Vacature: Coördinator Worldconnectors
Wij zijn per direct op zoek naar een nieuwe coördinator voor de Worldconnectors. Klik hier voor meer informatie over deze vacature.
Wij zijn per direct op zoek naar een nieuwe coördinator voor de Worldconnectors. Klik hier voor meer informatie over deze vacature.
Westerlingen trouwen uit liefde. Dat zeggen oosterlingen over westerlingen. Oosterlingen zelf trouwen om een andere reden. Liefde (een subjectief gevoel) speelt geen, of althans geen noodzakelijke rol.
Deze column van Worldconnector Naema Tahir verscheen op 2 maart in Trouw.
Het gaat in het huwelijk om objectieve compatibiliteiten volgens oosterlingen, zoals opleiding, karakter en achtergrond. Juist omdat dergelijke objectieve compatibiliteiten centraal staan is het gewenst dat de partnerkeuze niet aan het individu zelf wordt overgelaten maar de hele familie zich ermee bemoeit. Zo wordt het makkelijker de juiste te vinden. Velen weten en zien meer dan één. Zo wordt er een rationele, verstandige keuze gemaakt. Liefde en lust, die beide verblinden, spelen geen rol. Zoiets heet een gearrangeerd huwelijk.
Wat in dergelijke huwelijken ook meespeelt, is dat het bondgenootschappen zijn tussen families. Het huwelijk is de belangrijkste manier om het netwerk te vergroten en verstevigen, waarop een individu voor altijd kan terugvallen. Iedereen die door het huwelijk van familieleden is verbonden, is moreel verplicht elkaar te helpen. En dat gebeurt doorgaans ook.
Westerlingen vinden het gearrangeerd huwelijk raar. Maar het gearrangeerd huwelijk komt voor van Japan tot Turkije, van de Arabische wereld tot het Indiase subcontinent. In een groot deel van de wereld is het de norm, al met al voor misschien wel twee miljard mensen of meer. En ook onder migrantenfamilies in het Westen, en dus ook in onze eigen kikkerland, worden huwelijken gearrangeerd.
Wat nu als je oosterling bent qua geboorte en achtergrond, maar tegelijk ook westerling geworden bent? Zo iemand is Zahira, het hoofdpersonage uit het Frans/Belgisch/Luxemburgs/Pakistaanse familiedrama ‘Noces’, Het Huwelijk, uit 2016. Zahira, een Belgische van Pakistaanse origine (ze is ‘tweede generatie’), krijgt op een dag van haar ouders drie foto’s van jonge mannen die door hen zijn voorgeselecteerd als geschikte huwelijkskandidaten. Zahira mag een van die drie uitkiezen.
Die keuze hadden haar ouders niet. Zahira mag, voordat ze kiest, ook via Skype met elk van hen spreken, om te kijken met wie ze de beste klik heeft. Ook die vrijheid hebben haar ouders niet gehad. Maar Zahira moet wel een van die mannen kiezen. Meer smaken zijn er niet.
Dit is het interessante en realistische uitgangspunt van de film. Helaas getuigt de uitwerking ervan dat de makers zich niet hebben kunnen onttrekken aan allerlei westerse clichés over het Oosten. Het gearrangeerd huwelijk muteert dus al snel in een gedwongen huwelijk. En alles draait weer uit op die verduivelde Oosterse mannen-eer die ten koste gaat van de vrouw. Het Westen met zijn gelukkige vrouwen die echte liefde en vrijheid kennen is veel beter, laat de film weten.
Dat is jammer. Het gedwongen huwelijk, vaak genoeg verfilmd, is terecht gecriminaliseerd in vele landen waaronder Nederland, en is in werkelijkheid iets heel anders dan het gearrangeerd huwelijk. Dat laatste is dikwijls met instemming van de betrokken jonge mensen. En als ze eigenlijk niet willen, maar toch toegeven is dat niet omdat ze door dreiging met geweld gedwongen worden hun ouders, maar omdat ze van hen houden. En, heel belangrijk, omdat ze bij hun groep willen blijven. Dat is het dilemma van veel jonge mensen dat verfilmd zou moeten worden.
