Dialoog op dinsdag #7: SDG 4 en SDG 14 beyond Corona

Dialoog op dinsdag #7: SDG 4 en SDG 14 beyond Corona

Online, 29 september 2020

Moderator Alide Roerink (Earth Charter Nederland) en Veronique Swinkels (Worldconnnectors)

Facilitatoren breakout sessies: Jan Bouke Wijbrandi (Worldconnectors), Sander van ’t Foort (Worldconnectors), Veronique Swinkels (Worldconnectors) en Alide Roerink (Earth Charter)

Dinsdag 29 september vond er weer een dialoog plaats. SDGs 4 en 14 stonden centraal. Welke invloed heeft Corona gehad op ons beeld van de SDG’s? Heeft de Coronacrisis onze mindset tegenover de SDG’s beïnvloed? Wat zijn de volgende stappen? Tijdens deze dialoog werden we geïnspireerd door Giuseppe van der Helm en Li An Phoa. Caroline van Leenders en Emma van der Steen luisterden en reflecteerden op wat ze gehoord hebben. Met 25 deelnemers zijn we de diepte in gegaan.

Estafette: Bij de vorige, 6de dialoog stonden SDGs 3 en 6 centraal. De punten die er in de vorige dialoog op dinsdag uitsprongen:

  • Het belang van een nieuwe mindset: dat we te maken hebben met een solidariteitscrisis is met de Klimaatcrisis al duidelijk, echter heeft Covid-19 dit nog meer aangekaart. Het heeft geen zin als mensen alleen hun eigen doelen behalen. Deze crisis komen we alleen uit door samenwerking. Solidariteit is 100% eigen belang.
  • Covid 19 heeft de wereld 3 stappen vooruit gelanceerd wat betreft digitale ontwikkelingen. Dit biedt grote kansen voor gezondheidssystemen. Hoe kunnen we van deze ontwikkelingen gebruik maken om inclusiever (internationaal) onderwijs, onderzoek en innovaties bewerkstelligen die ook aansluiten en bereikbaar zijn voor low and middle income countries (LMIC)
  • Zonder water geen leven. SDG 6 en SDG 14 hebben een spilfunctie ten opzichte van de andere SDG’s.
  • Er moet dringend iets gedaan worden aan de wereldwijde waterschaarste. Waterpijpleidingen kunnen tekorten opheffen. Het grootste verbruik van zoet water in Nederland zit in de productie van veevoer. Op de korte termijn kunnen gedragsveranderingen enorme impact hebben.
  • Door de belangen van de natuur beter te behartigen en duidelijke rechten aan de natuur te geven, beschermen we onze leefomgeving en die van toekomstige generaties. 
  • Structurele oplossingen vragen om inbreng van diverse bronnen; geschiedenis, inheemse volkeren, buitenlandse context, recht en toekomstdenken.

Bij wijze van ‘incheck’ nam Veronique Swinkels ons mee in een oefening. Geïnspireerd door een vertegenwoordiger van het verzet in Hong Kong, vroeg Veronique de deelnemers om zich te verplaatsen in het leven van een waterdruppel. “Be like water.” Be like water, wat bedoelt hij dan eigenlijk ? Wat doet het met je ? Na een paar minuten als waterdruppel, stroomend door rivieren, in wolken, in de regen, werd op deze ervaring in de chat gereflecteerd.

De volgende reflecties kwamen daar aan bod: mee met de flow, een met de natuur, geen angst, stromend en krachtig.

Alide Roerink legt de verbinding met het Earth Charter:

Een inspiratiebron voor de dialog op dinsdag is het ethische kader van het Earth Charter. Een paar principes uit het Earth Charter, als ethisch kader voor de implementatie van de SDG’s, springen eruit in relatie tot SDG’s 4 en 14:

De preambule van het Earth Charter spreekt over de veerkracht van de levensgemeenschap en over het welzijn van de mensheid, die afhankelijk is van een gezonde biosphere met al haar ecologische systemen.

In het 9de principe van het Earth Charter ‘Maak een einde aan armoede’ staat: garandeer het recht op drinkwater, schone lucht, veilig voedsel onvervuilde grond, beschutting en veilige sanitaire voorzieningen. Het tweede punt gaat meteen over onderwijs: ‘Stel ieder mens middels onderwijs in staat zich te verzekeren van een veilig en duurzaam bestaan’. De link tussen een duurzaam bestaan op deze wereld en onderwijs wordt daarmee duidelijk verwoordt in het Earth Charter.

Inspirator Giuseppe van der Helm: Worldconnector en Earth Charter vriend, Directeur van de coalitie Leren voor Morgen, Coordinator SDG 4 voor de SDG Alliantie.

