SDGs Beyond Corona
Op 13 oktober online
Moderatoren; Alide Roerink en Veronique Swinkels
Inspiratoren; Simone Filippini en Peter Knip
Luisteraars: Jan Pronk en Ralien Bekkers
Welkom bij deze Dialoog op Dinsdag #8
Veronique Swinkels en Alide Roerink heten iedereen welkom bij deze achtste Dialoog op Dinsdag een gezamenlijke dialoog van de Earth Charter Nederland vrienden en de Worldconnectors. Het is een prachtige dialoog vandaag met de inspiratoren Simone Filippini en Peter Knip voor SDG 5, gender, en SDG 16, vrede en rechtvaardigheid. De vragen die centraal staan zijn; wat zijn de overeenkomsten en uitdagingen van deze SDGs? Wat voor invloed heeft de huidige pandemie op ons beeld van deze doelen? Hoe verhouden deze doelen zich met de anderen die we al besproken hebben? Jan Pronk en Ralien Bekkers waren de luisteraar en deelden hun perspectief op wat ze hebben gehoord.
Wat kunnen we leren van het perspectief van de andere sexe.
De dialoog begint met een uitdagende oefening waarbij Veronique de aanwezigen inspireert om goed te landen en zich te verbinden met het onderwerp en elkaar, al is het virtueel. De oefening heet ‘stepping in the shoes of….’. de aanwezigen worden gevraagd zich te verbeelden dat ze als een andere sexe geboren zou zijn. Wat had dat betekent voor je leven en hoe zou dat er hebben uitgezien? De aanwezigen werden gevraagd om in de chat de volgende vraag te beantwoorden: wat kunnen we leren van het perspectief van de andere sexe? De antwoorden gingen vooral over inlevingsvermogen en empathy en een van de vrouwelijk aanwezigen bleef zich afvragen of een snor kriebelt of niet.
We geven het estafettestokje door
We geven iedere keer het estafettestokje van de vorige bijeenkomst door, met dank aan de luisteraars. Dit zijn de punten die er uit sprongen toen Water en Educatie centraal stonden:
-“Be like water”, wees flexibel, ga mee met de flow, zoek de verbinding, blijf stromen en vernieuw je steeds opnieuw. Dan kom je ook uit je silo. Het stroomgebied van water verbindt hele ecosystemen en last zien dat de kwaliteit van leven sterk van elkaar afhangt.
– het onderwijs kan veel verbeteren als het de leerling als uitgangspunt neemt, duurzaamheid integraal omarmt en de vraag beantwoord waar we nu precies mee bezig zijn; kinderen laten kennismaken met de relevante kennis en vaardigheden voor hun toekomst en ze in staat stellen het grotere geheel te zien.
– Wat als we meer kracht konden zetten achter al die kleine initiatieven van onderop. Er is behoefte aan een support netwerk voor grass-roots initiatieven.
– Onverwachte coalities versterken het landschap. Deze doorbreken de harde conceptuele grenzen en brengen nieuwe verbindingen aan.
SDG 5 beyond Corona door Simone Filippine
Als we vandaag denken aan vrouwenrechten en gender gelijkheid – gender equality – komt bij mensen die er mee bezig zijn vooral Sustainable Development Goal nummer 5 – SDG5 op. Een hard bevochten en zwaar gepolitiseerde SDG. Net als SDG16, waar Peter Knip vandaag over spreekt. SDG16 gaat over vreedzame samenlevingen, rechtsstaat en kwalitatief hoogwaardige instituties en is een cruciale SDG, ook om SDG5 te realiseren.
Even terug in de geschiedenis.
In 1995 vond in Beijing – na een aantal eerdere soortgelijke conferenties – een bepalende wereldwijde vrouwenrechten conferentie plaats met als uitkomst het Beijing Platform of Action. Een document dat een einde moest maken aan het onrecht, de discriminatie, de uitsluiting, de onvrijheid, het geweld waarmee vrouwen wereldwijd worden geconfronteerd.
Soms ben je onwillekeurig deel van een stukje geschiedenis. Toen de voorbereidende regionale conferentie voor Beijing in juni 1994 in Jakarta plaatsvond – Jan Pronk was Minister voor Ontwikkelingssamenwerking en een krachtige pleitbezorger van vrouwenrechten – werkte ik daar op de ambassade. Het was mijn eerste post. Maar omdat de ambassadeur het thema vrouwenrechten en alles was daarbij kwam kijken geen mannenzaak vond en ik bij gebrek aan beter ‘interim-specialist vrouwen en ontwikkeling’ was gedoopt – ik was immers een vrouw… – kwam het erop neer dat ik na de plechtige opening van de conferentie de feitelijke leiding van de Nederlandse delegatie had.
