Earth Charter Story: Li An Phoa

 

In de vorm van video stories vertellen Vrienden van het Earth Charter uit alle delen van de wereld wat hen drijft. In deze video het verhaal van Vriend Li An Phoa.

In 2005 Li An Phoa canoed the full length of a river in Canada, the Rupert. All along the way, she could drink water straight from the river. Three years later, Li An came back and she could not drink from the Rupert anymore. The river was polluted as a result of dams and mining. Fish died, people got ill. The delicate balance in the ecosystem was destroyed.

Li An realised that drinkable rivers are an indicator of healthy living. Indeed, when we can drink from our rivers, it means that a whole ecosystem is healthy and in balance. Rivers can only be drinkable when all actions and relations in an entire watershed contribute.

We propose to use drinkable rivers, as a guiding principle for our societies, as a replacement of economic growth. Drinkable rivers as an ancient and new compass, guided by the following, simple question: “Does this behaviour, this measure, or this innovation contribute to drinkable rivers?”

Rivers are vital for all life on Earth, rivers are our lifelines. We cannot live without water, we are water. All living beings are part of a watershed, so we will all benefit from drinkable rivers.

Source: drinkablerivers.org

You can follow Li An Phoa on Instagram

Jan Pronk: Dialoog op Dinsdag Beyond Corona: Klimaat SDGs

Jan Pronk – voormalig minister voor Ontwikkelingssamenwerking en Milieu in enkele kabinetten, oud VN topman, Professor Institute of Social Studies en huidig voorzitter Earth Charter Nederland – treedt op als inspirator op 7 juli in de Dialoog op Dinsdag over SDG 13: klimaatactie. Lees hier zijn verhaal.

De klimaat-SDGs zijn een lege huls. Daarom stap ik af van deze SDGs, want er zijn veel concretere doelstellingen geformuleerd. Met het klimaatverdrag van 1992 werd beloofd dat alle landen hun best gingen doen om de verslechtering van het klimaat tegen te gaan en de emissie van broeikasgassen te verminderen. In 1996 kwamen we tot de conclusie dat die belofte leeg was. Er was namelijk geen maatstaf. Daarbij wisselen landen van regeringen, waardoor zij zich niet aan hun belofte houden.

We moeten gaan in de richting van een verplichting. Die moet juridisch worden vastgelegd en er moet een sanctie op komen te staan. Net als we dat doen op het terrein van internationale handel. Dat werd Kyoto. Voor het eerst was er een emmissiereductie-doelstelling. Wie doet hoeveel om samen die werelddoelstellingen te verwezenlijken? En dat werden concrete afspraken. Maar hoe ga je dat verwezenlijken? En hoe word je het eens over de instrumenten? Ik had het geluk om de wereldonderhandelingen te mogen voorzitten. We werden het eens over de instrumenten. Hoeveel moeten landen zelf doen en hoeveel kun je verwezenlijken om andere landen te helpen? Als het niet zo makkelijk is kun je aan emmissiehandel doen. Kun je eenmaal uitgestoten broeikasgassen opslaan? Bijvoorbeeld door veel meer bomen te planten. Er werden afspraken gemaakt om elkaar te helpen en er kwamen sancties. Het was voor het eerst dat dit gebeurde op het terrein van internationaal milieubeleid. In de volgende ronde van de onderhandelingen van een volgende periode telt dat wat je niet hebt weten te verwezenlijken extra mee. Maar er kwam helemaal geen tweede periode. Het verpieterde weg. In plaats daarvan kwam Parijs na een aantal jaar.

Als je de afspraken van Parijs leest, staat daar precies hetzelfde als in de afspraken in Rio: we beloven ons best te doen. De plannen werden gemaakt. De optelsom van de uitkomst van al die plannen was een hogere emmissiereductie om de opwarming van de aarde niet te erg te laten zijn (1,5 graad). Maar de plannen waren vanaf begin af aan al niet adequaat. In het laatste overzicht wordt geconstateerd dat we de doelstellingen niet gaan halen, tenzij we ontzettend ons gaan inspannen.

Mijn stelling is dat we het niet gaan halen, en wel om dertien redenen:

  1. Plannen waren begin af aan al niet adequaat en dat betekent:
  2. Landen meenden het niet, ze verzaakten van het begin af aan.
  3. De wereldbevolkingsgroei blijft aanzienlijk groot, dat heeft een consequentie voor het beslag op fossiele energie
  4. Er is nog steeds geen afstand genomen van iets wat noodzakelijk is hiervoor: het primaat van de materiele economische groei
  5. De consumptie per hoofd van de bevolking in de wereld neemt nog steeds toe. Dat ligt ook voor de hand, want:
  6. De welvaart in arme landen ligt zo erg achter dat je vanzelfsprekend die consumptie zal moeten laten toenemen. En dus zal de consumptie per hoofd van de bevolking alleen maar kunnen afnemen als westerse landen een stap terug doen. Het ziet er niet naar uit dat we dat doen.
  7. Integendeel, we gaan ook in het westen door met het verhogen van de consumptie per hoofd van de bevolking. We meten nog voortdurend succes in termen van materiële economische groei. Kijk maar naar de manier waarop we kijken naar de economische consequenties van het coronavirus.
  8. De Verenigde Staten doen niet mee. Niet alleen maar onder president Trump, maar ook niet daarvoor. En waarschijnlijk ook niet daarna. Ook de Democraten zijn er niet echt in geïnteresseerd.
  9. De bos-area neemt af in de wereld. Dat betekent natuurlijk ook dat de absorptiecapaciteit van CO2 afneemt.
  10. Een groot aantal landen gaat, om economische redenen, door met verdere winning van kolen en andere vormen van fossiele energie. Kijk bijvoorbeeld naar China.
  11. Er komt steeds meer verzet tegen alternatieve, duurzame energiebronnen. In Nederland komt bijvoorbeeld steeds meer verzet tegen zonne- en windenergie. De opslag van CO2 is natuurlijk een tijdelijke oplossing, maar daar wordt ontzettend veel kritiek op geleverd.
  12. Er komt steeds meer interesse in geo-engineering. Dat wordt gezien als een oplossing, maar dat is het helemaal niet. Dat betekent dat de druk om tot emissiereductie over te gaan verder afneemt.
  13. Geld blijft ver achter. De bedragen worden nooit gehaald en nooit uitgegeven.