Onderwijs- wat het is en wat het moet zijn

Over onderwijs heeft iedereen wel een mening- niet gek als je bedenkt dat we er allemaal mee te maken hadden, hebben, of weer mee te maken krijgen via onze kinderen en kleinkinderen. Al die meningen leiden echter zelden tot een nieuwe koers. En dat terwijl er enerzijds toch hele andere inzichten tot ons zijn gekomen, via de praktijk in andere landen of in andere tijden (Montessori, Dalton, Vrije Scholen). Anderzijds lijkt het soms dat de mogelijkheden van het huidige systeem onvoldoende worden benut. Een voorbeeld hiervan is het huidige systeem, dat ooit het Mammoetsysteem werd genoemd. Het grote voordeel daarvan was dat je gemakkelijk kon switchen tussen schooltypes. Na tientallen jaren zien we een splitsing tussen VMBO en HAVO/VWO, en constateren we dat schakelen zo moeilijk is. Duhh- misschien hadden we die muren niet moeten neerzetten?

Of kijk eens naar de Cito-toets- om gelijkheid te bevorderen is het advies van de docent leidend geworden. Nu we constateren dat dit alleen maar tot een grotere ongelijkheid leidt gaan we dit weer enigszins terugdraaien. Vind je het dan gek dat veranderingen als lastig worden gezien?

En dan is er de politiek. Twee jaar geleden vond men het een fantastisch idee om nieuwe leerdoelen voor het PO en VO vast te laten stellen door docenten zelf- let wel, alleen kennisdoelen, geen vaardigheden. Waarbij er zowaar naar de integratie van een aantal vakken gekeken werd. Na het eindrapport, twee jaar later, constateerde de politiek dat er onvoldoende naar vaardigheden was gekeken (duhh), er te weinig docenten bij betrokken waren (maar 150) en er vooral aandacht moest komen voor lezen en schrijven. En om de verwarring die hiermee ontstond te bestrijden, en vooral om de snelheid van verandering eruit te halen, werd er een commissie van wijzen ingesteld..

Een ervaren beleidsmaker in het mbo zei me vorig jaar: “Ons onderwijssysteem is erop ingericht om zoveel mogelijk studenten in zo kort mogelijke tijd tegen minimale kosten klaar te stomen voor een beperkt algemeen niveau.’ Toe ik vroeg wat hij dan voorstelde, zei hij me dat hij de leerling het uitgangspunt moest zijn, niet het systeem. Nu gaan we nog teveel uit van beperkingen, in plaats van vaardigheden. We besteden veel aandacht aan de struikelvakken, in plaats van iemand te laten excelleren op de zaken waar hij of zij goed in is.  Niet gek dat we als land achterlopen in innovatie.

En dan hebben we de olifant in de kamer nog niet genoemd: de omgeving. Want intussen smelt een miljoen ton ijs per minuut, en verdwijnen er 30 voetbalvelden regenwoud in diezelfde minuut. Twee derde van alle landdieren is verdwenen in 40 jaar, en van alle levende zoogdieren loopt nog maar 4% vrij rond. En om de ellende nog groter te maken gebeuren al die veranderingen niet langer lineair, maar exponentieel- iets waar we als soort niet kunnen begrijpen. Zoals we zien met de coronacrisis.

Wat is dan het doel van het onderwijs? Leren als in de 19e eeuw, waarin we opgeleid werden tot brave productiekrachten? Het doel is toch zeker het voorbereiden van onze kinderen op de maatschappij van de toekomst? Niet alleen om een baan te vinden en keurig economisch renderend menselijk kapitaal te vormen, maar ook om zich te ontwikkelen, tot bloei te komen en zich te leren verhouden tot anderen? Denk eens aan al die waterdruppels, die uiteindelijk toch een oceaan worden. En daarbij speelt kennis weliswaar een rol, maar nu die sterk veranderd en overal te vinden is, zijn vaardigheden misschien wel belangrijker. Kritisch denken, waardenbewust zijn, verantwoordelijk handelen, samenwerken, creativiteit, ondernemerschap… Vaardigheden die we in deze tijd goed kunnen gebruiken, zeker als je ziet dat we van die verantwoordelijkheid, dat kritische denken en die samenwerking weinig terechtbrengen.

Duurzaamheid is niet een extra vak, waarmee we in het transactionele model van OCW (en Trump) een ander wat moet inleveren, maar gaat over het voorbereiden van onze kinderen op de toekomst. Duurzaamheid moet onderdeel worden van elk vak, en vak- en leerjaaroverstijgend zijn. We kijken daarbij integraal naar het onderwijs, volgens de Whole School Approach. En de SDG’s vormen daarbij, in ieder geval tot 2030, ons kompas.

De afgelopen 20 jaar is een grassroots beweging ontstaan, voornamelijk via docenten en NME-centra. Al dat enthousiasme wordt vaak getemperd door bestaande structuren, kaders, methodes en verplichtingen. Nu is het zaak om duurzame ontwikkeling met de overheid, ouders, en vooral met schoolleiders en besturen te verankeren in niets minder dan een systeemverandering. Waarbij de tijd dringt. We kunnen jullie hulp daarbij goed gebruiken, en ik ben benieuwd naar jullie gedachten hierover.