In de slotverklaring werd nog uitgegaan van “de nationale competentie van alle landen om hun eigen beleid met betrekking tot de rechten van vrouwen te formuleren en implementeren, rekening houdend met hun eigen culturen, waarden en tradities, en hun sociale, economische en politieke omstandigheden”. Onbegrijpelijk dat dit 25 jaar geleden nog de geldende opvatting was.
Amnesty International was in maart van dat jaar al met een rapport gekomen waarin stond dat de rechten van vrouwen een integraal deel van de universele mensenrechten zijn. Nog jaren daarna was de gevleugelde uitdrukking ‘vrouwenrechten zijn mensenrechten’. Blijkbaar was dit een issue.
Hoezo moeten we steeds weer bewijzen dat vrouwen mensen zijn
Ik heb deze kreet wel honderdduizend keer gehoord. Zelfs nog toen ik van 2003-2007 Hoofd van de afdeling Vrouwenrechten & gender Equality was bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken – jawel, dik in de 21e eeuw! – bleken nogal wat ambtenaren zich nog steeds van deze holle frase te bedienen. Een punt van veel ergernis: alsof je moest bewijzen dat vrouwen mensen zijn en hun rechten dus mensenrechten… Dat taalgebruik hebben we dan ook snel in de prullenbak laten verdwijnen.
Zijn we 25 jaar na de Wereldvrouwenconferentie in Beijing veel opgeschoten? Zijn alle papieren beloften en toezeggingen omgezet in actie? En heeft die actie geleid tot daadwerkelijke vooruitgang in de wereld om gelijke rechten en kansen van meisjes en vrouwen te waarborgen? En wat zijn gevolgen van covid19 voor de rechten en positie van vrouwen?
Corona heeft op alle fronten negatieve effecten
Er zijn zaken ten goede veranderd – niemand zal meer durven te betwijfelen dat vrouwenrechten mensenrechten zijn… – maar Covid19 maakt veel van de relatief geringe vooruitgang ongedaan, blijkt volgens een rapport van UN Women van april dit jaar. De conclusies zijn niet mals: corona heeft op alle gebieden negatieve consequenties voor vrouwen. Met name geweld tegen vrouwen is stevig toegenomen. En alle rapporten laten zien: in dit tempo gaat geen enkel land SDG5 halen. Waardoor komt dat nu echt?
In maart 2020 verscheen de ‘Gender Social Norm Index’ die meet hoe sociale overtuigingen gender gelijkheid in de weg staan op allerlei gebieden zoals politiek, werk, gezondheid en onderwijs. De uitkomst is op zijn zachtst treurig.
Ondanks decennia van aandacht voor gendergelijkheid en de tomeloze inzet van talloze (vrouwenrechten)organisaties hebben bijna 90% van mannen én vrouwen een vooroordeel tegen vrouwen. Rond de 50% van de mannen vindt dat zij meer recht hebben op een baan dan een vrouw en bijna een derde van de respondenten vindt het acceptabel dat een man zijn vrouw slaat. Ook denkt ongeveer de helft van de mannen en vrouwen in de wereld dat mannen betere leiders zijn dan vrouwen. Met maar 22 vrouwelijke leiders in de wereld van vandaag en de situatie rondom vrede en veiligheid, vluchtelingenstromen, groeiende ongelijkheid en toenemende geopolitieke spanningen vraag je je af waar die overtuiging vandaan komt!
Belangrijk om te beseffen: deze sociale overtuigingen zijn niet onschuldig.
Ze leiden concreet tot het systematisch achterblijven van vooruitgang op de uitvoering van het Beijing Actieplan en de doelen van SDG5. Ernstig is dat we elk jaar opnieuw een strijd zien in de Commission on the Status of Women (CSW), de jaarlijkse vergadering over de staat van vrouwenrechten. Een strijd die zich vooral afspeelt op het terrein van seksuele en reproductieve rechten van vrouwen. Het gaat hierbij om onder anderen om het recht zelf te bepalen wie je partner wordt, met wie je seks hebt en wanneer, of en hoeveel kinderen je wil. Ik heb altijd gezegd: wie de vruchtbaarheid van vrouwen controleert, controleert samenlevingen, heeft de macht over mensen. En daar gaat het de ‘unholy alliance’ om die fundamentele rechten en vrijheden van vrouwen betwist, een harde kern van religieuze en niet-religieuze conservatieven.