Dat komt omdat we afgestapt zijn van bindende verplichtingen, je kunt altijd zeggen: we hebben ons best gedaan. En er zijn kapitalistische lobby’s gericht op regeringen en consumenten die steeds meer willen consumeren.

Is er iets positiefs te melden? Ja, de jongeren. Er is iets anders na de onderhandelingen van Parijs dan na de onderhandelingen die ik mocht leiden. De onderhandelingen die ik mocht leiden kregen veel aanbod bij ngo’s en dergelijke. Maar zodra we geslaagd waren, was het voorbij. Na de onderhandelingen van Parijs zijn jongeren opgekomen voor echte klimaatverandering. Ze zeggen tegen regeringen: je moet doen wat je beloofd hebt. En dat is aan de basis van de samenleving behoorlijk veranderd. Dat is hoop. Veel jonge ondernemers maken gebruik van nieuwe technologieën die komen tot een werkelijke verandering van het energieverbruik in de economie. Dat zag je niet na 2000, want toen waren de bedrijven totaal niet geïnteresseerd om bij te dragen aan het klimaat. Dat zijn twee positieve punten. Die punten zullen helaas onvoldoende kracht met zich meebrengen om de doelen te halen.

Dan wil ik ten slotte graag de link met de coronacrisis aan de orde stellen. De klimaatcrisis is een wereldwijde crisis. Het is een onderdeel van een systeemcrisis. Het probleem is dat de meeste mensen in het Westen de crisis niet aan den lijve voelen. Daarom wordt dat niet zo serieus genomen. En als er een probleem gaat ontstaan, gaan de westerse landen samenklonteren om zichzelf te beschermen. We hebben de andere laten stikken. Hetzelfde doet zich voor met corona. Het is een wereldwijde crisis. Maar anders dan de klimaatcrisis, wordt deze wel direct door de mensen in het westen wordt gevoeld. Als dat aan elkaar gekoppeld wordt. Als we kunnen laten zien dat dit onderdeel is van de systeemcrisis, dan zou je dat bewustwordingsproces, dat onderdeel is van SDG13 echt kunnen onderbouwen. Dan kun je komen tot een wereldwijde aanpak. Ik vrees echter dat de westerse landen zich van de andere landen weinig aantrekken, zich aaneensluiten – m.b.t. wetenschappelijk onderzoek en toegang tot vaccins en medicijnen. Dan krijg je precies hetzelfde als bij andere crises: zelfbescherming van de westerse landen. Zowel m.b.t. tot corona, als m.b.t. het klimaat zullen de meeste slachtoffers vallen in het zuiden van de wereld.

Het is geen optimistisch verhaal, maar ik heb in ieder geval twee elementen genoemd die een kleine bijdrage kunnen vormen om het spoor te verleggen: Jongeren (jonge ondernemers) en het bewustwordingselement van de koppeling van corona en het klimaat.

Stellingen:

•  De klimaatcrisis zal niet afgewend kunnen worden zonder een grondige herziening van het huidige kapitalistische systeem.

•  De emissiedoelstellingen kunnen alleen bereikt worden wanneer landen juridisch bindende verdragsverplichtingen aangaan, met sancties op het niet nakomen daarvan.

Pronk over Europa

Zonder Europa kan het niet. Europa heeft altijd op dit punt het voortouw genomen. Ik heb de indruk dat Frans Timmermans er echt aan trekt, maar ik ben niet positief over de houding van de EU-landen. Ook omdat er middelpuntvliedende krachten zijn binnen Europa. Niet op de laatste plaats binnen Nederland zelf. Politieke samenwerking is van het grootste belang.

Verslag 30 juni 2020 Dialoog op Dinsdag: SDGs 10 en 15 Beyond Corona

In deze Dialoog staan centraal: SDG 10 (ongelijkheid verminderen) en SDG 15 (leven op het land). Tijdens deze vierde Dialoog op Dinsdag worden we geïnspireerd door Roel van den Sigtenhorst en Willem Ferwerda. Jan van de Venis luistert mee en reflecteert aan het eind van de dialoog vanuit het perspectief van toekomstige generaties.

Moderators: Alide Roerink (Earth Charter) en Veronique Swinkels (Worldconnectors)

Welke werelden willen wij met elkaar verbinden? Jong en oud, natuur en samenleving, toekomst en nu, luid en stil, ecologen en financiers en internationale gemeenschappen. .  

Estafette

Bij de vorige (en 3e) Dialoog op Dinsdag op 23 juni 2020 stonden SDG 9 (industrie, innovatie en infrastructuur) en SDG 11 (duurzame steden en gemeenschappen) centraal. De punten die er uit de vorige dialoog op dinsdag uitsprongen:

  • We hebben een integrale visie op steden nodig. Steden die de crisis veerkrachtig, inclusief en duurzaam het hoofd bieden, kunnen dat alleen met de mens en commons als uitgangspunt.
  • We hebben allemaal de opdracht om te vernieuwen. De natuur doet dat ook iedere keer weer.
  • Radicaal samenwerken vraagt om andere vaardigheden en uitgangspunten, anders blijven we stilstaan bij financiële uitganspunten die ons niet verder brengen.
  • Nederland loopt wereldwijd achter als het aankomt op veel SDGs. Er wordt groen gepraat maar niet gehandeld. De maatschappij is er klaar voor, maar de Nederlandse toolbox ontbreekt nog. Daarom blijven de principes zweven.

Jade Peters legt de verbinding met het Earth Charter

SDG 10 gaat over het verminderen van ongelijkheid. Mensen die het minder hebben, groeien minder mee met de mensen die al veel hebben. Wie nemen we mee in het verminderen van ongelijkheid? Komt overeen met Earth Charter principe 3. Earth Charter schrijft: “Maak een einde aan armoede”. En niet: “Verminder ongelijkheid”. SDG 15 is het leven op land en duurzaam gebruik maken van ecosystemen. Vanuit het Earth Charter is dit principe 1: respecteer het leven op Aarde. Dit gaat over ecologische veerkracht en het behoud van de biodiversiteit. Het beschermen, herstellen en bevorderen van het duurzaam gebruik van het ecosysteem. Het voorkomen van ontbossing, bevorderen van biodiversiteit.