Stellingen: Hoe breng je een systeemverandering in het onderwijs tot stand? Wie moeten we daarvoor bellen? En daaronder, over ons: hoe bouw je LvM om van een projectorganisatie tot een beweging voor die systeemverandering?

Inspirator Li An Phoa: Earth Charter Vriendin, Oprichter van Spring College, van Drinkable Rivers. Li an ziet de kwaliteit van water als een indicator van de kwaliteit van leven. Li An maakt wandelingen, van ‘source to sea’, en is een echt buiten mens.

We noemden het net al, de bronnen, de SDG’s en het Earth Charter. Giuseppe noemde ook al het kompas, ook onderdeel van water. Als we dan terug denken aan het kompas, dan is de poolster waar we op navigeren. Bij deze combinatie van “bronnen” en “poolster” kom je bij mij op een drinkbare rivier uit. Als nou de hele wereld, waar iedereen deel  uitmaakt van stroomgebieden, of je nu in de Sahara zit, waar stroomgebieden niet helemaal de zee bereiken, of hier in Nederland waar we het laaggelegenpunt zijn waar al het water naar toe stroomt. Er zijn overal ter wereld stroomgebieden.

Toen ik zelf een rivier af kanoede in het noorden van Canada en de schoonheid heb ervaren van een rivier die helemaal drinkbaar is, ontstond het idee van Drinkable rivers. Toen die rivier nog geen drie jaar later niet langer drinkbaar was, raakte ik doordrongen van de realiteit van de kwetsbaarheid, en onze verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor rivieren. Op dat moment werd er voor mij een persoonlijk kompas geboren.

Ik stelde mijzelf vanaf dat moment in al mijn keuzes de volgende vraag: helpt dit richting drinkbare rivieren, of niet?

Ik denk dat we nu, met Covid-19, in een tijd zijn aanbeland waar niets meer vanzelfsprekend is, waar bestaande gewoontes doorbroken worden. Ik vind dit een veel realistischere staat van zijn, dat we elk moment ververst worden. We moeten iedere keer weer met elkaar op de hoogte zijn van wat de huidige staat is. Dat ververst kijken elke dag, naar jezelf, naar de wereld, naar elkaar, naar de verhoudingen, gericht op de bronnen, vind ik eigenlijk wel iets wakker-makends. We zijn nu in de herfst, en hebben geoefend met op onszelf zijn, in onze kleine werelden en niet langer zo van hot naar her te gaan. Ik merk dat er nu zo veel behoefte is aan aanraking, handen schudden, de schouderklop, de omhelzing. Dat element van menszijn is ook dus niet meer vanzelfsprekend. Hoe komen we hier gezamenlijk doorheen zonder te vervallen in een zwaarte of depressie?

Het verhogen van bewustzijn versnelt juist nu dat niet alles vanzelfsprekend is. Ook rondom de SDG’s is het bewustzijn gegroeid. Dit bewustzijn moet constant gekoppeld zijn aan actie. Het kan niet los staan van elkaar. Anders wordt het te zwaar, dat zie je al bij veel jongeren. De actie kan ook steeds uit kleinere onderdelen bestaan. Bijvoorbeeld; voordat ik aan de Maas wandeling begon in 2018 schreef ik alle burgemeesters van gemeenten die aan de Maas grenzen een brief. Ik schreef 163 brieven en kreeg maar een reactie terug. Ik ging alsnog. Nu, twee jaar later, is er een Maasburgemeestersnetwerk ontstaan, omdat ik elke burgemeester die ik tijdens mijn wandeling opzocht en aansprak met elkaar in contact bracht. Inmiddels hebben ze elkaar al een paar keer ontmoet. Dit is een voorbeeld van zo’n kleine actie die opeens vrij snel en wonderbaarlijk loopt.

Wat je in SDG 14 leest over de oceanen is evenzeer van toepassing op de rivieren, de lucht en de bodem. Het zijn basisprincipes waar alles van afhankelijk is. Ik zeg: laten we de SDG’s veel meer op dat diepere niveau aanvliegen en vervolgens heel concrete oplossingen aandragen.

Ondanks de aandacht voor de SDG’s maar ook de Europese Kaderrichtlijn Water, was er afgelopen zomer een afname van de trekvissen met 70 procent. Het is zo alarmerend. Het is belangrijk om een narratief te creëren waar juist heel veel van die kleine initiatieven veel meer zichtbaar gaan worden. Het is belangrijk om dat ook echt meer gewicht te geven om te komen tot systemische veranderingen. Met kleine initiatieven zoals Drinkable rivers en Leren voor Morgen kun je veel meer krachten bundelen. Samenwerking zou dit echt kunnen creëren. Wat multinationals achter zich hebben, hoe kunnen wij dat, als kleine initiatieven, ook achter ons krijgen zodat we niet onze tijd hoeven verspillen aan zaken als financieringen aanvragen en websites maken.