Hugo von Meijenfeldt schrijft in zijn nieuwste blog over SDG 13: het aanpakken van klimaatverandering. Kunnen we de doelen voor 2030 halen en hoe kan Nederland hierbij in de voorhoede komen?
Deze blog is op 15 maart gepubliceerd op SDG-Nederland.
Veel aandacht voor SDG 13 over klimaatactie begin maart. Enerzijds het verleden: onthuld werd dat Shell in 1991 ver vóór de wereldtournee van Al Gore de klimaatproblemen heel precies in beeld wist te brengen. Anderzijds de toekomst: gevierd werd dat de meerderheid van de EU Milieuministers gratis CO2-uitstoot versneld willen afbouwen. Zijn deze onthulling en viering terecht en brengen zij de doelen voor 2030 dichterbij.
Klimaatgeschiedenis voor Al Gore
Al Gore schudde het grote publiek in 2006 wakker over klimaat. Maar voor de goed geïnformeerde leek was het materiaal dat hij gebruikte decennia oud. Publicaties in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw mondden uit in een groot wetenschappelijk congres in Toronto in 1988. De uitkomst was zo onrustbarend dat de politiek het roer overnam: Minister Ed Nijpels organiseerde in Noordwijk in 1989 een internationale klimaatconferentie, die in 1992 uitmondde in het Klimaatverdrag, dat door alle landen ter wereld geratificeerd werd (inclusief de Verenigde Staten, voegen wij er altijd veelbetekenend aan toe). Wetenschap en politiek hebben klimaat dus op de kaart gezet. De Shell-film en de klimaatbeweging zijn daarvan eerder gevolg dan oorzaak geweest.
Naar een voorhoedepositie met Europa
De uitstoot van CO2 moet stevig omlaag om onder de 2 graden Celsius opwarming van de aarde te blijven. De belangrijkste sectoren die CO2 uitstoten zijn energie, industrie, transport, landbouw en woningen. Volgens het CBS-rapport over de SDGs staat Nederland er met de huidige emissies niet goed voor als je het relatief in de Europese Unie bekijkt. Door de open economie is Nederland meer dan welk ander land ook afhankelijk van een voortvarend Europees beleid. Denk aan richtlijnen voor de uitstoot van voertuigen en apparaten, en het Europees systeem van emissiehandel tussen bedrijven (ETS). Nederland kan de relatieve achterhoedepositie logischerwijs alleen verlaten via een voorhoedepositie in het treffen van Europese maatregelen als ETS.
Geen nieuw licht op de Nederlandse klimaatgeschiedenis met de onthulling over het filmpje uit 1991. Wel reden voor optimisme over de toekomst van het ETS en daarmee de CO2-reducties van Nederland dankzij het besluit van de Europese milieuministers.
De verkiezingsuitslag is binnen. Waar de internationale pers anticipeerde op een overwinning van de PVV met Wilders, is toch de VVD de grootste gebleven. De progressieve klimaatpartijen krijgen een verdubbeling van zetels. Wat heeft deze verkiezingsuitslag verder voor ons te betekenen en is het populisme nu een halt toegeroepen?
We zijn als Worldconnectors verheugd over de prominentere rol van het klimaat en internationale samenwerking in de verkiezingsprogramma’s. Onder andere GroenLinks, Partij voor de Dieren, ChristenUnie en D66 zetten in om klimaatverandering tegen te gaan. Bij de verkiezingen zijn deze vier groenste partijen samen bijna verdubbeld van 23 naar 43 zetels. Jonge kiezers zijn bij deze verkiezingen meer dan de voorgaande keren gaan stemmen en hebben veel op groen gestemd. We hopen dat de te vormen regering ook daad bij het woord gaat voegen en meer gaat investeren in de kentering van klimaatverandering. Het nakomen van de klimaatafspraken van Parijs moet daarin centraal staan, ongeacht welke partijen uiteindelijk gaan formeren samen.
