder vanuit toenmalig Zaïre (het huidige DR Congo) naar Nederland. Nu is Bamenga gemeenteraadslid voor D’66 in Eindhoven en coördinator en co-founder van het Inclusion Leaders Network (INCLEADERS). In zijn verhaal heeft hoop altijd de overhand gehad. Bamenga herkent de leiderschapscrisis, er is een gebrek aan sterke visie over waar we naar toe willen op het gebied van vluchtelingen en migratie. Maar hoe leidt je mensen überhaupt door de alsmaar dikker wordende mist van desinformatie, hokjes denken en technologische bubbels. Met daartegenover de rechtstaat en de vraag hoe je omgaat met de regels van verschillende staten en of je overtredingen van zowel staten als migranten harder moet aanpakken. Of ga je uit van principia zoals Pronk bepleit.
Polarisatie is overal aanwezig, maar daarin zijn wel kansen te ontdekken, vindt Bamenga. Het in gesprek gaan met de oppositie is de belangrijkste stap. Als je unaniem kan instemmen met een idee heb je het hele draagvlak weten te veranderen. Een voorbeeld waarin Bamenga in gesprek ging met de plaatselijke bevolking over het vestigen van een AZC laat zien dat het absoluut mogelijk is. Stel gerichte vragen over de zorgen van de mensen en besef dat deze niet over het hoofd mogen worden gezien. Wij zijn medeverantwoordelijk voor de gehele situatie. Het feit dat er zorgen zijn mag die verantwoordelijkheid niet in de weg zitten. Men wil zich gehoord voelen; erken de verschillende belangen en toon leiderschap.
Subgroepen
Na deze duidelijke boodschappen gingen de deelnemers met elkaar in gesprek in kleine groepen, elk met een eigen opdracht.
Welke moedige gesprekken – van wie met wie – moeten worden gevoerd om op het thema door te pakken?
De moedige gesprekken moeten gevoerd worden, op basis van onderliggende principes. Daarin is geen behoefte aan nieuwe grote beleidsvisies, laten we exploreren waar het wél goed gaat. Betrokkenen zelf moeten aan deze dialogen deelnemen – zowel vluchtelingen en migranten als mensen die zorgen/angst hebben over de aanwezigheid van vluchtelingen en migranten in hun eigen omgeving. Bij het voeren van deze moedige gesprekken moeten we erkennen dat er sprake is van culturele verschillen en diversiteit. We zullen moeten accepteren dat we niet alles kunnen controleren in dynamische processen.
Welke dilemma’s en tegenstrijdige belangen zien we?
Angst speelt een belangrijke rol, en de vraag welke sterke emotie je tegenover angst kan zetten in het debat. Tegenstrijdigheden spelen ook binnen en tussen de verschillende bewegingen die zich inzetten voor meer gelijkheid. Hierin zit ook een rol voor de media. Voor veel mensen is het helemaal niet zo duidelijk hoe het debat in elkaar steekt. Deels door desinformatie en door de moeilijkheid om aan de juiste informatie komen. Er is een neiging om maximaal in te zetten op kwetsbare vluchtelingen maar dan kun je niet ook arbeidsmigranten toelaten, vinden sommigen. Er zijn tegenstrijdige belangen rond arbeidsmigranten en vluchtelingen.
Wat zijn de kansen en vergezichten die als gezamenlijke doelen kunnen dienen en die de verschillen kunnen helpen overbruggen?
Het vergezicht vestigt zich in het idee om niet meer bang te zijn voor verschillen. Laten we het daar in onze eigen woonomgeving met elkaar over hebben, met de buren bijvoorbeeld. Laten we in gesprek met elkaar de beeldvorming rond de migratieproblemen doorbreken. Een idee van een geheel andere orde is om een Engelstalig officieel erkend praktijk examen te initiëren voor jonge vluchtelingen die de Engelse taal sneller oppakken dan de Nederlandse. En: traditioneel leiderschap is niet het enige, juist met de activistische generaties van nu is er een grote kans voor een bottom-up beweging.
