Worldconnectors, affiliate Earth Charter
Koninklijk Instituut voor de Tropen
Mauritskade 64
1092 AD Amsterdam
door Veronique Swinkels
Gebaseerd op de serie Dialogen op Dinsdag SDGs beyond Corona #1-#9, mei-okt 2020
SDGs beyond Corona. Dat was de titel van een serie van negen Dialogen op Dinsdag die tussen mei en oktober 2020 werden georganiseerd door Worldconnectors en Earth Charter Nederland. Een rijke serie gesprekken met een wijze groep mensen. In deze dialogen kwam een groot scala van aandachtsgebieden en prioriteiten naar boven om de komende 10 jaar met kracht aan een duurzame en sociale samenleving te bouwen. Hier in Nederland maar ook daar buiten. Maar dan moeten we wel aandacht hebben voor de olifant in de kamer: de oude economie.
De synthese van de dialogen kwam uit op vijf domeinen voor collectieve aandacht.
De belangrijkste daarvan is de noodzaak tot systeemverandering waarbij kritisch naar doelen en waarden van het huidige, kapitalistische, systeem moet worden gekeken. Zowel systeemwaarden als de systeemdoelen vragen om een herijking om de transitie naar groen, sociaal en leefbaar te kunnen versterken. Waarbij de nieuwe systeemwaarden al mooi worden verwoord door het Earth Charter en de systeemdoelen ingevuld worden door de SDGs.
De toekomst van de SDGs beyond Corona vraagt om het leggen van stevige accenten. De twee grootste trends die we zien gaan over het vergroten van de burgerparticipatie en het veranderen van de economische modellen die nu gangbaar zijn. We zien steeds beter dat het behalen van de sociale doelen van de SDGs om meer solidariteit vraagt en de ecologisch doelen om een verschuiving naar ander economische modellen waarbij de aarde en de mens explicietere belanghebbende actoren worden.
De veranderagenda van het Nederland beyond Corona is sterk verstrengeld met de veranderagenda van de SDGs en het zijn de volgende, SDG overstijgende, domeinen die uit de dialogen naar voor zijn gekomen;
Deze domeinen zijn allemaal SDG overstijgend en kunnen, na verdere analyse, worden uitgewerkt in modellen, beleid en partnerschappen. In dit artikel volgen per domein een aantal concrete voorbeelden van projecten die ons verder kunnen brengen. Het versnellen van de individuele SDGs zal alleen gebeuren als we de agenda integraal benaderen en borgen in ons educatieve, economische en politieke systeem. Een groen, sociaal en leefbaar regeerakkoord, na de verkiezingen van maart 2021, is een belangrijke stap om concrete invulling te geven aan de SDGs. Hopelijk geeft dit document een bijdrage aan de invulling van zowel waarden als doelen van dit duurzame regeerakkoord met een krachtige Nederlandse inzet in het behalen van de SDGs in het buitenland. Vanuit het belangrijke besef dat dit het laatste regeerakkoord is, dat echt voor een krachtige impuls richting het behalen van de SDGs in 2030 kan zorgen.
Lees hier het gehele artikel van Earth Charter Vriend en Worldconnector Veronique Swinkels.
De 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de VN vormen een ambitieuze, internationale agenda om de wereld meer in balans te brengen. Deze agenda is in 2015 mede door Nederland ondertekend. Vijf jaar later is de afstand tot de doelen wereldwijd nog groot, en de trend voor sommige doelen zelfs negatief. Hoe verhoudt Nederland zich tot deze doelen en hoe staan we ervoor? Deze eerste op te stellen Nederlandse SDG Spotlight rapportage werpt een kritische blik op de Nederlandse aanpak.
Wil je bijdragen? Dat kan door je aan te melden voor één van de consultaties – check de data hier – en door het invullen van de online consultatie
Building Change, Global Goals Accelerator, Earth Charter Nederland en Worldconnectors hebben de handen ineengeslagen voor een SDG rapportage vanuit maatschappelijk perspectief. Zij krijgen daarbij steun van partners zoals WNF, het NCDO en de Civic Engagement Alliance. De consultatie voor de eerste rapportage gaat nu van start. Aan de hand van interviews en een online consultatie verzamelt het SDG Spotlight team de komende maanden zo veel mogelijk relevante inbreng.
“Met deze rapportage sluiten we ons aan bij een traditie van Spotlight-initiatieven in andere landen. Het kritisch volgen van de vooruitgang van de SDG’s in deze vorm ontbreekt nog in Nederland. En door Covid-19 zullen we nog beter moeten samenwerken om de SDG’s te realiseren.“ Aldus Alide Roerink, Earth Charter Nederland en initiatiefnemer.
Het rapport bespreekt de Nederlandse inzet ten aanzien van de SDG’s in onderlinge samenhang en doet aanbevelingen om de transitie naar een duurzame samenleving te versnellen. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar wat er in Nederland gebeurt, maar ook naar de internationale voetafdruk van Nederlands handelen.
“Met een Nederlands SDG Spotlight Rapport willen we aansporen tot ambitieuze en meer coherente inzet voor de SDG’s. We kijken scherp wat de mondiaal afgesproken agenda voor Nederland betekent én we markeren waar de Nederlands inzet tekort schiet. Daar voegen we constructieve aanbevelingen aan toe, primair gericht op de rol van de Nederlandse overheid.” Aldus Ellen van Reesch, Coördinator redactie en initiatiefnemer.
“De editie 2020 richt zich op de SDG’s 10 en 15. Waar in SDG 10 het verminderen van ongelijkheid tussen mensen centraal staat, gaat SDG 15 over biodiversiteit en het leefbaar houden van onze planeet. Op beide thema’s blijft de Nederlandse inzet achter: deze onderwerpen worden structureel ondergeschikt gemaakt aan economische groei.“ Aldus Veronique Swinkels, Worldconnector en initiatiefnemer.
Earth Charter Internationaal (ECI) is in november van start gegaan met een campagne om het Earth Charter te bekrachtigen. Misschien ben je al een ‘endorser’? Dat kan als individu en als organisatie. Nu kan je je ook nog via de ECI website aan het Earth Charter commiteren. Een statement van belang, juist nu. Laat zien dat je kiest voor een betere wereld, beter in hoe we met de Aarde omgaan, en met elkaar.
De COVID-19 pandemie heeft ervoor gezorgd dat we stil staan en ons ‘normale’ leven opnieuw bekijken. En belangrijker nog, het heeft ons laten zien dat het werkelijk mogelijk is om stil te staan en te veranderen. Het heeft ons laten zien dat er ruimte is voor een ‘beter normaal’, waarin we minder consumeren, meer zorgen en beter leven.