Roel van den Sigtenhorst– Afdelingshoofd OBA (verantwoordelijk voor ‘Het Huis van Alle Talen’), eigenaar Sigtenhorst Consultancy en bestuurslid bij de hiphopschool Solid Ground Movement

Als wij een probleem elders willen verhelpen, is het in mijn optiek zaak dat wij het op dit punt zelf goed op orde hebben, of op z’n minst een diep begrip van de onderliggende vraagstukken. Kansenongelijkheid (in Nederland) kent veel verschillende vormen. Enkele voorbeelden daarvan zijn:

•            Politiek: Op dit moment telt het parlement 0 zwarte volksvertegenwoordigers en slechts een handje vol volksvertegenwoordigers met een andere of dubbele culturele achtergrond. Deze ondervertegenwoordiging zien we tevens in de lokale politiek.

•            Bedrijfsleven: Systematische ondervertegenwoordiging van mensen met een andere culturele achtergrond in de top van het bedrijfsleven. Zowel in management als bestuursfuncties.

•            Media: Gebrek aan representatie en vertegenwoordiging van mensen met een andere culturele achtergrond in zowel het aanbod, alsmede de redacties, management en bestuursfuncties van (traditionele) media en omroepen.

•            Kunst & Cultuur: Gebrek aan representatie en vertegenwoordiging van mensen met een andere culturele achtergrond in zowel het aanbod, alsmede management en bestuur van culturele instellingen, musea, theaters, podia, literatuur en kunstinstellingen.

•            Onderwijs: Eenzijdige narratieve omtrent ons koloniale verleden, slavernijverleden en onze geschiedenis van arbeidsmigratie. Tevens een gebrek aan representatie van culturele diversiteit in de top van het onderwijs.  

Hoewel de uitdagingen groot zijn en al heel lang aanwezig zijn, ben ik ervan overtuigd dat wij kansenongelijkheid op basis van culturele achtergrond structureel kunnen verminderen. Het collectieve bewustzijn over deze onderwerpen groeit snel, mede ingegeven door de grotere (digitale) verbondenheid en constante communicatie via het internet, alsmede protestbewegingen als Black Lives Matter. Enkele van de meest fundamentele voorwaarden zijn in mijn optiek:

•            Contact, dialoog tussen mensen van verschillende culturen, generaties, religies, sociale en politieke netwerken of standpunten.

•            Erkenning van gedeelde geschiedenis, nieuwe perspectieven op deze geschiedenis.

•            Meer kennis over de achtergrond, beweegredenen en ervaringen (gevoelens) en intrinsieke motivatie van de ander.

•            Representatie van culturele diversiteit, goede voorbeelden, rolmodellen, sleutelfiguren (in diverse sectoren en (top)functies.

•            Ontwikkeling van een collectieve visie omtrent inclusie, op basis van gedeelde waarden.

•            Inspraak van en voor mensen met een cultureel diverse achtergrond binnen de systemen die we inclusiever wensen te maken.

Daarnaast is het mijn overtuiging dat we het bestaande systeem fundamenteel anders zouden moeten inrichten om duurzame verandering teweeg te brengen. De sleutel ligt hierbij in mijn optiek in een combinatie van ‘ruimte maken’ voor inspraak en representatie van buitenaf op alle lagen. Naast het herinrichten van onze systemen moeten we actief op zoek gaan naar (informele) organisaties en sleutelfiguren die culturele gemeenschappen vertegenwoordigen, kennen en vertrouwen genieten binnen die gemeenschappen.

Tot slot draag ik graag een praktisch voorbeeld aan van hoe dit vorm zou kunnen krijgen, in dit geval op stedelijk en lokaal niveau in de publieke sector. De afgelopen anderhalf jaar heb ik met de Openbare Bibliotheek Amsterdam gewerkt aan het Huis van Alle Talen. Een co-creatief concept waarbij organisaties en sleutelfiguren uit verschillende culturele gemeenschappen eigenaarschap krijgen over het culturele aanbod in de stad. Door vanuit een dienstbare, faciliterende houding samenwerkingen aan te gaan met organisaties die kennis, netwerken en activerend vermogen hebben binnen culturele gemeenschappen ontwikkelen we nieuw cultureel en educatief aanbod. 

Wat de afgelopen maanden mij geleerd hebben, is dat wij hier allemaal een rol in hebben. Als we de Nederlandse (of globale) samenleving inclusiever en gelijkwaardiger willen maken. En kansen op een mooie toekomst voor iedereen zo groot mogelijk willen maken, moeten we beginnen met reflectie op onze eigen gedragingen, gewoonten, structuren en systemen. Als individu en als organisaties.  Dus vraag jezelf af: Wat is mijn rol? Waar zitten mijn blinde vlekken? En wat kan ik doen om het collectief gelijkwaardiger te maken?

Lees de hele blog van Roel van den Sigtenhorst op worldconnectors.nl (linkje) en bekijk zijn presentatie hier (linkje).

Willem Ferwerda – Ecoloog, natuurbeschermer en directeur van Commonland

De coronacrisis heeft ons laten zien dat mensen de gemeenschap en de natuur als de meest waardevolle zaken zien die ons verbinden en inspireren. Dat geldt zowel voor mensen in rijke als in arme landen. In veel landen heeft de crisis dan ook geleid tot een grotere waardering voor de omgeving, het dorp en lokale producten. Mensen trokken zich terug op het platteland. Mijn stelling is dat in de hectare alles samen komt: onze economie, ons voedsel, onze gezondheid en uiteindelijk ook onze gemeenschap. En die hectare is weer onderdeel van een groter ecosysteem: een unieke verbinding waarin flora en fauna (biodiversiteit), water en de bodem samen een eenheid vormen. Ecosystemen en de diensten en producten die eruit voortkomen zijn nog steeds basis van elke economie. De afgelopen eeuwen hebben we een model opgebouwd dat ecosystemen grootschalig is gaan uitputten. De grootste uitdaging van deze tijd is (meer nog dan ongelijkheid en klimaat) is het behouden en duurzaam beheren van de mondiale ecosystemen waarin productie van voedsel en productie en behoud van biodiversiteit samengaan. Hierin komen in feite alle SDGs samen. De wereld lijkt nu wakker te worden: bedrijven en overheden zeggen in te gaan zetten op ‘Nature Based Solutions’, een verzamelwoord om veel meer samen te werken met de natuur i.p.v. tegen de natuur. Maar hoe doe je dat? Er wordt gesproken over massaal bomen planten om CO2 af te vangen, over regeneratieve of kringloop landbouw, gezond eten, klimaat… Men zoekt naarstig naar investeringen, het moet snel, groot en tevens financiële return geven, want dat is duurzaam. Maar hoe doe je dat, op een landschapsschaal of beter gezegd ecosysteemschaal? Mijn stelling is dat een noodzakelijke holistische aanpak ontbreekt. En inmiddels hebben we daarmee ervaring. Ik zal het model wat we hebben opgezet van “4 Returns (vier waarden), 3 Zones, 20 Years” kort toelichten. Gedegradeerd land leidt tot vier nadelen:

  • Een verlies van hoop
  • Een verlies van veiligheid en werk
  • Een verlies van biodiversiteit, bodem en water
  • Een verlies van economische activiteiten

4 returns. Landherstel leidt tot vier waarden:

  • Inspiratie
  • Sociaal kapitaal
  • Natuurlijk kapitaal
  • Financieel kapitaal

3 zones. De eerste zone is de economische zone. Hier wonen en werken mensen, is er een monocultuur en een focus op zo snel mogelijke productie. De tweede zone is de combined zone en de derde zone is de natuurlijke zone: natuurgebied.

Er is weinig grootschalige natuurlijke zone maar wel veel gecombineerde zone. En dat is de zone waar de magie kan plaatsvinden in grote landschappen. Een belangrijke factor bij deze aanpak is tijd. Stop met projectdenken, dat is destructief voor dit soort zaken. Deze aanpak stoelt op de Theory U: een methode om samen een co-creatieproces aan te gaan dat je zelf formuleert. Boerenleiders en gemeenten worden bij elkaar gebracht en denken na over wat voor landschap zij voor ogen hebben. In 2013 ben ik daarmee begonnen met Commonland. Bij elk landschap heb je verschillende soorten geldstromen, maar het transformatieve deel is de kern.

  1. Kijk naar gebieden waar je wilt werken
  2. Creëer een gemeenschappelijke visie
  3. Kunnen landeigenaren, grootgrondbezitters en overheden met elkaar om de tafel zitten om te kijken hoe het werkt op kaartniveau?
  4. Waar kan je een ander soort business opzetten?
  5. Hoe kun je het financieren?

Mijn eerste stelling is dat het investeren in transformatieprocessen van mensen in gebieden een noodzakelijke voorwaarde is om in duurzaam landschapsherstel te kunnen investeren. Mijn tweede stelling is dat het investeren in transformatieprocessen van mensen in gebieden een noodzakelijke voorwaarde is om in duurzaam landschapsherstel te kunnen investeren.

Lees ook het artikel The EU Green Deal requires a Landscape Approach van Willem Ferwerda in Medium.

Vraag: waarom focus je je op de combined zone?

Als je die combined zone niet hebt, krijg je een verstedelijking, met slechts een paar beschermde gebieden. Het platteland is cultuur. Het platteland is nodig voor de diensten die daaruit voortkomen. Het weghalen van de gecombineerde zone is een technische oplossing van mensen die uit de stad komen. Het is een IT-oplossing, die virtueel is, maar niet kan.

Pas op voor een focus op regenerative agriculture

We moeten oppassen dat grote bedrijven nu weer achter regenerative agriculture achterlopen. Maar we hebben een holistische kijk nodig. Regeneratieve landbouw is daar slechts een onderdeel van.

Breakoutgroep 1: Investeren in transformatieprocessen van mensen in gebieden is een noodzakelijke voorwaarde is om in duurzaam landschapsherstel te kunnen investeren.  

In de kleine groep leven een aantal brandende vragen over situaties rond concrete gebieden waarbij deelnemers zelf betrokken zijn, w.o. bescherming van Yasuni in Ecuador en Nationaal Park Texel. Willem geeft aan dat pogingen voor natuurbeheer vaak stranden doordat er onvoldoende is geïnvesteerd in de ontwikkeling van een gezamenlijke visie op het landschap, waarbij alle stakeholders betrokken zijn vanaf het begin. Pas dan kan je op zoek gaan naar alternatieve business modellen. Het opzetten van ‘landscape partnerships’ is een belangrijke sleutel voor succes. Een probleem is dat investeerders in de regel op zoek zijn naar succesvolle projecten, maar niet bereid zijn in een voorstadium te investeren in een landschap partnerschap. Niemand wil ‘transformatiegeld’ betalen. In Ecuador bleek de bescherming van Yasuni een politieke actie, die niet werd doorgezet. Er zijn voorbeelden van gebiedsontwikkeling waarin landbouw en natuurbeheer elkaar niet tegenwerken, juist goed samengaan. Dat is ook de inzet van de samenwerking onder de titel WIJ-land, waarbij Commonland betrokken is. Boeren gaan een beweging creëren en naar een zoneringsaanpak. Ook het innovatielab “Voor de Oogst van Morgen” is een goed voorbeeld, waar nu ook regiolabs uit voortkomen. Het gaat om de ecologie van het systeem, en boeren hebben daar niet vanzelf inzicht in die goed te ‘lezen’ en begrijpen. De vraag is gesteld of het toekennen van rechten aan natuurgebieden, zoals aan de Waddenzee of een rivier, kan helpen bij het beschermen van de natuur. Willem geeft hierop een positief antwoord, het zou kunnen helpen, maar is nog niet gebeurd. Willem ziet goede mogelijkheden dat rechtszaken gewonnen kunnen worden wanneer bijvoorbeeld de rechten van een rivier worden geschonden.

Vanuit het idee van de ‘commons’ – de bodem, de lucht en water zijn publieke goederen – wordt nu gedacht over rechten van de bodem, en de bodem een stem geven.