Ook als we kijken naar de rol van vrouwen bij het bestrijden van seksueel geweld als oorlogswapen en het bouwen van duurzame en inclusieve vrede en veiligheid blijft die zwaar achter, ondanks alle afspraken daarover. Veiligheidsraad resolutie 1325 uit 2000, die als doel had ervoor te zorgen dat vrouwen voortaan actief worden betrokken bij oplossingen van conflicten en vredesopbouw blijft veelal een papieren werkelijkheid.
En waar blijft de eerste vrouwelijke Secretaris-Generaal van de VN? Vrouwen in de politiek wil ook niet erg vlotten. Dit jaar was pas de 53e! spreker bij de Algemene Vergadering van de VN een vrouw! Zoals gezegd, in slechts 22 van de 193 landen heeft een vrouw de leiding. En waar blijft de eerste vrouwelijke Secretaris-Generaal van de VN? Of de eerste vrouwelijke Premier van Nederland? En hoe kan het zijn dat eerwraak onverminderd voortduurt? Dat zoveel vrouwen onder de knoet zitten van hun mannelijke familieleden? Dat genitale verminking nog steeds een wijdverbreid gebruik is? Dat nergens in de wereld tot dusver gelijk werk gelijk wordt beloond? Dat vrouwen vrijwel overal minder toegang hebben tot kapitaal?
Definitieve gelijkstelling van meisjes en jongens, vrouwen en mannen is een lange en pijnlijke weg. En wat we eigenlijk allemaal al weten: met praktische handreikingen alleen en slimme tools gaan we er niet komen. Er moet een transformatie plaatsvinden, systeemverandering. En dat betekent een harde, consequente en langjarige inzet vanuit regeringen en overheden naast actieve druk van onderaf, vooral de strijd die zoveel – vooral – vrouwen bottom-up voeren.
Stapje voor stapje vooruit is niet meer genoeg. Als we de SDG’s en de klimaat agenda willen realiseren, hebben we vrouwen en mannen nodig. Alle rapporten laten zien gender gelijkheid een randvoorwaarde is om te komen tot blijvend vreedzame, inclusieve, welvarende en duurzame samenlevingen.
Als we deze weg niet heel snel rennend gaan afleggen en op die weg mannen – eindelijk – volop meenemen en ze laten zien dat het leven voor hun leuker, interessanter en ontspannener wordt als ze vrouwen een royale plek onder de zon gunnen, dan gaat er van dit mooie toekomstbeeld niet veel komen. Op onrechtvaardigheid kunnen we geen rechtvaardige wereld bouwen.
Gelukkig is er een nieuwe generatie waarin veel vrouwen en mannen beter samenwerken dan de vorige. Een generatie die kan helpen om ervoor te zorgen dat gender equality niet aan het einde van deze eeuw pas verwezenlijkt wordt maar dat 2030 een andere realiteit laat zien. Een generatie die samen met oudere generaties het verschil kan maken. Pappen en nathouden is niet meer genoeg. We moeten regeringen, bedrijven, organisaties en waar nodig elkaar tot verantwoording roepen.
Leiderschap is daarbij cruciaal; dat kunnen we niet aan anderen overlaten. We zullen allemaal – jonger en ouder – leider moeten worden deze wereld voor de mensheid duurzaam te maken. Gender gelijkheid vormt onderdeel van de cruciale duurzaamheidsagenda. Dat leiderschap moet vervolgens worden gestut door goed werkende integere instituties, krachtige ondersteuning van de uitvoering van plannen in de praktijk en een onafhankelijke adequaat functionerende rechtsstaat. Plannen alleen zijn niet genoeg. Beloften maken schuld en als burgers willen we zien dat de papieren beloften realiteit worden.
De tijd is nu! Het is vijf voor twaalf.
SDG 16 Beyond Corona door Peter Knip
Nog voor de coronacrisis vroeg Ilyes Machkor, coördinator van Worldconnectors, mij wat ik vond van ons netwerk van Worldconnectors. Ik deelde met hem mijn enthousiasme maar ook mijn zorg dat de als acopalytisch geduide klimaatverandering en de urgentie van klimaatmaatregelen, de aandacht voor vrede, welvaartsdeling en goed bestuur te veel overschaduwden. Wellicht is mij daarom de eer te beurt gevallen deze gesproken column over SDG-doel te verzorgen.