Evenals dat er meer ruimte is ontstaan voor het klimaat en het milieu, lijkt het er ook op dat ontwikkelingssamenwerking meer aandacht kan verwachten. In de afgelopen jaren is er flink bezuinigd op deze post, maar verschillende partijen hebben reeds een verklaring ondertekend waarin ze aangeven meer te willen investeren in internationale samenwerking en een brede duurzame ontwikkelingsagenda.
Bovenal laat de verkiezingsuitslag zien dat het vertrouwen van Nederlanders in onze democratie heeft standgehouden met een opkomstpercentage van 82%. Meer dan ooit lijken stemmers te hebben gekozen voor een partij die hen het beste vertegenwoordigt. De ontstane fragmentatie kan ruimte bieden voor scherpere en meer diverse standpunten. Waar in het buitenland media en ‘pollsters’ er naast zaten, was er hier geen sprake van een onverwachte wending als een ‘brexit’.
We kijken er naar uit dat deze positieve tendens zich voortzet. De komende verkiezingen in Frankrijk en Duitsland zullen hier waarschijnlijk een hoofdrol in spelen. De Nederlanders zijn weer met elkaar in gesprek gegaan en hebben democratisch laten zien waar ze voor staan – en we hopen dat deze boodschap weerklank zal vinden in de rest van Europa en ver daarbuiten.
Worldconnector Hugo G. von Meijenfeldt, coördinator implementatie Global Goals bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, maakt een vergelijking tussen de muziek en het werken aan de SDGs.
Deze blog verscheen op 25 februari op SDGNederland.
Het is niet de eerste keer dat ik een uitstapje naar de muziek maak om het werken aan de SDGs te verduidelijken. Behoudens de singer-songwriter die nooit optreedt is bij muziek onderscheid te maken tussen de bedenker, de uitvoerder en het toehoorder. Behoudens geïmproviseerde muziek en soli is muziek vooraf gecomponeerd, soms eeuwen geleden. De musicus zit hoog op een podium onder het felle voetlicht. Het publiek zit op afstand in een grote zaal of dankzij multimedia zelfs helemaal thuis.
Een collectief proces
Zo lijkt het bij de SDGs ook toe te gaan. De doelen, subdoelen en indicatoren zijn door de VN gecomponeerd. De uitvoering ligt bij de lidstaten. En de burgers worden er enthousiast van of niet. Maar zo is het absoluut niet. De compositie van de SDGs is een collectief proces geweest van heel veel betrokkenen. De implementatie van de SDGs is eveneens een collectief proces, waarin alle betrokkenen hun rol hebben. Er is zelfs geen publiek, ook de burger doet mee aan de implementatie.
Nu het tijd is om hierover na een jaar te rapporteren dient de vergelijking met een partituur voor een groot orkest zich aan. In zo’n partituur wordt niet elk instrument maar groepen instrumenten genoteerd, bijvoorbeeld koperblazers, tweede violisten, slagwerkers. Zo wordt bij de SDG-rapportage ook met groepen belanghebbenden gewerkt. Naast de rijksoverheid zijn dat de lokale overheden, de bedrijven, de maatschappelijke groepen, de kennisinstellingen en de jongeren.
Als muziek in de oren
In de partituur zijn er bepaalde maten die het orkest bijna unisono speelt, waaraan men het muziekstuk herkent; bij de andere maten zijn er verschillende partijen, meestal harmonieus, soms dissonant, maar nooit vals of uit het ritme. Zo wordt bij de SDG-rapportage ook gewerkt met een algemeen deel waarin consensus heerst en bijzondere delen waar iedere groep zijn accenten geeft.
Als de SDG-rapportage op deze manier bij alle betrokkenen als muziek in de oren klinkt kunnen we tevreden zijn. Dan gaan we trots naar het High Level Political Forum medio juli, als waren wij genomineerd voor de World Music Awards.
De kranten, de televisie, de radio, de sociale media: iedere dag lopen ze weer over van afschuw voor Donald Trump en wat hij allemaal doet. Ik kan me dat heel goed voorstellen. Maar misschien is het toch goed om niet de emotie de overhand te geven en ook rationeel na te denken over hoe we in deze situatie verzeild zijn geraakt.