Nu we naar de toekomst kijken hebben we een mogelijkheid ons te committeren aan dit nieuwe normaal dat zich kenmerkt door meer rechtvaardigheid, duurzaamheid en vrede.
Wat zijn de belemmeringen om te komen tot respect voor de natuur, mensenrechten, economische en sociale rechtvaardigheid en een cultuur van vrede? Dit is het moment om de belemmeringen om te zetten in uitdagingen en ons te committeren aan het vinden van oplossingen. SAMEN.
Dat begint met het omarmen van de integrale visie van het Earth Charter – het resultaat van een collectieve mondiale dialoog waarin de ethische basis is gelegd voor een betere samenleving wereldwijd. Een breed gedragen basis voor persoonlijke en collectieve verandering. Om het nieuwe normaal te realiseren, zullen we ons bewustzijn moeten omzetten in actie.
We kunnen in actie komen door de Earth Charter principes toe te passen in ons dagelijks leven, in ons werk en op school. We kunnen in actie komen door bruggen te bouwen en samen te werken en lokale en internationale initiatieven te nemen. We kunnen in actie komen door anderen te inspireren, mensen in jouw sfeer van invloed om ook in actie te komen en zich ook aan het Earth Charter te committeren. We kunnen gezamenlijk in actie komen door een collectieve bekrachtiging van het Earth Charter. Heb je het Earth Charter al eerder bekrachtigd, dan nodigen we je uit dit opnieuw te doen door de verklaring van commitment te ondertekenen.
“Let ours be a time remembered for the awakening of a new reverence for life, the firm resolve to achieve sustainability, the quickening of the struggle for justice and peace, and the joyful celebration of life” (The Way Forward, Earth Charter)
Sluit je aan bij deze campagne, teken je commitment – als individu of als organisatie – en kom in actie voor een florerende Aarde.
Sluit je aan bij de mondiale beweging voor Rechtvaardigheid, Duurzaamheid en Vrede.
Giuseppe van der Helm, directeur van de coöperatie Leren voor Morgen en ook Earth Charter Vriend en Worldconnector, trad op als inspirator over onderwijs tijdens de Dialoog op Dinsdag op 29 september 2020. Lees op deze plek zijn blog, en onder deze link het volledige verslag van de Dialoog op Dinsda.
Onderwijs, wat het is en wat het moet zijn
Over onderwijs heeft iedereen wel een mening. Niet gek als je bedenkt dat we er allemaal mee te maken hadden, hebben, of weer mee te maken krijgen via onze kinderen en kleinkinderen. Al die meningen leiden echter zelden tot een nieuwe koers. En dat terwijl er enerzijds toch hele andere inzichten tot ons zijn gekomen, via de praktijk in andere landen of in andere tijden (Montessori, Dalton, Vrije Scholen). Anderzijds lijkt het soms dat de mogelijkheden van het huidige systeem onvoldoende worden benut. Een voorbeeld hiervan is het huidige systeem, dat ooit het Mammoetsysteem werd genoemd. Het grote voordeel daarvan was dat je gemakkelijk kon switchen tussen schooltypes. Na tientallen jaren zien we een splitsing tussen VMBO en HAVO/VWO, en constateren we dat schakelen zo moeilijk is. Duhh- misschien hadden we die muren niet moeten neerzetten?
Of kijk eens naar de Cito-toets- om gelijkheid te bevorderen is het advies van de docent leidend geworden. Nu we constateren dat dit alleen maar tot een grotere ongelijkheid leidt gaan we dit weer enigszins terugdraaien. Vind je het dan gek dat veranderingen als lastig worden gezien?
En dan is er de politiek. Twee jaar geleden vond men het een fantastisch idee om nieuwe leerdoelen voor het Primair Onderwijs (PO) en Voortgezet Onderwijs (VO) vast te laten stellen door docenten zelf. Let wel, alleen kennisdoelen, geen vaardigheden. Waarbij er zowaar naar de integratie van een aantal vakken gekeken werd. Na het eindrapport, twee jaar later, constateerde de politiek dat er onvoldoende naar vaardigheden was gekeken (duhh), er te weinig docenten bij betrokken waren (maar 150) en er vooral aandacht moest komen voor lezen en schrijven. En om de verwarring die hiermee ontstond te bestrijden, en vooral om de snelheid van verandering eruit te halen, werd er een commissie van wijzen ingesteld..
Een ervaren beleidsmaker in het MBO zei me vorig jaar: “Ons onderwijssysteem is erop ingericht om zoveel mogelijk studenten in zo kort mogelijke tijd tegen minimale kosten klaar te stomen voor een beperkt algemeen niveau.” Toen ik vroeg wat hij dan voorstelde, zei hij me dat de leerling het uitgangspunt moest zijn, niet het systeem. Nu gaan we nog teveel uit van beperkingen, in plaats van vaardigheden. We besteden veel aandacht aan de struikelvakken, in plaats van iemand te laten excelleren op de zaken waar hij of zij goed in is. Niet gek dat we als land achterlopen in innovatie.
En dan hebben we de olifant in de kamer nog niet genoemd: de omgeving. Want intussen smelt een miljoen ton ijs per minuut, en verdwijnen er 30 voetbalvelden regenwoud in diezelfde minuut. Twee derde van alle landdieren is verdwenen in 40 jaar, en van alle levende zoogdieren loopt nog maar 4% vrij rond. En om de ellende nog groter te maken gebeuren al die veranderingen niet langer lineair, maar exponentieel- iets waar we als soort niet kunnen begrijpen. Zoals we zien met de coronacrisis.
Wat is dan het doel van het onderwijs? Leren als in de 19e eeuw, waarin we opgeleid werden tot brave productiekrachten? Het doel is toch zeker het voorbereiden van onze kinderen op de maatschappij van de toekomst? Niet alleen om een baan te vinden en keurig economisch renderend menselijk kapitaal te vormen, maar ook om zich te ontwikkelen, tot bloei te komen en zich te leren verhouden tot anderen? Denk eens aan al die waterdruppels, die uiteindelijk toch een oceaan worden. En daarbij speelt kennis weliswaar een rol, maar nu die sterk verandert en overal te vinden is, zijn vaardigheden misschien wel belangrijker. Kritisch denken, waarden bewust zijn, verantwoordelijk handelen, samenwerken, creativiteit, ondernemerschap… Vaardigheden die we in deze tijd goed kunnen gebruiken, zeker als je ziet dat we van die verantwoordelijkheid, dat kritische denken en die samenwerking weinig terechtbrengen.