Breakoutgroep 2: Als wij kansenongelijkheid (in Nederland of elders) fundamenteel willen aanpakken, moeten wij onze instituten en machtsstructuren radicaal omgooien. En deze voorzien van een integrale visie omtrent inclusie, gericht op het vergroten van inspraak en representatie van kansarmen en minderheden.

De discussie gaat met name over de strategische implicaties van de stelling, met vragen als: Wie (en wie zijn dan ‘zij’?) zijn ‘wij’?, Wat is dan onze veranderstrategie? Werken we binnen of buiten het bestaande systeem?. Roel blijft achter zijn stelling staan met een pleidooi voor radicaliteit. Andere

stemmen gaan uit van een meer geleidelijke strategie: het gaat om inclusie in de praktijk met concrete activiteiten, die kunnen worden opgeschaald. Somya wijst op het belang van systemische verandering in het onderwijs en bedrijfsleven, waar ‘empowerment’ concreet moet worden, maar stuit op gebrek aan geld, aan urgentie, aan concrete actie en het gemis van een heldere rol van de

overheid hierbij. Er wordt gepleit voor concrete initiatieven naast het bestaande systeem; creatieve

voorbeelden die tot navolging leiden (zoals de Wereldwinkels indertijd, het plan om de wereld op de Werelderfgoedlijst van UNESCO te zetten), een morele benadering met respect voor het bestaande.

De rol van het bedrijfsleven in het economisch domein komt aan de orde. Besluiten van bedrijven om niet meer te adverteren als protest (Black Lives Matter, Facebook) kunnen leiden tot verandering.

We wordt geconstateerd dat we stelling 10 bespreken zonder daarmee de verbinding te leggen met stelling 15. De spanning tussen deze twee kan nog beter worden geanalyseerd. Herman Mulder pleit voor de Worldconnectors als ‘proeftuin’ voor inclusiviteit, en voor het openstellen van dialogen voor mensen met een fundamenteel andere mening.

Breakoutgroep 3: Investeren in transformatieprocessen van mensen in gebieden is een noodzakelijke voorwaarde om in duurzaam landschapsherstel te kunnen investeren.  

De vraag is of je eerst de mensen moet transformeren of dat je het tegelijkertijd moet doen met de start van gebiedstransformatie. We vinden het moeilijk om ons zelf in breder perspectief te zien, zowel bij het landschap als in de diverse samenleving. Belangrijk is dat er lokaal moet worden gekeken en de aanpassing en oplossing hier vandaan komt. De oplossing moet echt zelfdragend zijn, empowerment van het individu is dan voor beide SDGs belangrijk. Het concept taal komt bij beide SDGs aan de orde. Mooi dat bij Commonland, Theory U aan de basis staat voor verandering. Daar komt ook de kijk op jezelf naar voren en hoe het individu zich verhoud tot het collectief. Corporaties leggen mooi de verbinding tussen een onderwerp en het belang van inclusivitiet.  Ze laten zien dat samenwerking mogelijk en essentieel is in landschappen, om te wonen, arbeidsongeschiktheid (Broodfonds)  en schone energy. Het is een economische eenheid maar gaat uit van de eenheid ‘ het individu’ die zich aansluit en dan samen vorm geeft aan de transformatie.

Het SDG Spotlight Report NL (i.o.) heeft in 2020 de focus op SDG10 en SDG15 omdat deze SDGs op heel veel plaatsen in de wereld ook echt verbonden zijn; de problemen en de oplossingen. Voor Nederland is de oplossingsrichting voor het herstellen van onze eco-systemen en behouden van landschappen ook te vinden bij het duurzaam integreren van de mens en menselijk activiteit in het landschap.

Luisteraar Jan van de Venis: Waarnemend Ombudspersoon Toekomstige Generaties en eigenaar advocatenkantoor JustLaw
SDG 10 ‘Minder ongelijkheid’ en SDG 15 ‘Leven op het land’ – hoe verbind je binnen deze thema’s? We hebben ons vandaag vanaf het begin gericht op verbinding; op samenhang. Op wat we zien en horen en ook op wat we niet horen. Op de gevestigde orde en belangen en alles daarbuiten: vernieuwing in verbinding. Leiderschap met bewust zoeken naar wijsheid. ‘Minder ongelijkheid’ en ‘Leven op het land’ – hoe verbind je binnen deze thema’s? Nou, bijvoorbeeld zoals Jade het deed: Ze nam ons mee vanuit inclusiviteit. Focussen we op “Minder ongelijkheid” zoals SDG 10 vaak wordt aangehaald of juist naar meer inclusief, gelijkwaardig, ‘just’. Het Earth Charter is juist hier vol van. Ook t.a.v. verbinding met al het leven en SDG 15: Leven/natuur op het land. Met Roel duiken we de diepte in van SDG 10: inkomen, culturele achtergrond, onderwijs, uitsluiten en gebrek aan rolmodellen en representatie vanuit achtergestelde groepen, blinde vlekken in onze dominante cultuur: onze samenleving houdt veel soorten ongelijkheid in stand. Met dialoog, erkenning, representatie naar een collectieve visie: daar ontstaat inclusie. Inspraak vanuit diversiteit voor een mooiere, meer verbonden samenleving. Diversiteit. Met Willem duiken we de diepte in op SDG 15: leven op het land. Onze ecosystemen staan onder druk, maar landschapsherstel is goed mogelijk. Daarbij zijn alle SDGs nodig van bijv. meer gender equality (meer actieve vrouwen bij kleinschalige en grotere projecten), via minder honger en beperken klimaatverandering tot meer inclusieve samenlevingen. “Inclusief, systemisch en lange termijn” zo moeten we werken. De mens van Ego (en buiten de natuur) terug naar Eco (onderdeel van en binnen de circle of life). En wat zien we: land restoration levert op! Natuurlijk, sociaal en financieel kapitaal. Inspiratie wordt hervonden waar hopeloosheid eerder regeerde. En hoe doe je dit? Ja, inclusief vanuit diversiteit. Samen: co-initiation, co-operation en nog veel meer co’s. Samen naar ecosystem restoration. Tjonge wat lijkt dit op ‘niet gerepresenteerde’ samenlevingen. Diversiteit. We zijn divers. Iedereen is anders. Maar er is ook meer wat ons verbindt dan wat ons scheidt. Wat verbinden wij vandaag? Worldconnectors, verbinders van werelden. Vandaag ontstaat de verbinding vanuit integrale inclusie en diversiteit.