Deze column verscheen op 16 februari in Trouw
Hoe je het ook wendt en keert, de helft van de Amerikanen heeft op Trump gestemd. De grote vraag is waarom? Het gemakkelijke antwoord is natuurlijk dat ze daar allemaal, of in ieder geval de helft, gek zijn geworden. Maar dat is flauwekul. De Amerikanen zijn net zo rationeel als de Nederlanders, de Pakistanen of welk ander volk ook ter wereld. In plaats van ervan uit te gaan dat die Amerikanen gek zijn geworden, kunnen we beter veronderstellen dat er een min of meer rationele verklaring voor hun stemgedrag moet zijn.
Slechts één procent van de Amerikanen verdiende (in dollars van 2010) meer dan 200.000 dollar per jaar. Wie het gemaakt had en miljonair was geworden – daarvan waren er maar 80.000 – liet een mooi huis bouwen in zijn oude buurt. Hij bleef wonen waar hij altijd gewoond had, te midden van zijn minder succesvolle ‘buddy’s’, hij bleef hetzelfde bier drinken en dezelfde hamburger eten. En zijn kinderen bleven naar dezelfde school gaan als iedereen.
Bevolkingsgroepen
Nu, veertig à vijftig jaar later is dat allemaal volledig veranderd. Amerika heeft nog steeds een middenklasse, maar die kalft snel af. Het land is uiteengevallen in twee totaal verschillende bevolkingsgroepen. De ene groep, zeker 25 procent van de bevolking, is vermogend tot zeer vermogend, cosmopolitisch, intelligent, ‘college-educated’. Die groep rookt niet, drinkt nauwelijks, let op zijn eten en sport. Is dus slank, gaat op vakantie naar Europa, leest veel en kijkt nauwelijks tv. Deze mensen wonen in goede wijken, scheiden weinig en zorgen enorm goed voor hun kinderen.
Daartegenover staat een andere groep, ook 25 procent van de bevolking, die veel minder geld heeft, wier horizon lokaal en regionaal is, die hooguit high school heeft, rookt, drinkt, veel te dik is, vijf uur per dag tv kijkt, wier favoriete tijdverdrijf vissen is, die in slechte wijken wonen, waar veel mensen gescheiden zijn en kinderen vaak opgroeien bij overbelaste en uitgebluste alleenstaande moeders of met mamma’s nieuwe vriend in huis. Mensen ook die vaak werkloos zijn en van een uitkering leven.
Deze laatste groep heeft massaal op Trump gestemd, omdat ze het gevoel had dat Clinton hen niet zag staan. Om het te zeggen in de woorden van J.D. Vance, auteur van ‘Hillbilly Elegy’, hét boek over die laatste groep: vele Trump-stemmers willen het gevoel hebben dat zij ertoe doen.
Worldconnector Naema Tahir is auteur van vele boeken en artikelen over de multiculturele samenleving, met een bijzondere belangstelling voor de mensenrechten van vrouwen in zowel moderne als traditionele gemeenschappen. Haar nieuwste boek Brieven in Urdu verscheen op 17 oktober bij Prometheus en is verkrijgbaar in de grotere boekwinkels of online.
Worldconnector Hugo G. von Meijenfeldt, coördinator implementatie Global Goals bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, praat over de bekendheid van de SDGs onder de Nederlandse bevolking.
Deze blog verscheen op 3 februari op SDGNederland.
Regeringsleiders van alle gezindten hebben zich achter de SDGs geschaard. Kennelijk zijn ze niet links of rechts. Bedrijven, burgergroepen en lokale overheden hebben er aan meegeschreven. Kennelijk zijn de SDGs niet elitair. Waarom zijn de SDGs dan niet bij het grote publiek bekend? Dit leidt tot de prikkelende gedachte of er niet wat meer populisme mee moet worden bedreven.
Wakker schudden
Duurzaam populisme is geen contradictio in terminis. Overeenkomsten vallen meteen op. Ten eerste, populisme wordt vaak gedefinieerd als het wakker schudden en zelfs omver werpen van heersende gewoonten. Welnu, de SDGs richten zich op een transitie naar een andere samenleving, waarin sectoren die onvoldoende veerkracht tonen het onderspit gaan delven. Ten tweede, populisten komen op voor mensen die zich buitengesloten voelen. Laten de SDGs nou als overkoepelend thema hebben leave no-one behind.