Verbinding is hèt sleutelwoord om vrede te bewerkstelligen.
Het komt mij voor dat in deze tijd van confrontatie, groeiende tegenstellingen en toenemende eenzaamheid ‘verbinders’ hard nodig zijn. Verbinding is hèt sleutelwoord om vrede te bewerkstelligen. Zonder verbinding tussen overheid en burger geen toegang tot recht en geen sterke instituties. Verbinding is het hart van doel 16 dat luidt: “Bevorder vreedzame en inclusieve samenlevingen met het oog op duurzame ontwikkeling, verzeker toegang tot justitie voor iedereen en creëer op alle niveaus doeltreffende, verantwoordelijke en open instellingen.”.
Met 7 punten zet ik deze ambitieuze in zekere zin overkoepelende doelstelling in de schijnwerper:
1. Doel 16 is zowel doel als voorwaarde. De wereld moet vreedzamer, rechtvaardiger èn inclusiever worden. Maar de andere duurzaamheidsdoelen vallen niet te bereiken als we onveiligheid en conflict, ongelijke toegang tot recht en slecht bestuur niet weten weg te nemen.
2. Voelt u met mij het historisch gewicht van doel 16? Vrede was uiteraard al eerder door de verenigde naties als doel benoemd hoewel het binnen de VN altijd een wat noodlijdend bestaan leidt en in de Millennium Development Goals nog geheel ontbrak. Het is echter de allereerste keer dat de internationale gemeenschap een gezamenlijke visie formuleerde op de noodzaak van effectieve, verantwoordelijke en inclusieve instituties voor duurzame ontwikkeling. Er was veel verzet, onder andere van Rusland en China (geen inmenging in binnenlandse aangelegenheden) tegen deze formulering maar opvallend genoeg gaven de Afrikaanse landen de positieve doorslag om het concept van good governance te omarmen.
3. Goed bestuur mag dan uiteindelijk als cruciaal doel zijn benoemd, het krijgt van veel nationale overheden niet de aandacht die het verdient. Lokale en regionale overheden, vrijwel overal dé overheidslaag die verantwoordelijk is voor het bieden van basisdienstverlening aan inwoners zoals afvalmanagement, transport, huisvesting, sanitatie en steun aan de meest kwetsbaren, krijgen structureel onvoldoende financiën en bevoegdheden om dit naar behoren te doen. In het Nederlands ontwikkelingsbeleid is de aandacht voor goed bestuur geruisloos gedegradeerd tot een slap dwarsdoorsnijdend thema dat ook in de Tweede Kamer weinig aandacht krijgt (hoewel Minister Kaag er oog voor heeft!).
4. Deze column moet u niet somber maken maar inspireren. Toch kan ik er niet onderuit u te wijzen op het feit dat vijf jaar na vaststelling van de SDG’s, de Global Peace Index 2020 concludeert: “De wereldwijde vreedzaamheid is er het afgelopen jaar op achteruitgegaan. Dit is de vierde keer in de afgelopen vijf jaar dat de wereld een daling kent van vreedzaamheid”.”
5. De Covid-19 pandemie doet het bereiken van SDG-16, en de andere SDG’s, geen goed. De economische gevolgen ervan dreigen een enorme impact te hebben op onze samenlevingen. Landen die reeds instabiel zijn en waar spanningen zijn, komen verder onder druk te staan. Data komen binnen dat de crisis leidt tot meer huiselijk geweld tegen vrouwen en meisjes, tot groeiende ongelijkheid, tot meer haatspeech en meer geweld tegen migranten en minderheden. Op bestuurlijk terrein nemen we duidelijk tendensen waar van recentralisatie, het indammen van oppositie en naarmate de crisis langer duurt een verlies aan legitimatie van de overheid.