Duurzaamheid is niet een extra vak, terwijl het zou moeten gaat over het voorbereiden van onze kinderen op de toekomst. Duurzaamheid moet onderdeel worden van elk vak, en vak- en leerjaaroverstijgend zijn. We kijken daarbij integraal naar het onderwijs, volgens de ‘Whole School Approach’. En de SDG’s vormen daarbij, in ieder geval tot 2030, ons kompas.
De afgelopen 20 jaar is een grassroots beweging ontstaan, voornamelijk via docenten en Natuur en Milieu Educatie-centra. Al dat enthousiasme wordt vaak getemperd door bestaande structuren, kaders, methodes en verplichtingen. Nu is het zaak om duurzame ontwikkeling met de overheid, ouders, en vooral met schoolleiders en besturen te verankeren in niets minder dan een systeemverandering. Waarbij de tijd dringt. We kunnen de hulp van iedereen daarbij goed gebruiken. Ik ben benieuwd naar jullie gedachten hierover.
Frans Versteeg trad op als inspirator tijdens de Dialoog op Dinsdag op 15 september 2020, waarin Worldconnectors en Earth Charter Vrienden samenkomen en in dialoog gaan over de SDGs Beyond Corona. SDGs 3 (gezondheid) en SDG 6 (drinkwater en sanitatie) stonden centraal. Zie deze link voor het volledige verslag van de dialoog. Hieronder de blog van Frans over water in het licht van de huidige solidariteitscrisis:
Ook voor SDG 6 speelt COVID-19. De Corona-crisis is mijns inziens in essentie een solidariteitscrisis. Hier dicht bij huis gaat het om solidariteit tussen jong en oud, tussen minder en meer kwetsbare groepen. Op globaal niveau geldt vooral ook de solidariteit tussen arm en rijk. Zoals altijd treffen crises de armen sterker en heviger dan de rijken. Crises vergroten ongelijkheid. Vanzelfsprekend is het gebrek aan water en sanitatie ook een dramatisch probleem bij het weerstand bieden aan een pandemie zoals COVID-19.
Ongeveer 2.8 miljard mensen (36% van de wereldbevolking) leven vandaag in gebieden met directe water-stress of waterschaarste. Voor 1.6 miljard van deze 2.8 miljard mensen is er in hun gebieden op zich wel water, maar ontbreekt het aan infrastructuur, financiële middelen etc. Voor 1.2 miljard mensen geldt dat zij leven in gebieden waar de watervraag structureel groter is geworden dan het volhoudbare wateraanbod. Hoewel dit wellicht vooral in Zuid-Azië en Afrika mag gelden, zijn de problemen inmiddels een veel breder fenomeen. Bijvoorbeeld ook veel dichter bij huis: in Engeland is al in 2011 voorspeld, dat de vraag naar water in de regio “Greater London” rond 2030 het aanbod structureel zal overtreffen. Verder bestaat hetzelfde probleem nu al in ruim 15 Megacities, waaronder Cape-Town, Bengalore, Cairo, Beijing en vele andere.
Toch laat het COVID-19 perspectief op de SDG 6 uitdagingen maar het topje van de ijsberg zien. Hoewel er op een aantal subdoelen van de SDG 6 namelijk wel enige vooruitgang wordt geboekt, laat verdere studie direct zien, dat waterschaarste en waterstress de laatste jaren steeds grotere en bredere problemen zijn geworden.
Wanneer we de laatste subdoelen van SDG 6 tot ons door laten dringen wordt duidelijk hoe dramatisch de situatie inmiddels is geworden.
De laatste 3 subdoelen luiden:
6.4 Efficiëntie van watergebruik aanzienlijk te verhogen om antwoorden te bieden op de waterschaarste.
6.5 Grensoverschrijdende samenwerking creëren en geïntegreerd waterbeheer implementeren.
6.6. De op water gebaseerde ecosystemen beschermen en herstellen, met inbegrip van bergen, moerassen, rivieren, grondwaterlagen en meren.
Hierbij wordt ook nog vermeld dat uitbreiding van capaciteitsopbouwende ondersteuning nodig is voor deze activiteiten, met inbegrip van technologieën voor waterwinning, ontzilting, waterefficiëntie, afvalwaterzuivering, recyclage en hergebruik.
Vooral het laatste subdoel 6.6 maakt duidelijk hoe alomvattend het probleem eigenlijk is:
“De op water gebaseerde ecosystemen beschermen en herstellen, met inbegrip van bergen, moerassen, rivieren, grondwaterlagen en meren.” De vraag mag hier zijn: “welk ecosysteem op aarde is eigenlijk niet gebaseerd op water?” – Noem me er 1 zou ik zeggen!
Alle leven wordt gedragen door water. Wij mensen zijn zelf naar gewicht voor 65-70% water. Omdat watermoleculen heel klein & licht zijn, en onze biomoleculen groot & zwaar, betekent dit eigenlijk, dat we naar aantal moleculen bekeken voor 99% uit water bestaan! Wij mensen zijn zuiverder water dan zeewater, dat maar voor 96% uit water bestaat!
Wij zijn letterlijk coherent trillend water – komkommers met psychologische problemen.
Water vangt 70% van alle op aarde inkomende zonne-energie op. Dat doet water door haar molecuul-structuren voortdurend aan te passen. Water is de drager van alle leven. Zonder water geen leven op aarde.
(Zie ook het boekje “Conscious Water” – bijdrage aan de Peace Pledge Conferentie in Assisi in 2018 – op de website www.forgood.nu, waarin een aantal van de meest recente wetenschappelijke inzichten bijeengebracht zijn.)
De groeiende waterschaarste is inmiddels een wereldwijde bedreiging voor ons geworden. Op 9 juli jl. maakte de UN over SDG 6 het volgende bekend: “Progress on SDG 6 is alarmingly off track”. [..] “Lack of progress on SDG 6 undermines progress on all other SDGs, particularly on global health, education, food, gender equality, energy and climate change. – SDG 6 heeft invloed op zeg maar alles!
In de ‘announcement’ kondigt de UN aan een “new global framework” op te willen zetten om tot gecoördineerde actie te komen. De cruciale vraag zal hierbij hoe de vele lokale initiatieven te bundelen & te versterken, en hoe eindelijk tot een werkelijk krachtig globaal initiatief te komen .