Een positieve boodschap over de toekomst
Het instrument bij uitstek om brede lagen van de bevolking voor duurzame ontwikkeling te winnen – naast regelgeving en prijsprikkels – is communicatie. Uit veel enquêtes blijkt dat mensen snakken naar een verhaal (narrative, zoals de Britten zeggen) met een positieve boodschap over de toekomst. Als de SDGs dat niet doen, wat dan eigenlijk nog wel?
De kiezer aan het roer
De ingrediënten van dat positieve verhaal moeten de Nederlanders toch aanspreken. Over 15 jaar leeft de helft minder onder de armoedegrens en hoeft niet meer naar de voedselbank. Slechte toegang tot medische voorzieningen en goed onderwijs is ook gehalveerd, net als de structurele werkloosheid. Ook de buurten waar lawaai, vervuiling en rechteloosheid de boventoon voeren zijn met 50 procent afgenomen. Doordat de economie half circulair zal zijn, geldt hetzelfde voor inkomensverschillen, grondstoffenuitputting, uitstoot van broeikasgassen en fijnstof en onze voetafdruk in de wereld.
Dit positieve verhaal strekt zich uit over meer dan drie verkiezingen. Maar als het aankomt op keuzen in de rol en instrumenten van de overheid moet de politiek en binnenkort dus de kiezer wel aan het roer zitten. Hopelijk gaat het positieve verhaal ergens in de campagnes doorklinken.
Maandag 6 februari vond het Round Table evenement ‘Ombudspersoon voor Toekomstige Generaties’ plaats in Den Haag. Om een goede indruk te geven van deze geslaagde dag is er een video gemaakt waarin de hoogtepunten te zien zijn. De video geeft duidelijk weer waarom er behoefte is aan een Ombudspersoon voor Toekomstige Generaties. Zeker met de Tweede Kamerverkiezingen om de hoek is het van groot belang om meer mensen bewust te maken van dit initiatief. Wij roepen daarom op onderstaande video te delen!
Voordat er officieel een Ombudspersoon Toekomstige Generaties is verankerd, wil de werkgroep Toekomstige Generaties graag functioneren als waarnemend Ombudspersoon Toekomstige Generaties. Iedereen kan hier vanaf nu een beroep op doen via het Twitter account Ombuds Toekomst, of via Facebook.
Op maandag 6 februari vond de eerste Round Table van 2017 plaats, georganiseerd door de werkgroep Future Generations van de Worldconnectors. De Haagse Hogeschool stelde verschillende ruimtes voor ons beschikbaar en waren de hele dag behulpzaam om ons te ondersteunen, waarvoor dank! Jong en oud kwamen samen om de noodzaak voor een Ombudspersoon voor Toekomstige Generaties toe te lichten. Het publiek was divers: schoolkinderen, politici, internationale gasten, vele Worldconnectors en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Laurentien der Nederlanden.
Aan het begin van de dag licht werkgroepvoorzitter Jan van de Venis de kern van de Round Table bijeenkomst toe door middel van het visiedocument van de werkgroep Future Generations. In Nederland is de besluitvorming omtrent het tegengaan van bijvoorbeeld klimaatverandering vaak gericht op de korte termijn. Daarnaast hebben alleen volwassenen inspraak in deze besluitvorming, via het stemrecht maar ook in andere sectoren van de samenleving. De werkgroep wil dat meer rekening gehouden wordt met de belangen van toekomstige generaties. Ook onze kinderen en kleinkinderen hebben recht op een leefbare wereld. Dit houdt niet alleen een stabiel klimaat in, maar ook een waarborging van mensenrechten en inclusiviteit. Een Ombudspersoon Toekomstige Generaties kan hier als onafhankelijke actor op toezien. Totdat deze persoon er is, neemt de werkgroep de functie al waar.