6. Niettemin een lichtpunt. In de afgelopen maanden volgde ik een serie ‘live learning experiences’ die onze wereldorganisatie van lokale en regionale overheden, United Cities and Local Governments (UCLG) -die overigens stelt dat in al haar gremia en delegaties minimaal 1 op de 3 bestuurders vrouw moet zijn- organiseerde met burgemeesters en ambtenaren van zo’n 100 verschillende steden in de wereld over hun ervaringen met Covid-19. Je zou het wellicht niet verwachten in ons land met groepen als ‘Viruswaarzin’ en 17 miljoen uiteenlopende meningen over de maatregelen ter bestrijding van het virus, maar de rode draad in de online gesprekken bestond uit vele voorbeelden van groeiende gemeenschapszin. Gewone burgers komen in actie voor wie het moeilijk hebben, doen donaties, buren doen boodschappen voor elkaar en vangen elkaars kinderen op. Veel burgemeesters benadrukten dat ze op deze nieuwe gemeenschapszin kunnen en willen bouwen aan een vernieuwd sociaal contract gebaseerd op mensenrechten, diversiteit en samenwerking.
7. En dan nog een lichtpunt. Twee vredesinitiatieven in mijn omgeving die u en mij hoop geven. U weet dat 9 op de 10 situaties van dodelijk geweld plaatsvinden buiten directe oorlogssituaties op locaties die als min of meer vreedzaam te boek staan. “Peace in our cities SDG16 + action pledge” is een initiatief van steden en vredesorganisaties om urbaan geweld te reduceren (www.pluspeace.org/peace-in-our-cities).
Tot slot een tweede initiatief dat ik erg leuk vind om juist hier te noemen omdat de meeluisterende Jan Pronk en ons netwerk van Worldconnectors daarin een grote rol speelden. In 2008 organiseerde de VNG samen met UCLG het eerste -tweedaagse- wereldcongres over ‘City Diplomacy’, de bijdrage van gemeenten aan vrede, met als dagvoorzitter en facilitator Jan Pronk. Ruim 300 gemeentelijke deelnemers uit meer dan 50 landen deden aanbevelingen waaronder het instellen van een internationale vredesprijs voor gemeenten die zich op bijzondere wijze voor vrede hadden ingespannen. Pas in 2016 konden we dit realiseren, met name doordat in dit netwerk werd geadviseerd het Nederlands V-Fonds (voor Vrede, Vrijheid en Veteranen) te benaderen voor mede-financiering. En dat kwam. Afgelopen najaar tijdens het grote driejaarlijkse UCLG Wereldcongres in Durban met 4000 deelnemers keerden we de prijs voor de 2e keer uit. De kleine gemeente Arsal in Libanon viel de eer te beurt. Vanwege haar inzet om grote aantallen vluchtelingen uit Syrië op te vangen èn om via een intensief participatief proces van dialoog de grote spanningen tussen de Syriërs onderling als tussen de vluchtelingen en de eigen gemeenschap te bespreken en beheersbaar te maken. Overweldigd door de aandacht van burgemeesters uit de hele wereld voor zijn gemeenschap stond de burgemeester van Arsal daar in tranen. Drie burgemeesters uit Nederland, van VVD, CDA en PvdA huize en mijn collega’s en ik stonden daar eveneens in tranen. Over verbinding gesproken.
Wat een inspirerrende verhalen. In breakout groepen gaan we vervolgens in dialoog over een aantal stellingen. En dit zijn de belangrijkste learnings uit de gesprekken;
Stellingen SDG 5
1. Blijven we pappen en nathouden als het om vrouwenrechten gaat en blijven we vriendelijk in gesprek of is het tijd om schending van rechten van meisjes en vrouwen als een breekijzer in relaties tussen landen te gebruiken?
2. In Nederland voeren we eindelijk een quotum in om te komen tot gelijke vertegenwoordiging m/v in alle sectoren in de samenleving.
De samenhang tussen SDG 5 en SDG 16 kan vergroot worden door vrouwenrechten als breekijzer in te zetten voor inclusieve instituties. Echter, Nederland kan op dat punt zichzelf niet op de borst kloppen, laat staan in het buitenlandbeleid krachtig uitstralen.
Een onderwerp van belang voor vertrouwen in overheden is corruptiebestrijding. In Nederland speelt het thema vertrouwen in lokale overheden momenteel sterk in het kader van de Regionale Energie Strategie (RES). Met een verwijzing naar het recente opinie artikel van Herman Wijffels en Sander van ‘t Foort: maatschappelijke initiatieven voor duurzame energieopwekking ondervinden belemmeringen bij regionale en lokale besturen en instituties. Het is helaas ook geen ‘best practice’ op het punt van burgerparticipatie. Er zijn nu talloze partijen die initiatieven nemen, zij blijken teveel afhankelijk van lokale bestuurders.