Ondertussen mogen we ons afvragen hoe ons huidige waterverbruik is opgebouwd. Dan moet worden gezegd, dat de belangrijkste oorzaak van de waterschaarste ons voedselproductiesysteem is. Wanneer we bij AQUASTAT kijken naar hoe het wereldwaterverbruik is opgebouwd, dan zien we dat 60 à 70% van al ons water wordt verbruikt in de landbouw. Meer dan 60% van al onze landbouwgrond wordt niet direct voor menselijk voedsel gebruikt, maar om veevoer voor onze vleesconsumptie mogelijk te maken. De productie van dit veevoer neemt enorme hoeveelheden landbouwgrond in beslag, veroorzaakt dramatische ontbossing van regenwouden, vernietigt alle biodiversiteit en…vraagt gigantische hoeveelheden water. Voeg daar ook nog de waterconsumptie van de dieren bij, en we begrijpen, dat al in 2014 de klimaat-wetenschapper Jonathan Foley in zijn “five-step plan to feed nine billion” wees op de noodzaak van dramatische hervormingen in onze landbouw en op de noodzaak om te komen tot reductie van voedselverspilling. Dat we met elkaar veel minder vlees zullen moeten gaan eten en opnieuw landbouwsystemen moeten gaan hanteren, die biodiversiteit in stand houden en herstellen, in plaats van vernietigen. Onze huidige landbouwpraktijken leveren ook een enorme bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen, juist ook wat betreft methaan en andere BKS-emissies.
Zo begint SDG 6 direct ook bij onszelf en bij onze dagelijkse voedselkeuzes. Voor een voorbeeld van ons waterverbruik in Nederland zie bijvoorbeeld het artikel van het voedingscentrum: https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/watergebruik.aspx
Hoe nu verder? Globale actie èn dagelijkse gedragsverandering van ons allemaal!
SDG 6 verdient op zichzelf al alle aandacht. Tegelijkertijd is duidelijk, dat veel SDG’s onderling samenhangen en dat er duidelijker prioriteiten moeten worden gesteld. SDG 6 is zo’n cruciaal doel. Sommige subdoelen van de verschillende SDG’s kunnen het moeilijk maken om dergelijke prioriteiten te stellen. Toch lijken sommige subdoelen van de SDG’s nog op “schade oplossen”, in plaats van op fundamenteel “schade voorkomen”. Voor de SDG 6 zal water-efficiëntie en bijvoorbeeld ontzilting zeker ook bijdragen aan verlichting van de problemen. Echter, een meer fundamentele globale systeemverandering is nodig en globaal waterbeheer, in combinatie met fundamentele veranderingen in ons eigen dagelijkse eetgedrag zullen echt nodig worden.
Naast lokale ontzilting etc. zullen er mijns inziens ook grote transportactiviteiten op gang moeten komen om te komen tot betere verdeling en om (drink)water naar gebieden en Megacities met grote waterstress en waterschaarste te gaan brengen.
Als voorbeeld kan worden gedacht aan de huidige smeltwater-crisis in Groenland: hier smelt het Big Ice elke dag met 10 miljoen liter water per seconde! Dit komt neer op 750 miljard liter zoet, drinkbaar water per etmaal – Zolang dit water onbenut blijft, stoomt het de zee in en zal het niet alleen de zeespiegel doen stijgen, en de globale golfstromen gaan verstoren, maar ook een methaan-explosie teweeg brengen en op verschillende manieren de klimaatproblematiek verder vergroten. Daarmee draagt dit smelten van het ijs op haar beurt er juist weer aan bij om de wereldwijde voedsel- en watercrises te vergroten. Hierdoor zullen weer meer en meer globale “water-vluchtelingen” ontstaan – nu naar verwachting 700 miljoen mensen in 2030 – en zullen ook meer regionale en globale (water)conflicten ontstaan.
De Romeinen legden in hun tijd al overal aquaducten aan. Voor ons wordt het tijd om naast olie- en gaspijpleidingen te gaan denken aan waterpijpleidingen!
Het nu onlangs aangekondigde “new UN framework” voor SDG 6 zal in elk geval met een groots perspectief moeten komen en nieuwe akkoorden moeten weten af te dwingen om vele lokale initiatieven echt te ondersteunen en vooral om deze lokale initiatieven echt te versterken. Ondertussen kunnen wij zelf iedere dag bijdragen door meer en meer op een vegetarisch menu over te schakelen. Een meer directe verkleining van onze persoonlijke ‘footprint’ is nauwelijks denkbaar!
Lees hier het verslag van de 15 september 2020 Dialoog op Dinsdag over SDGs 3 (gezondheid) en SDG 6 (drinkwater en sanitatie) Beyond Corona.
Jan Pronk – voormalig minister voor Ontwikkelingssamenwerking en Milieu in enkele kabinetten, oud VN topman, Professor Institute of Social Studies en huidig voorzitter Earth Charter Nederland – treedt op als inspirator op 7 juli in de Dialoog op Dinsdag over SDG 13: klimaatactie. Lees hier zijn verhaal.
De klimaat-SDGs zijn een lege huls. Daarom stap ik af van deze SDGs, want er zijn veel concretere doelstellingen geformuleerd. Met het klimaatverdrag van 1992 werd beloofd dat alle landen hun best gingen doen om de verslechtering van het klimaat tegen te gaan en de emissie van broeikasgassen te verminderen. In 1996 kwamen we tot de conclusie dat die belofte leeg was. Er was namelijk geen maatstaf. Daarbij wisselen landen van regeringen, waardoor zij zich niet aan hun belofte houden.
We moeten gaan in de richting van een verplichting. Die moet juridisch worden vastgelegd en er moet een sanctie op komen te staan. Net als we dat doen op het terrein van internationale handel. Dat werd Kyoto. Voor het eerst was er een emmissiereductie-doelstelling. Wie doet hoeveel om samen die werelddoelstellingen te verwezenlijken? En dat werden concrete afspraken. Maar hoe ga je dat verwezenlijken? En hoe word je het eens over de instrumenten? Ik had het geluk om de wereldonderhandelingen te mogen voorzitten. We werden het eens over de instrumenten. Hoeveel moeten landen zelf doen en hoeveel kun je verwezenlijken om andere landen te helpen? Als het niet zo makkelijk is kun je aan emmissiehandel doen. Kun je eenmaal uitgestoten broeikasgassen opslaan? Bijvoorbeeld door veel meer bomen te planten. Er werden afspraken gemaakt om elkaar te helpen en er kwamen sancties. Het was voor het eerst dat dit gebeurde op het terrein van internationaal milieubeleid. In de volgende ronde van de onderhandelingen van een volgende periode telt dat wat je niet hebt weten te verwezenlijken extra mee. Maar er kwam helemaal geen tweede periode. Het verpieterde weg. In plaats daarvan kwam Parijs na een aantal jaar.
Als je de afspraken van Parijs leest, staat daar precies hetzelfde als in de afspraken in Rio: we beloven ons best te doen. De plannen werden gemaakt. De optelsom van de uitkomst van al die plannen was een hogere emmissiereductie om de opwarming van de aarde niet te erg te laten zijn (1,5 graad). Maar de plannen waren vanaf begin af aan al niet adequaat. In het laatste overzicht wordt geconstateerd dat we de doelstellingen niet gaan halen, tenzij we ontzettend ons gaan inspannen.