Stellingen:

In veel van onze instituten en zelfs ook binnen de SDG’s wordt onderscheid gemaakt tussen bijvoorbeeld: ecologie en hydrologie en tussen zout (oceanen, marine systemen) en zoet water. Hoe zorgen we er voor dat dat onderscheid wordt opgeheven zodat we veel meer tot systemische oplossingen komen?

Laat de lessen en de logica van een stroomgebied spreken: gestroomlijnd, zonder harde conceptuele grenzen. De implicatie daarvan is dat SDG 14 dan ook over drinkwater gaat. En SDG 6 gaat dan ook over ecologie.

Break-out groep 1:

De stelling voorgelegd door Giuseppe van der Helm is het startpunt voor de dialoog in kleine groep: “Hoe brengen we systeemverandering in het onderwijs tot stand? Hoe kunnen we verandering ten goede versnellen, hoe krijgen we partijen in beweging, wie moeten we bellen?”

Giuseppe geeft nadere toelichting: In het onderwijs lijkt men altijd bezig met sub-optimalisatie, terwijl het systeem zelf in het nauw is. Er zijn veel stakeholders, net als in de zorg. Graduele verbeteringen worden aangebracht, maar deze hebben geen enkele relatie met de grotere omgeving, zoals klimaatverandering. Het onderwijs zit in de loopgraven. Hoe krijgen we het voor elkaar dat bijvoorbeeld leerlingen bijdragen aan de ontwikkeling van producten en diensten van de toekomst, bijvoorbeeld aan elektrische auto’s?

Een eerste reactie op de stelling is dat wij in het onderwijs meten met het verleden, met oude kennis. Hoe is het mogelijk een mammoettanker te keren? We zitten met elkaar vast als in ijs bevroren. Vakken zouden weer fluïde moeten worden, het zal in de lessen over thema’s moeten gaan. “Ieder wordend kind heeft zin in de toekomst.”

Het is een urgent probleem is, we hebben te maken met snelle veranderingen, denk aan het internet en het effect daarvan op onderwijs. Feiten zijn op te zoeken, het gaat nu om de vaardigheden hiermee om te gaan. Giuseppe merkt op dat dit één van de leergebieden is die zijn weggeschoven. Het probleem is dat het lijkt dat er van alles mogelijk is, zoals masterclasses, 2-talig onderwijs en creatieve projecten, maar zo gauw het eindexamen dichtbij komt moeten alle leerlingen in hetzelfde ritme lopen. De nieuwsgierigheid wordt in de kiem gesmoord.

Wie te bellen? Een antwoord ligt wellicht in het buiten de box stakeholders betrekken. Voorbeelden zijn “Make Holland great again” en “Broek in Waterland”, leuke manieren om integraal te werken.

Een suggestie wordt gedaan om een thema als water in het onderwijs tegen het licht te houden van alle SDGs, en zo bewustzijn te bevorderen. Circulair denken en werken bevorderen in plaats van lineair.

Break-out groep 2:

In haar blog gaf Li An Phoa aan dat we de SDG’s te veel als afzonderlijke silo beschouwen terwijl er heel veel samenhang tussen de SDG’s bestaat. Het onderscheid tussen hydrologie en ecologie is een voorbeeld van zo’n silo. Ze pleit er voor om te denken vanuit ‘de logica van het water’. We moeten volgens haar de dialoog ook stimuleren. Ze stelt tot slot een aantal vragen: Wat hebben we te leren zodat het een leefbaar systeem wordt? Wat is een leefbaar systeem? Wat als je het een met het ander combineert, krijg je dan een sterker systeem?

Er werd gepleit voor een integrale benadering aan de hand van de vraag: ‘Hoe laten we de lessen en de logica van een stroomgebied spreken?’ We zouden water en stroomgebieden als leraar moeten zien en daarna pas technici aan bod laten komen.

Er werd gekeken naar welke partijen hier een bijdrage aan zouden kunnen leveren. De EU werd als een van deze genoemd. Hierbij werd het belang van werken met KPI’s benadrukt – niet alleen voor harde euro’s, maar ook voor andere waarden.

Wellicht kunnen de circles of 17, waarbij problemen vanuit alle SDG’s worden benaderd, tot nieuwe inzichten leiden. Ook innovaties kunnen een grote rol spelen.

Caroline van Leenders heeft een boek geschreven ‘Tien tips voor systeemverandering’. Uit haar boek blijkt dat verandering over nieuwe indelingen en nieuwe verbindingen gaat. Nieuwe onverwachte coalities zijn nodig voor systeemverandering. Die kan je exponentieel laten groeien door feedbackloops. Haar tips zijn zonder meer bruikbaar in het integrale denken over SDG 14.

Break-out groep 3:

Break-out groep 3 ging in gesprek rondom de vraag: ‘Hoe komen we in beweging tot systeemverandering in het onderwijs naar meer duurzaamheid?