Je ziet het draagvlak niet, maar het is er wel
Het blijft een kwestie van een lange adem hebben, concludeert verbinder Eduard Nazarski, voormalig directeur van Amnesty International Nederland en nu actief in het Europese netwerk voor Migratie en Vluchtelingen. De realiteit blijft dat het probleem alleen maar groeit, mensen in nood te weinig hulp krijgen, dat de IND zijn problemen niet gaat kunnen oplossen en dat het migratiebeleid lijdt onder het taalgebruik van de leiders. Een dialoog tussen niet gelijkgestemden over angst en waarden is nodig en kansrijk. Je ziet het draagvlak niet, maar het is er wel. Er zijn zo veel initiatieven over het hele land, mensen zijn absoluut bereid om te helpen. Zoveel mooie lokale projecten die in stilte werken. Als we die kunnen verbinden, dan komt de dialoog op gang.
Op 1 maart vond de (online) lancering plaats van de eerste Nederlandse SDG Spotlight rapportage. Het Nederlandse beleid ten aanzien van SDG 10 (verminderen ongelijkheid) en SDG 15 (leven op het land, biodiversiteit) worden hierin kritisch onder de loep genomen. De uitkomsten zijn ronduit ongemakkelijk te noemen. Het frame dat Nederland ‘het goed doet’ met de SDG’s klopt niet.
Op het gebied van sociale en ecologische duurzaamheid gaat het niet goed. Integendeel: de totale impact van het Nederlandse beleid is zelfs negatief en brengt de gestelde doelen niet dichterbij. Zowel in binnen- als buitenland zorgen de effecten van het economische beleid en van de Nederlandse consumptie, productie, handel en investeringen voor toenemende ongelijkheid en verlies aan biodiversiteit. Nederland faalt ten aanzien van het centrale uitgangspunt van duurzame ontwikkeling. Ons economische groeimodel gaat direct ten koste van de natuur en ecosystemen in binnen- en buitenland en zorgt bovendien voor groeiende ongelijkheid.
Leven op het land en biodiversiteit
Als het gaat om SDG 15 staat Nederland onderaan in de EU-ranglijst. We hebben het kleinste aandeel natuur en de kwaliteit van de natuur is heel zorgelijk. Van de soorten die we hebben beloofd te beschermen (EU) verkeert maar een kwart in gunstige staat, en van de beschermde habitattypen maar 12%. Milieu-condities, zoals de bodem, zijn de afgelopen tien jaar niet verbeterd. Nederland heeft veruit het hoogste stikstofoverschot van de EU; een hoofdoorzaak van de slechte natuurkwaliteit.
Verminderen ongelijkheid
Wat SDG 10 betreft is het beeld meer gemengd. Dankzij herverdeling en ons sociale vangnet is de netto inkomensongelijkheid in Nederland relatief gunstig. Maar de kloof tussen de rijkste en armste 10% groeit. En de vermogensongelijkheid in Nederland is een van de hoogste ter wereld: 1 of 2% bezit een derde van het private vermogen. Een deel van de bevolking, met name lager opgeleiden en mensen met een migratie-achtergrond, profiteert structureel minder van de brede welvaart en de kansenongelijkheid neemt toe. Meer dan een kwart van de bevolking geef aan discriminatie of uitsluiting te ervaren.
Internationale trends
Internationaal heeft Nederland een grote en groeiende ecologische voetafdruk. Voor onze consumptie en handel is drie keer het landoppervlak van Nederland nodig, zelfs zes keer als je meerekent wat nodig is voor de compensatie van onze broeikasgasuitstoot. Deze voetafdruk is een belangrijke ‘driver’ van de achteruitgang van ecosystemen en daarmee ook van ongelijkheid, omdat juist kwetsbare gemeenschappen het meest afhankelijk zijn van deze ecosystemen en dus het hardst worden geraakt.
Averechts beleid
Er is een duidelijk causaal verband tussen de scores en trends voor SDG 10 en 15 en het beleid van de laatste kabinetten. Voor een deel werkt het overheidsbeleid de groeiende ongelijkheid en het verlies van biodiversiteit actief in de hand. Met de prioriteit die de regering geeft aan Nederland als productieland, handelsland en tweede voedselexporteur ter wereld, wordt onze veel te hoge voetafdruk in stand gehouden. Nederland is een groot importeur van soja, palmolie, cacao en houtpallets en draagt daarmee onevenredig bij aan wereldwijde ontbossing. Ook is er een direct verband tussen het willen concurreren op de wereldmarkt en de lage lonen voor uitvoerend werk, net als de toegenomen onzekerheid op de arbeidsmarkt. De inrichting van het mondiale handelssysteem en financiële markten zorgt ervoor dat bedrijven en investeerders rijk kunnen worden met bijna gratis grondstoffen, en goedkope arbeid.