Mijn stelling is dat we het niet gaan halen, en wel om dertien redenen:
Dat komt omdat we afgestapt zijn van bindende verplichtingen, je kunt altijd zeggen: we hebben ons best gedaan. En er zijn kapitalistische lobby’s gericht op regeringen en consumenten die steeds meer willen consumeren.
Is er iets positiefs te melden? Ja, de jongeren. Er is iets anders na de onderhandelingen van Parijs dan na de onderhandelingen die ik mocht leiden. De onderhandelingen die ik mocht leiden kregen veel aanbod bij ngo’s en dergelijke. Maar zodra we geslaagd waren, was het voorbij. Na de onderhandelingen van Parijs zijn jongeren opgekomen voor echte klimaatverandering. Ze zeggen tegen regeringen: je moet doen wat je beloofd hebt. En dat is aan de basis van de samenleving behoorlijk veranderd. Dat is hoop. Veel jonge ondernemers maken gebruik van nieuwe technologieën die komen tot een werkelijke verandering van het energieverbruik in de economie. Dat zag je niet na 2000, want toen waren de bedrijven totaal niet geïnteresseerd om bij te dragen aan het klimaat. Dat zijn twee positieve punten. Die punten zullen helaas onvoldoende kracht met zich meebrengen om de doelen te halen.
Dan wil ik ten slotte graag de link met de coronacrisis aan de orde stellen. De klimaatcrisis is een wereldwijde crisis. Het is een onderdeel van een systeemcrisis. Het probleem is dat de meeste mensen in het Westen de crisis niet aan den lijve voelen. Daarom wordt dat niet zo serieus genomen. En als er een probleem gaat ontstaan, gaan de westerse landen samenklonteren om zichzelf te beschermen. We hebben de andere laten stikken. Hetzelfde doet zich voor met corona. Het is een wereldwijde crisis. Maar anders dan de klimaatcrisis, wordt deze wel direct door de mensen in het westen wordt gevoeld. Als dat aan elkaar gekoppeld wordt. Als we kunnen laten zien dat dit onderdeel is van de systeemcrisis, dan zou je dat bewustwordingsproces, dat onderdeel is van SDG13 echt kunnen onderbouwen. Dan kun je komen tot een wereldwijde aanpak. Ik vrees echter dat de westerse landen zich van de andere landen weinig aantrekken, zich aaneensluiten – m.b.t. wetenschappelijk onderzoek en toegang tot vaccins en medicijnen. Dan krijg je precies hetzelfde als bij andere crises: zelfbescherming van de westerse landen. Zowel m.b.t. tot corona, als m.b.t. het klimaat zullen de meeste slachtoffers vallen in het zuiden van de wereld.
Het is geen optimistisch verhaal, maar ik heb in ieder geval twee elementen genoemd die een kleine bijdrage kunnen vormen om het spoor te verleggen: Jongeren (jonge ondernemers) en het bewustwordingselement van de koppeling van corona en het klimaat.
Stellingen:
• De klimaatcrisis zal niet afgewend kunnen worden zonder een grondige herziening van het huidige kapitalistische systeem.
• De emissiedoelstellingen kunnen alleen bereikt worden wanneer landen juridisch bindende verdragsverplichtingen aangaan, met sancties op het niet nakomen daarvan.
Pronk over Europa
Zonder Europa kan het niet. Europa heeft altijd op dit punt het voortouw genomen. Ik heb de indruk dat Frans Timmermans er echt aan trekt, maar ik ben niet positief over de houding van de EU-landen. Ook omdat er middelpuntvliedende krachten zijn binnen Europa. Niet op de laatste plaats binnen Nederland zelf. Politieke samenwerking is van het grootste belang.
In deze Dialoog staan centraal: SDG 10 (ongelijkheid verminderen) en SDG 15 (leven op het land). Tijdens deze vierde Dialoog op Dinsdag worden we geïnspireerd door Roel van den Sigtenhorst en Willem Ferwerda. Jan van de Venis luistert mee en reflecteert aan het eind van de dialoog vanuit het perspectief van toekomstige generaties.
Moderators: Alide Roerink (Earth Charter) en Veronique Swinkels (Worldconnectors)
Welke werelden willen wij met elkaar verbinden? Jong en oud, natuur en samenleving, toekomst en nu, luid en stil, ecologen en financiers en internationale gemeenschappen. .
Estafette
Bij de vorige (en 3e) Dialoog op Dinsdag op 23 juni 2020 stonden SDG 9 (industrie, innovatie en infrastructuur) en SDG 11 (duurzame steden en gemeenschappen) centraal. De punten die er uit de vorige dialoog op dinsdag uitsprongen:
Jade Peters legt de verbinding met het Earth Charter
SDG 10 gaat over het verminderen van ongelijkheid. Mensen die het minder hebben, groeien minder mee met de mensen die al veel hebben. Wie nemen we mee in het verminderen van ongelijkheid? Komt overeen met Earth Charter principe 3. Earth Charter schrijft: “Maak een einde aan armoede”. En niet: “Verminder ongelijkheid”. SDG 15 is het leven op land en duurzaam gebruik maken van ecosystemen. Vanuit het Earth Charter is dit principe 1: respecteer het leven op Aarde. Dit gaat over ecologische veerkracht en het behoud van de biodiversiteit. Het beschermen, herstellen en bevorderen van het duurzaam gebruik van het ecosysteem. Het voorkomen van ontbossing, bevorderen van biodiversiteit.
Roel van den Sigtenhorst– Afdelingshoofd OBA (verantwoordelijk voor ‘Het Huis van Alle Talen’), eigenaar Sigtenhorst Consultancy en bestuurslid bij de hiphopschool Solid Ground Movement
Als wij een probleem elders willen verhelpen, is het in mijn optiek zaak dat wij het op dit punt zelf goed op orde hebben, of op z’n minst een diep begrip van de onderliggende vraagstukken. Kansenongelijkheid (in Nederland) kent veel verschillende vormen. Enkele voorbeelden daarvan zijn:
• Politiek: Op dit moment telt het parlement 0 zwarte volksvertegenwoordigers en slechts een handje vol volksvertegenwoordigers met een andere of dubbele culturele achtergrond. Deze ondervertegenwoordiging zien we tevens in de lokale politiek.
• Bedrijfsleven: Systematische ondervertegenwoordiging van mensen met een andere culturele achtergrond in de top van het bedrijfsleven. Zowel in management als bestuursfuncties.