Uit het gesprek kwam naar voren dat hier verschillende invalshoeken en meningen over bestaan:

  • Zorg voor inspirerende onderwijsvormen die kinderen aanspreken en engageren. Begin vooral binnen de school zelf.
  • Er is een fundamenteel verschil tussen ‘leren’ en ‘onderwijs’. Dat laatste is georganiseerd, geïnstitutionaliseerd en is daarmee vertragend.
  • Inclusiviteit in het onderwijs kan de complexiteit ervan vergroten.
  • De overheid heeft een belangrijke rol als koepel die alles overziet.
  • Kun je het systeem wel veranderen, of laat het systeem in Nederland ook ruimte voor een eigen invulling, dus verandering binnen het systeem. (voorbeeld: ecoschools, UNESCO scholen)
  • Ga naar de besturen.
  • Zet de leerlingen centraal en vraag hun mening.
  • Verbind leerlingen en docenten beter met elkaar als het over de kwaliteit en inrichting van het onderwijs gaat.

Op de vraag: Wie moet je bellen om het systeem te veranderen? bleken er evenveel antwoorden als er partijen te zijn.

Break-out groep 4:

De logica van de stroomgebieden is er een van een wereld zonder harde conceptuele grenzen. Water is lange tijd te veel gezien als vuilnisbak. Maar het is onze lifeline. Binnen ecosystemen is water de verbinding. Water staat voor ketenverbinding. Het raakt ons allemaal; mensen, voedsel en natuur. Water verbindt alles. De visualisatie van de druppels was mooi. Samen zijn we toch een hele grote rivier.

Het idee van de stroomgebieden roept het beeld op van afvalstromen. Waar komt het afval vandaan en waar gaat het naar toe? En wat/wie wordt er onderweg door aangeraakt. Het begint met een goed gesprek  met een onverwachte connectie, daardoor is samenwerking op alle niveaus mogelijk. Het gaat om het besef van het eigen gedrag. Hoe kunnen we ons verhouden tot onze consumptie en de plastic soep waar we in terecht zijn gekomen?   

Het is belangrijk dat de SDG’s holistisch worden bekeken en aangepakt. We moeten ons niet te veel verbinden met een SDG dan wordt je zelf een silo. Onderwijs is hierbij ook belangrijk. Kinderen moeten veel te vroeg een vervolgopleiding kiezen. Hiermee hebben ze geen tijd om het grotere geheel te leren zien. Uiteindelijk gaat het in onderwijs om zelf-emancipatie, mensen in hun kracht zetten, jezelf in je kracht zetten.

Voordat het woord gegeven werd aan onze luisteraars werd de deelnemers gevraagd om de highlights van de breakout sessies mee te geven, met een focus op punten waarin je je verder zou willen verdiepen of follow-up aan zou willen geven. Deze punten werden gedeeld in de chatbox. Een kleine greep daaruit:

Verbinding leggen tussen leerlingen en docenten, begin kleinschalig bij de school niet bij het systeem. Betrek iedereen bij het gesprek anders wordt het een feestje van hoogopgeleiden, gelijkgestemden die het met elkaar eens zijn. Systeemveranderingen liggen niet bij een actor maar bij de hele keten van overheid tot leerling. Er is een nood voor goede marketeers om de urgentie van het onderwijs probleem stevig op de landelijke en wereldwijde agenda te krijgen. Gebruik het grensoverschrijdende van stroomgebieden om silos af te breken. Think global, act local.

Earth charter vriend Dick de Groot heeft een manifest geschreven over veranderingen in het onderwijs. Je kunt deze terug vinden op zijn profiel op de Earth Charter website. Hij licht toe:

Hij schreef het manifest naar aanleiding van deze onzekere tijden met betrekking tot Corona maar ook zeker klimaat verandering. Het manifest gaat over de inhoud van het onderwijs, zoals dat al eerder in dit Dialoog op Dinsdag besproken is. Hoe kijken mensen naar mensen, welk mensbeeld heb je als uitgangspunt voor onderwijs? Op welke manier kun je leren beter benutten?

Luisteraar Emma van der Steen: Young Worldconnector, is de kant van de kunst op gegaan nadat ze international studies studeerde en daar binnen veel ervaring  opdeed met voedsel en een focus op Afrika. Tegenwoordig brengt ze met het medium van film/media zowel de schoonheid als de schade aan de Aarde in kaart zodat mensen het gevoel van urgentie krijgen en overgaan tot actie. Emma schreef als haar reflectie op de dialoog het volgende gedicht: 

Wees als water

Stroom, leef, vloei, zoek

En zullen we dan samen?

En als je springt,

Wat heb je dan nodig?

De kracht

Om mee te veren

Zodat je niet valt

Maar verder kunt

En zullen we dan samen?

Leren voor Morgen

Giuseppe verteld

Want morgen is de toekomst

De toekomst van de kinderen

Die we willen voorbereiden

Niet met duurzaamheid als vak

Maar duurzaamheid in alles om ons heen

De tijd dringt

En we willen beweging

In het logge systeem

Als een steen die aan het water vraagt

Hou me vast en neem me mee

Li An en de kwaliteit van water

De kwetsbaarheid van drinkbare rivieren

Wat kan jij doen?