 Biodiversiteit die wordt gezien en gewaardeerd ‘in het leven op land’ leidt tot gezondere, veerkrachtige en gebalanceerde ecosystemen. Goed voor het land. En de mens; voor al het leven.

Biodiversiteit die wordt gezien en gewaardeerd op ‘minder ongelijkheid of meer inclusief’ leidt tot gezondere, veerkrachtige en gebalanceerde samenlevingen. Goed voor de mens, de samenleving, de natuur; voor al het leven. Diversiteit in verbinding, goed voor samenlevingen en natuur. Onze voorouders waren ook extreem divers. Zoek het maar eens uit, binnen 7 generaties zitten 256 voorouders. Daar zit bij mij alleen al zoveel in. Ja veel boeren, maar ook binnen en buitenland, kroegbaas en activist op geheelonthouding, dominee en zakenman, knecht en burgemeester. Dit zit allemaal in mijn systeem, in mijn DNA. Hoe divers zullen onze nakomelingen dan dus ook zijn, 7 generaties vooruit. We helpen ze nu al door te verbinden, ‘diversiteit in verbinding’.
Toverwoorden voor Worldconnectors. Toverwoorden voor alle SDGs. ‘Diversiteit in verbinding’ begint vandaag: immers “We implement this agenda for the benefit of all, present and future generations.”

Andere punten die uit de dialoog kwamen:

-          Het einde van de armoede vraagt om een nieuwe opvatting over het verdelen van de opbrengst van ons economisch handelen. We denken vaak dat immigranten vooral van alles moeten leren over de meerderheidsgroep, met weglating van wat we allemaal kunnen leren van elkaar. Voor beide kanten (de monocultureel en de bicultureel) valt iets te winnen bij hoe men in gesprek met elkaar gaat. De invalshoek en houding die men naar elkaar heeft. Het is een combi van systeemverandering en focussen op de individu (empowerment en awareness)
  • We moeten zelf ook buiten onze bubbel treden en bijvoorbeeld in gesprek gaan met PVV’ers en FvD’ers. Dat zijn ongemakkelijke gesprekken, maar wij zijn diverse worlds-connectors. “Met dialoog naar een collectieve visie” klinkt als een toekomstig Worldconnectors motto.
-          We moeten de stad weer verbinden met het platteland en meer naar elkaar luisteren.
 

Estafette – volgende dialoog (7 juli 2020):

Ook dit keer sprongen er een aantal punten uit. Deze nemen we mee naar volgende week:

  • Het belang en de kracht van taal, taal kan ons verbinden en taal kan ons scheiden. Als we geen gezamenlijke vocabulaire hebben komen al die verschillende invalshoeken niet bij elkaar.
  • Een landschap is ook een community waar alles samenkomt. Een holistische visie op diversiteit kan verbinden en inspireren. Monoculturen zijn al snel minder veerkrachtig.   
  • Worldconnectors en Earth Charter verbinden de mens met elkaar en met de aarde. Daarmee versterken we de mens en versterken we de aarde. Kunnen we daar nog radicaler in opereren? Ons opstellen als een proeftuin waarin we nieuwe nog diversere systemen creëren en zoeken naar manieren om diversiteit in systemen te empoweren.  Wat is mijn rol, mijn blinde vlek?
  • We hebben Mensenrechten om ons te beschermen tegen discriminatie en te zorgen voor inclusiviteit. We hebben de rechten van de Aarde nodig om de commons (rivieren, landschappen, bergen, zee) te beschermen en een stem te geven.

Volgende week, 7 juli is Dialoog op Dinsdag nr5. waarbij SDG 7, betaalbare en schone energie en SDG 13, klimaatactie centraal staan. Na de zomervakantie zullen wij weer verder gaan met de dialogen. Dit is de voorlopige planning (starttijd 15.00):

15 sept: Dialoog op Dinsdag nr6; SDG 3 Gezondheid en 6 Schoon water en Hygiëne (digitaal)
29 sept: Dialoog op Dinsdag nr7; SDG 4 Onderwijs en 14 Leven onder water (digitaal)
13 okt: Dialoog op Dinsdag nr8; SDG 5 Sexe gelijkheid en 16 Vrede en Sterke instituties (digitaal)
27 okt: Afsluitende Round Table SDG 17 Partnerschappen (fysiek, locatie ntb)

Capra’s ‘The Heart of the Matter’

The Heart of the Matter met Fritjof Capra (2019)

Dit is een video door Fritjof Capra (Earth Charter International Council) over het belang systemisch denken voor een effectieve implementatie van de VN Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDGs). Het gaat Capra om het besef dat onze mondiale problemen systemische problemen zijn – allen onderling verbonden en onderling van elkaar afhankelijk. De SDGs zijn ook systemisch aan elkaar verbonden. Een verandering van gefragmenteerde, ‘hapklare’ benaderingen naar geïntegreerde en systemische oplossingen zal van essentieel belang zijn voor het overleven van menselijke samenlevingen. Vier transformatieve acties zijn cruciaal voor een duurzame toekomst:

• Verschuiving van kwantitatieve naar kwalitatieve groei, geïnspireerd door natuurlijke systemen

• Ecologische bewustwording (alfabetering) met als doel het ontwerpen van duurzame gemeenschappen

• Herkenning van de aard van systemische oplossingen, met agro-ecologie als een uitstekend voorbeeld

• Adoptie van een nieuwe Aarde ethiek, zoals samengevat in het Earth Charter.

https://www.filmsforaction.org/watch/fritjof-capra-speaks-to-the-heart-of-the-matter/

MAPTING: Deel je Positieve Acties

MAPTING – Sharing Positive Actions

Mapting is een social media applicatie, ontworpen door het Earth Charter jongeren netwerk. Het biedt de mogelijkheid jouw acties voor het naleven van de mondiale duurzaamheidsdoelstellingen (SDGs) en de Earth Charter waarden en principes op de wereldkaart te delen. Door een profiel aan te maken, je foto verbonden aan één van de SDGs te posten en te reageren op acties van anderen, bouwt Earth Charter internationaal aan de beweging van jongeren en al diegenen die de app hanteren gericht op een duurzame en inclusieve toekomst. Volg de speciale BLOG op de website van Earth Charter International met achtergronden bij de Mapting foto’s en ook aankondigingen van fotowedstrijden.