• Media: Gebrek aan representatie en vertegenwoordiging van mensen met een andere culturele achtergrond in zowel het aanbod, alsmede de redacties, management en bestuursfuncties van (traditionele) media en omroepen.
• Kunst & Cultuur: Gebrek aan representatie en vertegenwoordiging van mensen met een andere culturele achtergrond in zowel het aanbod, alsmede management en bestuur van culturele instellingen, musea, theaters, podia, literatuur en kunstinstellingen.
• Onderwijs: Eenzijdige narratieve omtrent ons koloniale verleden, slavernijverleden en onze geschiedenis van arbeidsmigratie. Tevens een gebrek aan representatie van culturele diversiteit in de top van het onderwijs.
Hoewel de uitdagingen groot zijn en al heel lang aanwezig zijn, ben ik ervan overtuigd dat wij kansenongelijkheid op basis van culturele achtergrond structureel kunnen verminderen. Het collectieve bewustzijn over deze onderwerpen groeit snel, mede ingegeven door de grotere (digitale) verbondenheid en constante communicatie via het internet, alsmede protestbewegingen als Black Lives Matter. Enkele van de meest fundamentele voorwaarden zijn in mijn optiek:
• Contact, dialoog tussen mensen van verschillende culturen, generaties, religies, sociale en politieke netwerken of standpunten.
• Erkenning van gedeelde geschiedenis, nieuwe perspectieven op deze geschiedenis.
• Meer kennis over de achtergrond, beweegredenen en ervaringen (gevoelens) en intrinsieke motivatie van de ander.
• Representatie van culturele diversiteit, goede voorbeelden, rolmodellen, sleutelfiguren (in diverse sectoren en (top)functies.
• Ontwikkeling van een collectieve visie omtrent inclusie, op basis van gedeelde waarden.
• Inspraak van en voor mensen met een cultureel diverse achtergrond binnen de systemen die we inclusiever wensen te maken.
Daarnaast is het mijn overtuiging dat we het bestaande systeem fundamenteel anders zouden moeten inrichten om duurzame verandering teweeg te brengen. De sleutel ligt hierbij in mijn optiek in een combinatie van ‘ruimte maken’ voor inspraak en representatie van buitenaf op alle lagen. Naast het herinrichten van onze systemen moeten we actief op zoek gaan naar (informele) organisaties en sleutelfiguren die culturele gemeenschappen vertegenwoordigen, kennen en vertrouwen genieten binnen die gemeenschappen.
Tot slot draag ik graag een praktisch voorbeeld aan van hoe dit vorm zou kunnen krijgen, in dit geval op stedelijk en lokaal niveau in de publieke sector. De afgelopen anderhalf jaar heb ik met de Openbare Bibliotheek Amsterdam gewerkt aan het Huis van Alle Talen. Een co-creatief concept waarbij organisaties en sleutelfiguren uit verschillende culturele gemeenschappen eigenaarschap krijgen over het culturele aanbod in de stad. Door vanuit een dienstbare, faciliterende houding samenwerkingen aan te gaan met organisaties die kennis, netwerken en activerend vermogen hebben binnen culturele gemeenschappen ontwikkelen we nieuw cultureel en educatief aanbod.
Wat de afgelopen maanden mij geleerd hebben, is dat wij hier allemaal een rol in hebben. Als we de Nederlandse (of globale) samenleving inclusiever en gelijkwaardiger willen maken. En kansen op een mooie toekomst voor iedereen zo groot mogelijk willen maken, moeten we beginnen met reflectie op onze eigen gedragingen, gewoonten, structuren en systemen. Als individu en als organisaties. Dus vraag jezelf af: Wat is mijn rol? Waar zitten mijn blinde vlekken? En wat kan ik doen om het collectief gelijkwaardiger te maken?
Lees de hele blog van Roel van den Sigtenhorst op worldconnectors.nl (linkje) en bekijk zijn presentatie hier (linkje).
Willem Ferwerda – Ecoloog, natuurbeschermer en directeur van Commonland
De coronacrisis heeft ons laten zien dat mensen de gemeenschap en de natuur als de meest waardevolle zaken zien die ons verbinden en inspireren. Dat geldt zowel voor mensen in rijke als in arme landen. In veel landen heeft de crisis dan ook geleid tot een grotere waardering voor de omgeving, het dorp en lokale producten. Mensen trokken zich terug op het platteland. Mijn stelling is dat in de hectare alles samen komt: onze economie, ons voedsel, onze gezondheid en uiteindelijk ook onze gemeenschap. En die hectare is weer onderdeel van een groter ecosysteem: een unieke verbinding waarin flora en fauna (biodiversiteit), water en de bodem samen een eenheid vormen. Ecosystemen en de diensten en producten die eruit voortkomen zijn nog steeds basis van elke economie. De afgelopen eeuwen hebben we een model opgebouwd dat ecosystemen grootschalig is gaan uitputten. De grootste uitdaging van deze tijd is (meer nog dan ongelijkheid en klimaat) is het behouden en duurzaam beheren van de mondiale ecosystemen waarin productie van voedsel en productie en behoud van biodiversiteit samengaan. Hierin komen in feite alle SDGs samen. De wereld lijkt nu wakker te worden: bedrijven en overheden zeggen in te gaan zetten op ‘Nature Based Solutions’, een verzamelwoord om veel meer samen te werken met de natuur i.p.v. tegen de natuur. Maar hoe doe je dat? Er wordt gesproken over massaal bomen planten om CO2 af te vangen, over regeneratieve of kringloop landbouw, gezond eten, klimaat… Men zoekt naarstig naar investeringen, het moet snel, groot en tevens financiële return geven, want dat is duurzaam. Maar hoe doe je dat, op een landschapsschaal of beter gezegd ecosysteemschaal? Mijn stelling is dat een noodzakelijke holistische aanpak ontbreekt. En inmiddels hebben we daarmee ervaring. Ik zal het model wat we hebben opgezet van “4 Returns (vier waarden), 3 Zones, 20 Years” kort toelichten. Gedegradeerd land leidt tot vier nadelen:
4 returns. Landherstel leidt tot vier waarden:
3 zones. De eerste zone is de economische zone. Hier wonen en werken mensen, is er een monocultuur en een focus op zo snel mogelijke productie. De tweede zone is de combined zone en de derde zone is de natuurlijke zone: natuurgebied.