Om sterker terug te veren?

Ben jouw eigen kompas

Kijk opnieuw naar jezelf

Naar elkaar

Naar je omgeving

De tijd dringt

En we willen beweging

In het logge systeem

Als een steen die aan het water vraagt Hou me vast en neem me mee

Verandering in het onderwijs

We willen leren denken

Hoe we omgaan met de toekomst

Zoals Ignaz verteld

We meten met het verleden

We zitten met elkaar in ijs gebakken

Overal smelt het

Maar bij ons is het keihard

Het is tijd om de urgentie

Niet langer te ontkennen

Het is tijd voor ons eigen kompas

Help ik met mijn acties

Leerlingen om toekomstbestendige burgers

Te worden?

En als we dan springen

De toekomst in

Wat hebben we dan nodig?

De kracht om mee te veren

Zodat we niet vallen

Maar verder kunnen

En zullen we dan samen?

En als we dan springen,

Zullen we dan achter ons laten

Hoe het was

En als we dan springen

Zullen we dan mee nemen

Nieuwsgierigheid als ons eigen kompas?

Luisteraar Caroline van Leenders: Al ruim 20 jaar werkzaam bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Caroline richt zich op transitie naar duurzame ontwikkeling, faciliteerde de innovatieve community of financial institutions and natural kapitalen daarna de Green Deal op bedrijven en biodiversiteit.

Een aantal dingen die mij zijn bijgebleven:

Ten eerste, ik ken het werk van Li An, en ik ben het helemaal eens met wat ik vandaag in de sessie hoorde: dat je waterstroomgebieden moet gaan nemen voor de afbakening van gericht denken, een landscape approach. Ik werk zelf met het financiële sector, met biodiversiteit en ik pleit heel erg voor deze aanpak.

Ten tweede, het ging net al over een van de boekjes die ik heb geschreven: ‘Tien Tips voor Slimme Sturing’ en tip vier is: werk samen en verbind. Als je echte verandering wil moet je nieuwe coalities maken. Ik denk dat wat Li An aan het doen is, is ook onverwachte coalities maken. Zo’n club van burgemeesters die helemaal niet wisten dat ze zich tot elkaar verhielden, tot dat ze ontdekten dat ze allemaal burgemeesters zijn van eenzelfde rivier. Het interessante daarvan is dat dat soort coalities een kracht kunnen hebben die groter is dan dat jij en ik kunnen bedenken.

Als voorbeeld: ik heb een community gemaakt met financiële partijen. Een aantal van deze zeiden dat ze met elkaar verder wilden en hebben een nieuw groepje gevormd. Dat waren toen een paar financiële partijen die bij elkaar goed waren voor 84 miljard euros. Dat lijkt zo veel, maar op deze schaal is dat “peanuts”. Tot dat een aantal pensioenfondsen zich aan deze groep toevoegden, en er 600 miljard euros van maakte. Die gingen vooral met elkaar aan de gang met klimaatverandering, hoe kunnen we dat beter meten?

Deze coalitie werd ook voor de Nederlandse overheid interessant omdat het niet meer bestond uit één bedrijf maar uit vele. Dus wij gingen overal langs om ons werk te showcasen.

Drie jaar later, kreeg ik een mail van diegene die de groep heeft opgericht, van de ASN bank, en die zei dat er bij de conferentie van de VN een aantal partijen uit de Verenigde Staten zich bij hun hadden aangesloten. De groep werd dan zo groot dat het vier triljoen dollar under management had, 70 financiële partijen wereldwijd. Nu zijn ze zo groot dat de methode die zij met elkaar ontwikkeld hebben, de internationale standaard wordt. We zijn dus in drie jaar van een organisatie, de ASN bank, naar een internationale standaard gegaan, door een onverwachte coalitie, door slimme schakelingen met andere partijen zoals de overheid en de Nederlandse bank.

Zo kun je dus eigenlijk vrij snel gaan door slimme verbindingen te maken, door juist als overheid of andere systeemspelers aan te haken en dit soort zaken internationaal zichtbaar te maken. De communities, de burgemeesters zijn juist heel belangrijk, want daar ontstaat het vertrouwen om onverwachte dingen te doen. Vernieuwing is altijd een beetje eng en in die communities ontstaat het vertrouwen om op nieuwe manieren samen te werken. Ook dit keer sprongen er een aantal punten uit. Deze nemen we mee naar volgende week:

Estafette: Wat nemen we mee naar de volgende dialoog die zal plaats vinden op 13 oktober over SDG 5 (Sex ongelijkheid) en SDG 16 (Vrede en Sterke instituties).