Recente kabinetten hebben ook steeds verdergaande marktwerking op alle domeinen toegelaten. Publieke voorzieningen, die inkomensverschillen juist kunnen verzachten, zijn versoberd. De belangen van bedrijven en de mensen met de hoogste inkomens en vermogens blijven centraal staan bij het opstellen van beleid. Het argument is doorgaans “banen”, maar juist aan de onderkant van de arbeidsmarkt zijn steeds minder banen met een leefbaar loon. Tegelijk is de sociale zekerheid met steeds meer voorwaarden omkleed en worden kwetsbare groepen met groot wantrouwen bejegend.
Als we kijken naar SDG 15 zijn er inspanningen gedaan om het natuurareaal te vergroten en lokaal de natuur te herstellen. Maar de drukfactoren op de natuur vanuit de omgeving blijven enorm. In het rapport besteden we vooral aandacht aan de landbouw, die in het gangbare model grote schade toebrengt aan natuur en milieu, zowel in binnen- als buitenland. Het kabinet steunt dit model nog steeds met miljarden; de vervuiler betaalt niet in Nederland. Ook het voorzorgsbeginsel wordt niet gerespecteerd. Zelfs onze klimaatoplossingen leiden tot negatieve afwenteling. Met miljardensubsidies op het verstoken van houtige biomassa heeft het kabinet een sterke prikkel gegeven aan ontbossing elders.
Nederland is zich blijven inzetten voor nieuwe handels- en investeringsakkoorden, zonder dat er goede waarborgen zijn op het gebied van milieu en sociale en mensenrechten. Afspraken die Nederland heeft gemaakt faciliteren dat multinationals, via belastingontwijking en claims, miljarden onttrekken aan ontwikkelingslanden. Geld dat deze landen dus niet kunnen investeren in hun ontwikkeling. Via een deel van onze ontwikkelingshulp dragen we bij aan SDG 10 en 15, maar het budget blijft onder de internationaal afgesproken norm.
Vrijblijvendheid
Het kabinet heeft zeker ook beleid gemaakt voor verduurzaming van de economie en van internationale handelsketens. Maar dit beleid kenmerkt zich door een hoge mate van vrijblijvendheid. Of het nu gaat om klimaat, een beweging naar kringlooplandbouw, circulaire economie of inkoopcriteria: het is vrijwel allemaal op basis van vrijwilligheid. De beleidsambities worden te weinig voorzien van meetbare doelen, concrete transitiepaden, geld en wettelijke kaders. Dit geldt ook voor de inclusieve samenleving. Meer vrouwen aan de top? Alleen een streefcijfer. Meer mensen met een beperking aan het werk? Afspraken worden niet gehaald. Om echt impact te hebben moet het kabinet als ‘marktmeester’ optreden, door wettelijke kaders te stellen en te grondstoffen te beprijzen.
Meten
In het rapport zijn ook beschouwingen opgenomen over het monitoren van de SDG’s, op basis van waar we tegenaan liepen. Op dit moment wordt er veel niét gemeten. Voor SDG 15 zijn veel data te vinden de gerelateerd zijn aan afspraken in VN- en EU-verband: de aansluiting met de SDG-monitoring kan beter. Voor SDG 10 moet nog veel werk aan een monitoringskader worden verricht. Ook daar doen we aanbevelingen voor.
SDG 10 en SDG 15 zijn beide zijn de dupe van het economische paradigma dat we hebben. Dat zien we in Nederland maar vooral internationaal, waar juist de armste landen de meest kwetsbare groepen het hardst de impact voelen van klimaatverandering en ecosystemen die uitgeput raken. Wil je de SDG’s in onderlinge samenhang halen, dan is een heel ander paradigma nodig. We moeten het exploiteren van mensen en de natuur aanpakken. En de overheid moet ophouden de remmende factor te zijn.
Het rapport, de analyses en aanbevelingen zijn hier te lezen