Er is weinig grootschalige natuurlijke zone maar wel veel gecombineerde zone. En dat is de zone waar de magie kan plaatsvinden in grote landschappen. Een belangrijke factor bij deze aanpak is tijd. Stop met projectdenken, dat is destructief voor dit soort zaken. Deze aanpak stoelt op de Theory U: een methode om samen een co-creatieproces aan te gaan dat je zelf formuleert. Boerenleiders en gemeenten worden bij elkaar gebracht en denken na over wat voor landschap zij voor ogen hebben. In 2013 ben ik daarmee begonnen met Commonland. Bij elk landschap heb je verschillende soorten geldstromen, maar het transformatieve deel is de kern.
Mijn eerste stelling is dat het investeren in transformatieprocessen van mensen in gebieden een noodzakelijke voorwaarde is om in duurzaam landschapsherstel te kunnen investeren. Mijn tweede stelling is dat het investeren in transformatieprocessen van mensen in gebieden een noodzakelijke voorwaarde is om in duurzaam landschapsherstel te kunnen investeren.
Lees ook het artikel The EU Green Deal requires a Landscape Approach van Willem Ferwerda in Medium.
Vraag: waarom focus je je op de combined zone?
Als je die combined zone niet hebt, krijg je een verstedelijking, met slechts een paar beschermde gebieden. Het platteland is cultuur. Het platteland is nodig voor de diensten die daaruit voortkomen. Het weghalen van de gecombineerde zone is een technische oplossing van mensen die uit de stad komen. Het is een IT-oplossing, die virtueel is, maar niet kan.
Pas op voor een focus op regenerative agriculture
We moeten oppassen dat grote bedrijven nu weer achter regenerative agriculture achterlopen. Maar we hebben een holistische kijk nodig. Regeneratieve landbouw is daar slechts een onderdeel van.
Breakoutgroep 1: Investeren in transformatieprocessen van mensen in gebieden is een noodzakelijke voorwaarde is om in duurzaam landschapsherstel te kunnen investeren.
In de kleine groep leven een aantal brandende vragen over situaties rond concrete gebieden waarbij deelnemers zelf betrokken zijn, w.o. bescherming van Yasuni in Ecuador en Nationaal Park Texel. Willem geeft aan dat pogingen voor natuurbeheer vaak stranden doordat er onvoldoende is geïnvesteerd in de ontwikkeling van een gezamenlijke visie op het landschap, waarbij alle stakeholders betrokken zijn vanaf het begin. Pas dan kan je op zoek gaan naar alternatieve business modellen. Het opzetten van ‘landscape partnerships’ is een belangrijke sleutel voor succes. Een probleem is dat investeerders in de regel op zoek zijn naar succesvolle projecten, maar niet bereid zijn in een voorstadium te investeren in een landschap partnerschap. Niemand wil ‘transformatiegeld’ betalen. In Ecuador bleek de bescherming van Yasuni een politieke actie, die niet werd doorgezet. Er zijn voorbeelden van gebiedsontwikkeling waarin landbouw en natuurbeheer elkaar niet tegenwerken, juist goed samengaan. Dat is ook de inzet van de samenwerking onder de titel WIJ-land, waarbij Commonland betrokken is. Boeren gaan een beweging creëren en naar een zoneringsaanpak. Ook het innovatielab “Voor de Oogst van Morgen” is een goed voorbeeld, waar nu ook regiolabs uit voortkomen. Het gaat om de ecologie van het systeem, en boeren hebben daar niet vanzelf inzicht in die goed te ‘lezen’ en begrijpen. De vraag is gesteld of het toekennen van rechten aan natuurgebieden, zoals aan de Waddenzee of een rivier, kan helpen bij het beschermen van de natuur. Willem geeft hierop een positief antwoord, het zou kunnen helpen, maar is nog niet gebeurd. Willem ziet goede mogelijkheden dat rechtszaken gewonnen kunnen worden wanneer bijvoorbeeld de rechten van een rivier worden geschonden.
Vanuit het idee van de ‘commons’ – de bodem, de lucht en water zijn publieke goederen – wordt nu gedacht over rechten van de bodem, en de bodem een stem geven.
Breakoutgroep 2: Als wij kansenongelijkheid (in Nederland of elders) fundamenteel willen aanpakken, moeten wij onze instituten en machtsstructuren radicaal omgooien. En deze voorzien van een integrale visie omtrent inclusie, gericht op het vergroten van inspraak en representatie van kansarmen en minderheden.
De discussie gaat met name over de strategische implicaties van de stelling, met vragen als: Wie (en wie zijn dan ‘zij’?) zijn ‘wij’?, Wat is dan onze veranderstrategie? Werken we binnen of buiten het bestaande systeem?. Roel blijft achter zijn stelling staan met een pleidooi voor radicaliteit. Andere
stemmen gaan uit van een meer geleidelijke strategie: het gaat om inclusie in de praktijk met concrete activiteiten, die kunnen worden opgeschaald. Somya wijst op het belang van systemische verandering in het onderwijs en bedrijfsleven, waar ‘empowerment’ concreet moet worden, maar stuit op gebrek aan geld, aan urgentie, aan concrete actie en het gemis van een heldere rol van de
overheid hierbij. Er wordt gepleit voor concrete initiatieven naast het bestaande systeem; creatieve
voorbeelden die tot navolging leiden (zoals de Wereldwinkels indertijd, het plan om de wereld op de Werelderfgoedlijst van UNESCO te zetten), een morele benadering met respect voor het bestaande.
De rol van het bedrijfsleven in het economisch domein komt aan de orde. Besluiten van bedrijven om niet meer te adverteren als protest (Black Lives Matter, Facebook) kunnen leiden tot verandering.
We wordt geconstateerd dat we stelling 10 bespreken zonder daarmee de verbinding te leggen met stelling 15. De spanning tussen deze twee kan nog beter worden geanalyseerd. Herman Mulder pleit voor de Worldconnectors als ‘proeftuin’ voor inclusiviteit, en voor het openstellen van dialogen voor mensen met een fundamenteel andere mening.
Breakoutgroep 3: Investeren in transformatieprocessen van mensen in gebieden is een noodzakelijke voorwaarde om in duurzaam landschapsherstel te kunnen investeren.
De vraag is of je eerst de mensen moet transformeren of dat je het tegelijkertijd moet doen met de start van gebiedstransformatie. We vinden het moeilijk om ons zelf in breder perspectief te zien, zowel bij het landschap als in de diverse samenleving. Belangrijk is dat er lokaal moet worden gekeken en de aanpassing en oplossing hier vandaan komt. De oplossing moet echt zelfdragend zijn, empowerment van het individu is dan voor beide SDGs belangrijk. Het concept taal komt bij beide SDGs aan de orde. Mooi dat bij Commonland, Theory U aan de basis staat voor verandering. Daar komt ook de kijk op jezelf naar voren en hoe het individu zich verhoud tot het collectief. Corporaties leggen mooi de verbinding tussen een onderwerp en het belang van inclusivitiet. Ze laten zien dat samenwerking mogelijk en essentieel is in landschappen, om te wonen, arbeidsongeschiktheid (Broodfonds) en schone energy. Het is een economische eenheid maar gaat uit van de eenheid ‘ het individu’ die zich aansluit en dan samen vorm geeft aan de transformatie.