Conclusie van de dialoog is wel dat de veranderkracht van de mensen zelf, lokaal, moet komen. De opwaartse druk is van belang. Uiteindelijk zal dat het verschil maken.
Voor deze stelling dat het tijd is voor en quotum tekent zich een meerderheid af. Spreekt liever van gelijkwaardigheid in plaats van gelijkheid. Omarm verschillen. We ebben een breekijzer nodig. Cultuurverandering is essentieel. Geef vrouwen de mogelijkheid om vrouwelijke eigenschappen te tonen. Zo kunnen vrouwen authenticiteit vertonen.
Het gaat om implementatie. We zijn wel een beetje klaar met het wel/niet-verhaal, laten we het gewoon doen en zien wat er gebeurt. Het moet daarbij niet alleen over mannen en vrouwen te gaan, moet ook over andere culturen gaan. Kanttekening is wel dat vrouwen ook bang zijn om te worden gekwalificeerd als vrouw, terwijl je veel meer bent. Als vrouwen de top willen bereiken moeten ze eigenschappen ontwikkelen die niet bij hun authentieke zelf passen. Er moet een positieve cultuurverandering plaatsvinden. Dat zal gebeuren als je 50-50 man/vrouw-verhouding creëert. Aanrader; het boek ‘invisible women’.
Stelling SDG 16:
“Lokale en regionale overheden staan het dichtst bij de burgers. Zij zijn daardoor het best in staat publieke diensten gelijkelijk aan alle inwoners te bieden en de kwetsbaren extra te beschermen maar zij worden daartoe door nationale overheden, internationale financiële instellingen èn ngo’s onvoldoende in staat gesteld.”
Wat leeft in de samenleving kan niet door de overheid worden genegeerd. Wat we zien in de coronacrisis pleit voor veel meer bottom-up, samen. Het creeren van opwaartse druk. Uiteindelijk gaat het om het doen! Hier hebben lokale overheden een belangrijke rol in. Staan dichterbij de implementatie. Politici weten niet hoe het in de implementatie gaat. Daar moet nu de focus heen. Zeker als je naar de statistieken kijkt.
De verbinding tussen SDG 5 en SDG 16
Connectie van sterke instituties met gelijkheidsprincipes. Instituten zijn per definitie niet sterk als ze niet divers en inclusief zijn. Deze twee SDGs hangen sterk samen. Zonder vrouwen geen vrede en vooruitgang. De vrouwelijke stem wordt slecht gehoord. Belangrijk is om expliciet rechten van vrouwen en mannen te benoemen en, om actief om beide stemmen te vragen. Vrouwen hebben vaak meeste kennis van lokale gebruiken en staan dichter bij de oplossing.
Het onrecht wordt vergroot in Nederland door de decentralisatie van veel publieke diensten. Niet iedereen krijgt hetzelfde. Nederland als land van vrede en recht en sterke instellingen staat onder druk. NL schiet hier te kort. De positie van Vluchtelingen …. het Midden Oosten. Kijken we weg of staan we aan de verkeerde kant?
De luisteraar heeft het laatste woord
Ralien Bekkers is VN jongeren vertegenwoordiger geweest, werkte met de VN mee aan het Parijs Klimaat Akkoord en de SDGs. 6 Jaar geleden verhuisde ze naar Washington waar ze haar studie ‘Environmental Management’ aan Yale University deed. Nu werkt ze bij de NDC Partnership waar ze landen helpt met de implementatie van de SDGs. Specifiek kijkt ze naar de integratie van jongeren en de implementatie van gender gelijkheid in klimaat actie.
Wat ik heb gehoord is dat we er voor moet zorgen dat we ook mannen meenemen in discussies rondom gender gelijkheid. Het gaat ook om de rol die mannen kunnen spelen hierin. Een goed voorbeeld hiervan is de campagne ‘He for She’. Hier staan juist mannen op voor de rechten van vrouwen. Als we een quota hebben kan dat natuurlijk ook betekenen dat we meer mannen in vrouwen organisaties moeten hebben. Draai het eens om.