Zie hier het instructiefilmpje:

Viering Earth Charter Day, 5 July 2018

 

Hoe relevant is het Earth Charter in dit tijdperk, het Antropoceen?

Vrienden van het Earth Charter uit alle delen van de wereld, spreken zich in een serie essays uit over de relevantie van het Earth Charter in het nieuwe tijdperk waarin we nu verkeren, het antropoceen. Earth Charter International publiceerde de essays om de dialoog – op weg naar 20 jaar Earth Charter – te stimuleren.

Brendan Mackey uit Australië opent de dialoog met zijn essay waarin hij aangeeft dat het Earth Charter nog even actueel is als bij de lancering in juni 2000. Maar hij is teleurgesteld in de impact die het Earth Charter heeft kunnen genereren. Nu stelt hij voor om te komen tot een update van het Earth Charter in de vorm van addenda. Tineke Lambooy geeft in haar bijdrage aan op welke manier het Earth Charter kan dienen als gids voor sociaal ondernemerschap.

Alide Roerink noemt het Earth Charter een ‘game changer’ en beschrijft de relevantie van het Earth Charter in de sfeer van educatie, wereldburgerschap en ‘governance’. Zij ziet meer in versterking van de Earth Charter als beweging – bijvoorbeeld door het aangaan van partnerschappen met nieuwe initiatieven – dan in het schrijven van addenda. Het Earth Charter als verbindend platform voor dialoog, samenwerking en actie. Lees alle bijdragen, ook van mensen als Fritjof Capra en Klaus Bosselmann.

Je bent van harte uitgenodigd om te reageren en je eigen essay aan te dragen. Alle bijdragen zullen eind 2018 worden gebundeld en in een boek van Earth Charter International worden gepubliceerd.

Ruud Lubbers: Terugblik op Klimaattop COP21

Ruud Lubbers

 

De historische doorbraak van het Klimaatakkoord van Parijs van 12 december jl. begon najaar 2014, toen de leiders van de G2 verklaarden “Parijs” tot een succes te willen maken. VN-secretaris-generaal Ban Ki-Moon was op dat monent al stevig op weg met zijn Post 2015 UN Sustainable Development Goals. Echter, steeds meer begon hij te benadrukken dat klimaatbeheersing daarbij de eerste prioriteit was.

Vervolgens verraste voorjaar 2015 Paus Franciscus de wereld met zijn Encycliek Laudato Si’. In dat document verklaarde hij het Handvest van de Aarde te beschouwen als de grondslag voor “Our Common Home”. Zelf ervoer ik dat als een toegespitst vervolg op “Our Common Future”. Zo gingen Ban Ki-Moon en de Paus als het ware hand in hand.

Dat werd in september bij de Algemene Vergadering van de VN, waarin het daadwerkelijk kwam tot de Post 2015 UN SDG’s, op een heel bijzondere wijze zichtbaar. Ban Ki-Moon nodigde daar Paus Franciscus uit als bijzondere gast en eerste spreker tussen al die regeringsleiders.

En parallel aan die alliantie tussen de VN en Paus Franciscus, als icoon van een toekomstgerichte spirituele beweging en daarmee hoop en inspiratie gevend aan wat men de civil society pleegt te noemen, werd in Parijs ook zichtbaar hoe de alliantie met het bedrijfsleven om daadwerkelijk tot klimaatbeheersing te komen gestalte had gekregen. Zeker, in Parijs waren het landen die tot een klimaatakkoord kwamen, maar parallel daaraan maakte de World Business Council for Sustainable Development zich zeer zichtbaar. Zo committeerde het internationale bedrijfsleven zich geloofwaardig aan klimaatbeheersing als de urgente uitdaging om met concrete mogelijkheden wereldwijd tot CO2-arme economieën te komen.

Dit is allemaal goed nieuws.

En eigenlijk bevat het COP21 Klimaatakkoord geen slecht nieuws. Voor nu was het het best mogelijke akkoord tussen al die landen, maar ik wil erop wijzen dat het slechts de eerste stap is.

Het is bijvoorbeeld veelbetekenend dat uit het concept de tekst betreffende scheep- en luchtvaart verdween. Daar was de wereld nog niet aan toe. Deze sectoren kennen krachtige branche-organisaties en lobbygroepen. Het is inderdaad dringend nodig tot intergouvernementele afspraken respectievelijk een klimaatakkoord in vervolg op Parijs te komen, maar dat al in Parijs te proberen zou alleen tot tandeloze tekst geleid hebben. Wel is Post 2015 nu dringend een actieplan geboden met periodieke concrete stappen om uiterlijk in 2030 het doel te bereiken.

Zo valt er in het akkoord ook niets te lezen over hoe bestuurlijk die CO2-arme economieën te realiseren. Ruw gesproken zijn er drie instrumenten: voorschriften (regelgeving), belastingen op fossiel en trading systems à la het Europese ETS. In de systematiek van het akkoord van Parijs worden de te maken keuzes aan de afzonderlijke landen overgelaten. Voor dit moment terecht! Eerst moest het tot dit algemene klimaatakkoord komen.

Maar intussen weten wij dat het bedrijfsleven en meer in het bijzonder de World Business Council for Sustainable Development, gezien de verreikende gevolgen voor handelspolitiek en werkgelegenheidsbeleid, een krachtig beroep op de regeringen doet; ieder van hen afzonderlijk en alle gezamenlijk worden opgeroepen om keuzes te maken. Ook op dat punt is Post Parijs nu dringend een actieplan nodig dat voortbouwt op het recente Klimaatakkoord.

Zulk een veeljarig actieplan vergt periodieke evaluaties en nieuwe commitments om stap-voor-stap de doelstellingen voor 2030 te halen. Een inspirerend voorbeeld daarvan werd al gegeven door Paul Polman, CEO van Unilever en lid van de SDG-commissie van Ban Ki-Moon. Polman verklaarde in Parijs dat Unilever alle energie die het gebruikt vanaf 2030 wil betrekken uit hernieuwbare bronnen (klimaatneutraal dus), en dat deze nieuwe doelstelling voor elektriciteit al geldt vanaf 2020.