Prinses Laurentien staat achter dit initiatief en is aanwezig in Den Haag. Ze vraagt een aantal schoolkinderen van de leeftijd 13-14 jaar naar hun beeld over de toekomst. De kinderen geven aan zorgen te hebben over de klimaatverandering, maar denken wel oplossingsgericht:“We moeten niet te groot denken, kleine stappen kunnen al helpen”. Een andere scholier geeft aan dat een betere toekomst al bij jezelf begint. De onzekerheid van de schoolkinderen ten aanzien van de toekomst vormt een bevestiging voor de noodzaak voor een Ombudspersoon Toekomstige Generaties.
Prinses Laurentien stelt vragen aan scholieren
Onder de aanwezigen zijn diverse (voormalig) Ombudspersonen Toekomstige Generaties uit het buitenland. Nederland kan inspiratie halen uit deze voorbeelden. De ervaringen uit Wales (Sophie Howe) en Israël (Shlomo Shohan) worden onder andere met inspirerende filmpjes aan het publiek getoond. Marcel Szabo, voormalig Ombudspersoon Toekomstige Generaties uit Hongarije vertelt dat het aantal slachtoffers van klimaatverandering onderbelicht is.
De aanwezige jonge politici van Dwars (GroenLinks), Jonge Democraten, Perspectief (CU), World Youth Parliament for Water, Liberaal Groen en de Jonge Socialisten (PvdA) vertellen opnieuw waarom staatssecretaris Sharon Dijksma hun Manifest voor Toekomstige Generaties aannam. Wederom volgt een dialoog met de schoolkinderen, geholpen door een behulpzame Prinses Laurentien. De opmerkingen zijn wederom nuttig: ”We moeten niet te lang blijven nadenken, maar gewoon doen!”
Jonge politici aan het woord, v.l.n.r.: Vincent Bouma (Jonge Socialisten, PvdA), Alide Roerink (Worldconnector), Susanne Reitsma (World Youth Parliament for Water), Simon Putman (Jonge Socialisten, PvdA), Mark Zandvoort (Perspectief, ChristenUnie) en Tomas Friedhoff (Liberaal Groen)
Prinses Laurentien helpt de scholieren met het beantwoorden van de vragen
Het drukke programma van de dag heeft geen invloed op het enthousiasme van de aanwezigen. Ook tijdens de pauzes wordt er gesproken over de rechten van de toekomstige generaties. Het muzikale duo Ayla van Kessel en Luuk Janssen gebruikt de stem van de huidige, jonge en toekomstige generaties zelfs in de tekst van hun liederen.
Na de pauze was het tijd voor de break-out sessies met verschillende onderwerpen:
Sessie ‘Environment and Land Use’
Sessie ‘Creating an inclusive society’
Sessie ‘Choosing New or Improving Existing Institutions’
Sessie ‘Knowledge for the Future’
Brainstormsessie Worldconnectors
Aan het eind van de dag wordt er plenair teruggekoppeld. Een panel bestaande uit de (voormalig) ombudspersonen uit het buitenland, Catherine Pearce van het World Future Council en Ralien Bekkers reageren op de bevindingen uit de break-out sessies. Opnieuw blijkt de uitspraak “in kleine stappen denken” van toepassing op de vraag hoe nu verder te gaan. Er kan niet anders gesteld worden dan dat er een noodzaak is voor een Ombudsman Toekomstige Generaties. Dit blijkt niet alleen vanuit de dialogen met de schoolkinderen, maar ook vanuit de ervaringen uit het buitenland. Jong en oud zijn ervan overtuigd dat een Ombudsman Toekomstige Generaties de leefbaarheid in de toekomst kan waarborgen. Niet alleen op het vlak van duurzaamheid en milieu, maar ook op het gebied van sociale, culturele en economische zekerheid. Voordat deze ombudspersoon officieel is ingesteld, zal de werkgroep Future Generations met Jan van de Venis deze functie blijven waarnemen.