Ik hoorde ook heel veel over de noodzaak van systeemveranderingen. Dit gaat om diepgewortelde vooroordelen. Het is behoorlijk schokkend om te horen dat het nog steeds zo slecht gaat. Ik zou jullie ook willen laten nadenken over dat dit niet alleen gaat over gender, het gaat ook over allerlei andere racial justices waar er ook heel veel vooroordelen bestaan. De nood voor systeemveranderingen gaat niet alleen over gendergelijkheid maar ook om veel bredere gelijkheid. We kunnen zeker met gender heel concreet aan de slag, maar zorg dat je een inclusieve, interactionele blik blijft houden. Het is belangrijk om een integrale benadering tot de SDGs te hebben, het gaat niet alleen om SDG 5 of 16, maar over alle SDGs. De situaties die gerecreëerd worden door klimaatverandering bijvoorbeeld zorgen voor een verhoging van gender based violence.
Implementatie: uiteindelijk gaat het om het doen. We moeten nu echt verder van het praten naar het doen. Daarin spelen juist die lokale overheden een grote rol omdat zij dichterbij concrete implementaties staan. Een heel mooi punt dat genoemd werd is dat we de politieke en technische werelden samen moeten brengen. Vaak weten politici niet hoe het nou eigenlijk in de implementatie fase er aan toe gaat. We hebben in 2015 alles afgesproken, daarvoor zijn er tientallen jaren onderhandeld. Nu moeten we focussen op de implementatie, daarvoor moeten we alle lagen van de samenleving bij betrekken. Vooral als we naar de statistieken kijken: want zowel bij SDG 5 als SDG 16 gaat het eigenlijk alleen maar slechter. En we hebben nog maar tien jaar.
Verder werd ook de noodzaak van sterke instituties besproken. Laten we ervoor zorgen dat we de connectie leggen tussen sterke instituties en gelijkheidsprincipes. Het betrekken van burgers en het bouwen van vertrouwen staat hier centraal. We zien een tendens waar er eigenlijk alleen maar minder vertrouwen is in instituties. We moeten burgers op een hele praktische manier betrekken, niet alleen voor de show maar gelinkt aan formele besluitvormingsprocessen.
Wat betreft de quotum: het is tijd dat we de volgende stap nemen en deze concrete maatregeling implementeren. Het is belangrijk dat alle stakeholders hierbij betrokken worden. Ook is het is belangrijk dat de quotum ook goed geborgen wordt en dat er ook trainingen voor bestuurders bij gegeven worden bijvoorbeeld. Het is belangrijk voor het versterken van begrip en capaciteiten van bestuurders, en hiermee het versterken van instituties, dat er een veilige omgeving gecreëerd wordt waar bestuurders met elkaar in gesprek kunnen.
Tot slot, samenwerking: het gaat echt om verbinding. Maar hoe doen we dat nou concreet? Hoe richten we nou een sociaal contract in voor gelijke rechten, voor diversiteit, voor samenwerking? Hier zijn natuurlijk allemaal ideeën voor, maar het is tijd om hier een concrete uitvoering van te zien. Wat we nodig hebben is zowel de druk van onderop als de leiderschap van bovenop, een leiderschap van gelijke vertegenwoordiging.
We geven het stokje door naar Dialoog op Dinsdag #9:
- De kreet vrouwenrechten zijn mensenrechten is nog steeds een punt van veel ergernis: alsof je moet bewijzen dat vrouwen mensen zijn en hun rechten dus mensenrechten… Dit taalgebruik hopen we niet meer terug te zien.
- Hoe maken we van gender, geen gender issue. Instituten zijn pas sterk als ze inclusief en divers zijn. Daar zou vanuit man en vrouw de focus op moeten liggen.
- Doel 16 is zowel doel als voorwaarde. De wereld moet vreedzamer, rechtvaardiger èn inclusiever worden. De andere duurzaamheidsdoelen vallen niet te bereiken als we onveiligheid en conflict, ongelijke toegang tot recht en slecht bestuur niet weten weg te nemen. Wat is de rol van Nederland hierin, hoe versterken we deze rol.
- 9 op de 10 situaties van dodelijk geweld vinden plaats buiten directe oorlogssituaties op locaties die als min of meer vreedzaam te boek staan. “Peace in our cities SDG16 + action pledge” is een initiatief van steden en vredesorganisaties om urbaan geweld te reduceren (www.pluspeace.org/peace-in-our-cities).
Op 27 oktober kijken we terug naar wat er allemaal besproken is in de afgelopen 8 Dialogen op Dinsdag en kaarten we de laatste SDG aan, SDG 17: Partnerships for the Goals. Ook dit dialoog zal via Zoom plaats vinden.