Het SDG Spotlight Report NL (i.o.) heeft in 2020 de focus op SDG10 en SDG15 omdat deze SDGs op heel veel plaatsen in de wereld ook echt verbonden zijn; de problemen en de oplossingen. Voor Nederland is de oplossingsrichting voor het herstellen van onze eco-systemen en behouden van landschappen ook te vinden bij het duurzaam integreren van de mens en menselijk activiteit in het landschap.
Luisteraar
Jan van de Venis:
Waarnemend
Ombudspersoon Toekomstige Generaties en
eigenaar advocatenkantoor JustLaw
SDG 10 ‘Minder ongelijkheid’ en SDG 15 ‘Leven op het land’ – hoe verbind je
binnen deze thema’s? We hebben ons vandaag vanaf het begin gericht op
verbinding; op samenhang. Op wat we zien en horen en ook op wat we niet horen.
Op de gevestigde orde en belangen en alles daarbuiten: vernieuwing in
verbinding. Leiderschap met bewust zoeken naar wijsheid. ‘Minder ongelijkheid’
en ‘Leven op het land’ – hoe verbind je binnen deze thema’s? Nou, bijvoorbeeld
zoals Jade het deed: Ze nam ons mee vanuit inclusiviteit. Focussen we op
“Minder ongelijkheid” zoals SDG 10 vaak wordt aangehaald of juist naar meer inclusief,
gelijkwaardig, ‘just’. Het Earth Charter is juist hier vol van. Ook t.a.v.
verbinding met al het leven en SDG 15: Leven/natuur op het land. Met Roel
duiken we de diepte in van SDG 10: inkomen, culturele achtergrond, onderwijs,
uitsluiten en gebrek aan rolmodellen en representatie vanuit achtergestelde
groepen, blinde vlekken in onze dominante cultuur: onze samenleving houdt veel
soorten ongelijkheid in stand. Met dialoog, erkenning, representatie naar een
collectieve visie: daar ontstaat inclusie. Inspraak vanuit diversiteit voor een
mooiere, meer verbonden samenleving. Diversiteit. Met Willem duiken we de
diepte in op SDG 15: leven op het land. Onze ecosystemen staan onder druk, maar
landschapsherstel is goed mogelijk. Daarbij zijn alle SDGs nodig van bijv. meer
gender equality (meer actieve vrouwen bij kleinschalige en grotere projecten),
via minder honger en beperken klimaatverandering tot meer inclusieve
samenlevingen. “Inclusief, systemisch en lange termijn” zo moeten we werken. De
mens van Ego (en buiten de natuur) terug naar Eco (onderdeel van en binnen de
circle of life). En wat zien we: land restoration levert op! Natuurlijk,
sociaal en financieel kapitaal. Inspiratie wordt hervonden waar hopeloosheid
eerder regeerde. En hoe doe je dit? Ja, inclusief vanuit diversiteit. Samen:
co-initiation, co-operation en nog veel meer co’s. Samen naar ecosystem
restoration. Tjonge wat lijkt dit op ‘niet gerepresenteerde’ samenlevingen.
Diversiteit. We zijn divers. Iedereen is anders. Maar er is ook meer wat ons
verbindt dan wat ons scheidt. Wat verbinden wij vandaag? Worldconnectors,
verbinders van werelden. Vandaag ontstaat de verbinding vanuit integrale
inclusie en diversiteit.
Biodiversiteit die wordt gezien en gewaardeerd ‘in het leven op land’ leidt tot gezondere, veerkrachtige en gebalanceerde ecosystemen. Goed voor het land. En de mens; voor al het leven.
Biodiversiteit
die wordt gezien en gewaardeerd op ‘minder ongelijkheid of meer inclusief’
leidt tot gezondere, veerkrachtige en gebalanceerde samenlevingen. Goed voor de
mens, de samenleving, de natuur; voor al het leven. Diversiteit in verbinding,
goed voor samenlevingen en natuur. Onze voorouders waren ook extreem divers.
Zoek het maar eens uit, binnen 7 generaties zitten 256 voorouders. Daar zit bij
mij alleen al zoveel in. Ja veel boeren, maar ook binnen en buitenland,
kroegbaas en activist op geheelonthouding, dominee en zakenman, knecht en
burgemeester. Dit zit allemaal in mijn systeem, in mijn DNA. Hoe divers zullen
onze nakomelingen dan dus ook zijn, 7 generaties vooruit. We helpen ze nu al
door te verbinden, ‘diversiteit in verbinding’.
Toverwoorden voor Worldconnectors. Toverwoorden voor alle SDGs. ‘Diversiteit in
verbinding’ begint vandaag: immers “We implement this agenda for
the benefit of all, present and future generations.”
Andere punten die uit de dialoog kwamen:
- Het einde van de armoede vraagt om een nieuwe opvatting over het verdelen van de opbrengst van ons economisch handelen. We denken vaak dat immigranten vooral van alles moeten leren over de meerderheidsgroep, met weglating van wat we allemaal kunnen leren van elkaar. Voor beide kanten (de monocultureel en de bicultureel) valt iets te winnen bij hoe men in gesprek met elkaar gaat. De invalshoek en houding die men naar elkaar heeft. Het is een combi van systeemverandering en focussen op de individu (empowerment en awareness)
- We moeten de stad weer verbinden met het platteland en meer naar elkaar luisteren.
Estafette – volgende dialoog (7 juli 2020):
Ook dit keer sprongen er een aantal punten uit. Deze nemen we mee naar volgende week:
Volgende week, 7 juli is Dialoog op Dinsdag nr5. waarbij SDG 7, betaalbare en schone energie en SDG 13, klimaatactie centraal staan. Na de zomervakantie zullen wij weer verder gaan met de dialogen. Dit is de voorlopige planning (starttijd 15.00):
15 sept: Dialoog op Dinsdag nr6; SDG 3 Gezondheid en 6
Schoon water en Hygiëne (digitaal)
29 sept: Dialoog op Dinsdag nr7; SDG 4 Onderwijs en 14 Leven onder water (digitaal)
13 okt: Dialoog op Dinsdag nr8; SDG 5 Sexe gelijkheid en 16 Vrede en Sterke
instituties (digitaal)
27 okt: Afsluitende Round Table SDG 17 Partnerschappen (fysiek, locatie ntb)