Ten slotte wil ik in deze terugblik op Parijs, de geslaagde COP21, melden dat sinds het begin van deze eeuw het goedkoper worden van zonne-energie jaar in jaar uit zo indrukwekkend is gebleken – en het gaat maar steeds door – dat het uitfaseren van fossiel niet alleen vanwege het klimaat maar ook economisch geboden is. Het gaat dan inderdaad alleen nog om het tempo van de transitie en hoe financieel om te gaan met de “stranded fossil energy assets”. Intussen is de prijs van zonne-energie zo gedaald, dat opslaan t.b.v. optimaal gebruik (op het goede moment dus) en grensoverschrijdende netwerken (grids) meer en meer loont.

Ruud Lubbers, 16 december 2015

Pauselijke encycliek en 15 jaar Earth Charter

paus-franciscus

 

 

 

 

Nadenkend over 15 jaar Earth Charter zie ik veel overeenkomsten met de waarden die door Franciscus van Assisi werden onderwezen. De heilige Franciscus was de eerste die in overeenstemming leefde met de waarden die vervat zijn in het Earth Charter, lang voordat het Earth Charter als document werd geschreven. Nu, na zoveel eeuwen, zijn deze waarden noodzakelijker dan ooit. Waarden als logica en macht lijken achterhaald. Volgens Franciscus moeten we ons richten op relevante kwaliteiten zoals zelfkennis, bescheidenheid en mededogen. Deze leiden tot authentiek gedrag en dienen het milieu, de aarde en de gemeenschap als geheel.

De heilige Franciscus was een inspirerende leider die met liefde en mededogen zijn broederschap leidde in extreme eenvoud. Hij toonde de wereld hoeveel kracht er schuilt in zachte waarden als ze geleefd worden in het persoonlijke leven. Deze authentieke franciscaanse waarden worden ook benadrukt door paus Franciscus in zijn brief van 18 juni 2015, de pauselijke encycliek over het milieu, ‘Laudato Si: Over de zorg voor ons gemeenschappelijk huis’. In deze brief doet paus Franciscus een beroep op ons allen als het gaat om klimaatverandering en bescherming van het milieu. Hij verwijst naar de aarde als ‘ons gemeenschappelijk huis’; in feite, zoals gezegd wordt in het Earth Charter, als onze gemeenschappelijke bestemming.

We kunnen ons zowel door de heilige Franciscus als door paus Franciscus gesterkt voelen in onze zorg voor de aarde en allen die in armoede leven. De dringende boodschap van de pauselijke encycliek moet een nieuw bewustzijn in ons wekken. We zijn als mens verwant aan de aarde. De aarde is ons enige huis. Dit zou tot een zorgzame, dienstbare houding moeten leiden. Naar de woorden van Angaangaq Angakkorsuaq, shamaan, stamoudste van de Kalaallit-Eskimo’s in Groenland: ‘Het grote ijs smelt en we kunnen er niets aan doen. Het enige wat we kunnen doen, is het ijs in de harten van de mensen laten smelten.’ We moeten zien, horen en voelen met ons hart, om te kunnen handelen met hart voor de aarde en alle levende wezens.

Vanuit deze visie vierden wij maandag 29 juni het 15 jarig bestaan van Earth Charter in conferentie centrum Zonheuvel in Doorn

Brigitte van Baren

Kunnen we de toekomst herinneren?

half schillderij mondriaan

 

 

 

 

 

 

 

Als de toekomst begint wanneer het verleden eindigt, zijn wij mensen dan wellicht dat ogenblik ertussen waarin die ene keuze valt die steeds langer duren kan? Duurzaam in relatie met de ander, duurzaam in verbinding met de Aarde, duurzaam in verbinding met onszelf.

Onderwijs, gezondheidszorg, landbouw en voeding zijn een aantal domeinen die voortdurend vragen om vernieuwing. Niet voor over een maand of jaar of voor 2032, nee liever voor gisteren. Maar goed wanneer we ons dat vandaag herinneren wat gisteren vanuit de toekomst gevraagd werd dan is dat ogenblik nu, vandaag, aangebroken om het goede te doen!
Kunstenaars en ontwerpers hebben vaak intuïtief een gevoel voor wat de toekomst hen wil aanreiken. Ze zijn meestal niet door (economisch) regelgeving ingesponnen. Beweeglijk en open naar wat op hen afkomt. De toekomst die voor hen niet zelden in de natuur te vinden is; natuurlijke veerkracht die maakt dat iedere dag weer nieuw verschijnt. Ook complexiteit wordt vaak in de natuur herkend. Het leven heeft z’n eigen organische wetten, nooit bedacht, cyclisch en in samenhang. Voor systemische veranderingen komt hier veel inspiratie uit voort. Het is niet voor niets dat het Earth Charter als eerste vraagt om met respect en zorg alle levensvormen tegemoet te treden. Ze bevatten een levende toekomst die we iedere keer opnieuw kunnen herinneren. Een curriculum voor de hele mens; een basis voor holistische gezondheidszorg; een integrale visie op landbouw en voeding. Het alledaagse roept ons op om als kunstenaars beweeglijk en open de abstracte, systemen om te vormen; toekomstig te herinneren wat het leven zelf ons te leren heeft. Ecologisch integer naar de Aarde, sociaal en rechtvaardig naar de ander en in vrede met onszelf. Meerdimensionaal en gelijktijdig. Zo wordt opvoedkunde weer tot opvoedkunst, geneeskunde weer tot geneeskunst; niet getoetst aan gisteren, maar iedere keer weer voor de dag die volgt na morgen. Waartoe? Voor de vreugdevolle viering van het leven! De Aarde houdt ons immers in z’n grote diversiteit en schoonheid samen; One Earth community, One Common destiny.

Op 29 juni mogen we alweer het vijftienjarig bestaan van het Earth Charter vieren. We organiseren een viering met internationale sprekers, spiritueel leiders en een deelprogramma in de natuur. Het programma is inhoudelijk, verbindend en vol feestvreugde! Ben je erbij? Je kan je hier nog een paar dagen inschrijven.

Ignaz Anderson