  • Het belang van het creëren van een support netwerk om zo kleine duurzame ondernemingen en grass-roots initiatieven de kans te bieden om zich te richten op waarvoor ze opgericht zijn.
  • Het besef dat de SDG’s in samenhang moeten worden gezien en niet als losse onderdelen. Daar waar er sprake is van losse onderdelen (zoals bij oceanen, SDG 14 en rivieren SDG 6) moeten we dat zien te doorbreken.
  • “Be like water”, wees flexibel, ga mee met de flow, zoek de verbinding, blijf stromen en vernieuw je steeds opnieuw. Dan kom je ook uit je silo. Het stroomgebied van water verbindt hele ecosystemen en last zien dat de kwaliteit van leven sterk van elkaar afhangt.
  • Out of the box denken en onverwachte coalities creëren (zoals de Maas Burgemeesters of de financiële coalitie van Caroline van Leenders). Onverwachte coalities versterken het landschap. Deze doorbreken de harde conceptuele grenzen en brengen nieuwe verbindingen aan.
  • Het onderwijs kan veel verbeteren als het de leerling als uitgangspunt neemt, duurzaamheid integraal omarmt en de vraag beantwoord waar we nu precies mee bezig zijn; kinderen laten kennismaken met de relevante kennis en vaardigheden voor hun toekomst en ze in staat stellen het grotere geheel te zien.

Er staan nog twee dialogen rondom SDGs en Corona op de planning:

13 okt: Dialoog op Dinsdag #8; SDG 5 Sexe gelijkheid en  SDG16 Vrede en Sterke instituties (starttijd 15.30)
27 okt: Afsluitende Round Table SDG 17 Partnerschappen (starttijd 15:00)

Verslag Round Table 23 Maart 2020

Gegeven de recente uitbraak van Covid-19, werd besloten dat de Round Table niet fysiek, maar virtueel via Zoom werd gehouden. Er heeft zich een zeer interessant gesprek ontwikkeld over de uitgebrachte Groeibrief, de reactie van Worldconnectors en de rol van de Worldconnectors binnen een samenleving die veel aan het veranderen is.

Voordat de inhoudelijke bespreking begon vond de bestuurswissel plaats. Eerder kondigde Erik Thijs van Wedershoven zijn aftreden als voorzitter aan en droeg deze rol over aan de nieuwe covoorzitter, Jan Bouke Wijbrandi. Sander van ’t Foort is geïnstalleerd als nieuwe penningmeester. Vervolgens werden de Groeibrief en het Investeringsfonds inhoudelijk besproken.

Achtergrond van de Groeibrief

Een alliantie, bestaande uit o.a. SDG Nederland, heeft na de troonrede van de Koning in 2019 een brief gestuurd aan het ministerie van EZK, waarin werd aangespoord om vooral de SDGs mee te nemen in de aankomende Groeibrief. Toen de Groeibrief werd uitgebracht, waren de reacties onder o.a. de Worldconnectors gemixt. De Groeibrief ligt er, maar Minister Wiebes wil samen met de maatschappij kijken hoe die kan worden aangevuld.

De brief verstuurd vanuit de alliantie is een reactie op de Groeibrief en het Investeringsfonds. De Groeibrief behoudt een visie voor de komende 20 à 30 jaar. Nederland heeft echter al getekend voor een agenda voor de toekomst, namelijk de SDGs. In de Groeibrief staan zes gebieden waarin geïnvesteerd moet worden:

  • “Talentontwikkeling”: de verbetering van het onderwijs curriculum en het gericht inzetten van digitale hulpmiddelen om onderwijs op maat aan te bieden;
  • “Talent door ontwikkelen”: de gelegenheid bieden om een leven lang door te ontwikkelen, om zo de leercultuur te versterken;
  • “Iedereen moet mee”: iedereen de kans geven om zich maximaal te ontplooien. Dit is voornamelijk gericht op kinderopvang aanbieden, om de belemmering van (jonge) ouders en hun kinderen weg te nemen;
  • “Innovatie”: een strategie om bestaande ecosystemen te versterken en veelbelovende technologieën tot stand te brengen, die gericht zijn op het oplossen van maatschappelijke uitdagingen;
  • “Mobiliteit en bereikbaarheid”: efficiënt gebruik maken van de ruimte en een aanpak vinden waarin de leefbaarheid en bereikbaarheid van steden een belangrijke rol spelen;
  • “Transities”: Vernieuwing op het gebied van klimaat- en energietransitie en een transitie naar een circulaire economie toe te passen in alle sectoren van de Nederlandse economie.