Afsluitende plenaire sessie, het panel reageert op de bevindingen uit de break-out sessie
Diner op uitnodiging van Prinses Laurentien, Jan van de Venis spreekt
Worldconnector Naema Tahir is auteur van vele boeken en artikelen over de multiculturele samenleving, met een bijzondere belangstelling voor de mensenrechten van vrouwen in zowel moderne als traditionele gemeenschappen. Haar nieuwste boek Brieven in Urdu verscheen op 17 oktober bij Prometheus en is verkrijgbaar in de grotere boekwinkels of online. Hieronder volgt de meest recente column van Tahir die zij maandelijks schrijft voor het dagblad Trouw.
Deze column verscheen op 22 december in Trouw
Het einde van het jaar nadert. Heb ik me gehouden aan mijn goede voornemen, in deze krant aan het begin van het jaar uitgesproken, om een jaar lang geen kleren te kopen?
Ik ontleende destijds mijn inspiratie aan de actrice Ali MacGraw, ooit bekend van de film ‘Love Story’. MacGraw werd rap beroemd, maar werd evenzo snel weer vergeten, verliet Hollywood en leefde in afzondering. Enkele jaren geleden vertelde ze Oprah Winfrey dat ze dertig jaar lang geen kleren had gekocht.
Dat sprak me aan en ik besloot het een jaar uit te proberen. Een heel jaar geen kleren kopen.
Diezelfde week echter, kocht ik iets. Iets kleins. Een legging in een kleur die ik niet had. En jurist die ik ben, interpreteerde ik mijn overtreding weg, door de regel uit te leggen als: een jaar lang geen kleren kopen, tenzij noodzakelijk. Want er zijn altijd uitzonderingen. Nood breekt wet. Toch?
Meteen daarna testte het lot me. Een zwarte spijkerbroek scheurde bij het been. Zoiets gebeurt nooit. Maar het geschiedde nu wel. ‘Jippie’, dacht ik, ‘force majeur, ik mag weer een nieuwe zwarte spijkerbroek kopen. Want het is noodzakelijk.’
Toen ging ik nadenken. ‘Ik zou een jaar lang niets kopen, niet waar? Nu moet ik mijn woord gestand doen.’ Zo kwam het dat ik mijn spijkerbroek niet verving. Die gedachte en dat niet-doen waren bevrijdend. Dat was echt het eerste moment dat ik begon te consuminderen.
Consuminderen, consumatorium, consu-no-go. Er is eigenlijk geen goed woord voor niet-consumeren. Zo’n woord hebben we wel hard nodig.
Ik geef het toe, af en toe ben ik toch bezweken. Waaraan? Aan koopjes. Een rok, een trui, allemaal zo sterk afgeprijsd, je bent gek als je het laat liggen. Het voelde alsof ik mijn voornemen niet echt overtrad door die enkele euro’s uit te geven. Een stiekem, klein vergrijp.
En weet je wat? Die nieuwe rok heb ik niet eens aangetrokken het afgelopen jaar!
Het is omdat ik genoeg heb. Echt. Genoeg. Enoughness, noemt Jill Chivers het, een Australische minimalisme-coach die, op haar website shopyourwardrobe.com, mensen aanzet om in hun eigen kledingkast te winkelen en niet steeds te bezwijken voor de drang om te kopen, kopen, kopen. Enoughness. De klassieken noemden het matigheid. Maar dat klinkt ons te ouderwets. Zo is er ook Project 333, dat mensen adviseert met een kleine selectie kleren, een capsule genaamd, het jaar door te komen.
Ik ben er weg van. Zo erg dat ik nu echt minder kleren ben gaan kopen. Ik heb me afgemeld voor allerlei nieuwsbrieven die hun koopwaar aanbieden, de uitverkoop in de stad brengt me niet meer in verleiding. En ook ben ik minder gaan snoepen.
Kopen is een verslaving, met zijn eigen rush, schuldgevoel en verlangen naar een volgende high. Onze voornaamste identiteit is die van consument geworden, schreef Noam Chomsky al.
Mijn nieuwe voornemen is om nu twee jaar lang geen kleren te kopen. Maar terwijl ik dit schrijf weet ik dat ik stiekem toch dat ene buitenkansje zal aangrijpen, als het zich voordoet. En ik weet ook waarom: omdat ook ik een zwak mens ben.
Dat niet-doen, dat niet-consumeren werkte bevrijdend.