De alliantie had graag de volgende dingen met de Ministers Wiebes en Minister Kaag willen bespreken:

  • Maak een plan voor de SDGs. Momenteel is er geen plan hoe de SDGs worden geïmplementeerd. Er is alleen sprake van jaarlijkse terugrapportage.
  • Dit plan moet een inclusief en transparant proces worden. Dit zou worden voorgelegd aan Minister Kaag.
  • De groeistrategie ligt er, maar er valt meer te winnen als er op een SDG manier naar kijkt. Bijvoorbeeld het gebied “Iedereen doet mee”. We zouden niet alleen moeten kijken naar de kinderopvang, maar ook naar genderongelijkheid of andere groepen die zich gehinderd voelen om mee te doen aan de arbeidsmarkt.
  • De SDGs zijn voor Nederland, maar ook voor de rest van de wereld. In de Groeibrief wordt voornamelijk naar Nederland gekeken, maar niet naar de relatie die Nederland heeft met de rest van de wereld. Aangezien het gaat over de groeistrategie van Nederland, is het belangrijk om ook te kijken naar de rest van de wereld en de invloed die Nederland daarop heeft.
  • Er moet meer naar de toekomst worden gekeken. De strategie is voor 20 à 30 jaar, dus we moeten het heden wat meer loslaten en beter kijken naar de toekomst. Wel kijken naar talentontwikkeling, maar dan moeten we kijken naar hoe de arbeidsmarkt zich gaat ontwikkelen.

Door een aantal Worldconnectors werd aangegeven dat het onderlinge verband tussen de zes punten van de Groeibrief niet aanwezig is. De brief doelt er op een vestigingsklimaat te creëren, maar dan alleen binnen Europa. De rest van de wereld wordt erbuiten gelaten. Verder werd er benadrukt dat op het moment alleen wordt gekeken naar het verdien vermogen en niet naar het brede model. De nadruk ligt op de groei, maar niet op de ontwikkeling in de brede zin.

Discussie Worldconnectors

Hierna werd de discussie opengesteld aan de rest van de deelnemers. Er werden eerst twee scenario’s geschetst die, gegeven de recente ontwikkelingen, het meest waarschijnlijk zijn.

  • Binnen een korte tijd is er weer controle over de wereld, of in ieder geval in Nederland. Vanuit daar weten wij wat onze opgave is voor de komende maand(en). Dit kan betekenen dat we snel terug gaan naar de politieke agenda voor deze tijd en dus dat de afspraak en de Brief zo snel mogelijk weer worden opgepakt. Als Worldconnectors kunnen we ons bredere perspectief gebruiken om de SDGs breed uit te dragen en die met onze bondgenoten versterken.
  • Als het eerste scenario niet lukt, dan is de kans groot dat de wereld behoorlijk veranderd is en toe is aan nieuwe afwegingen. Op het moment is iedereen in Den Haag drieëntwintig uur per dag bezig met de kortetermijngevolgen van de Covid-19 crisis. Zodoende is er op korte termijn geen vervolg van de Groeibrief mogelijk.

Hieruit kwamen een aantal belangrijke discussiepunten. Ten eerste, er werd veel nadruk gelegd op het belang van een intergenerationele en mondiale manier van naar de Groeibrief te kijken. Jongere generaties moeten meegenomen worden en we moeten opletten hoe de impact van onze economische groei ergens anders in de wereld impact heeft. Ten tweede moet er goed worden gelet op het in rekening brengen van de echte prijs. Er worden dan wel grote vorderingen gemaakt, maar het is niet voldoende om de prijs van deze vordering uit te rekenen. Kosten die worden gemaakt, zoals milieukosten, moeten in rekening worden gebracht.

Er werd vervolgens geopperd om een nieuwe preambule voor de Worldconnectors te schrijven. Waarom doen we wat we doen en in hoeverre is onze rol veranderd? Waar gaan we naartoe en waar staan we voor? Er wordt aan alle leden gevraagd om hierover mee te denken.

Verder werd opgemerkt dat het misschien realistisch is om buiten de lijntjes te gaan. Als Worldconnectors hebben wij altijd naast de politiek gestaan, nooit er tegenover. Maar stel dat er niet naar ons wordt geluisterd? Dan moeten we ook een strategie klaar hebben liggen om constructief te radicaliseren. Minder reactief en meer proactief.

Er werd aangekaart dat er momenteel een drie sporen beleid ligt:

  • Het spoor van de Groeistrategie en het Investeringsfonds. Het is momenteel nog de bedoeling dat dit huidige plan doorgaat, dus we moeten die agenda blijven volgen.
  • De Groeibrief is het idee van het huidige kabinet, maar er komt een nieuw kabinet. We kunnen als Wordconnectors de regeerprogramma’s van de partijen proberen te beïnvloeden met de SDGs.
  • Ten slotte, waarom moet het slechts over groei gaan, aangezien de discussie eigenlijk voorbij groei gaat? Groei was vroeger een redelijke maatstaf, maar dat is tegenwoordig geen goede indicator meer. Nu gaat het juist om een brede welvaart en het is aan de Worldconnectors om hier een fundamentele discussie over te voeren en met nieuwe en innovatieve ideeën te komen.

Afsluiting

De afsluitende conclusie wordt getrokken door de nieuwe covoorzitter. Hij geeft aan dat Worldconnectors een reality check zijn, waar wij een urgente rol in de samenleving spelen. Eventueel kan het zijn dat we teruggaan naar business as usual. Dan blijft onze agenda hetzelfde, maar dan is het wel een nog moeilijkere agenda. Het kan ook zo zijn dat deze situatie aanleiding geeft tot fundamenteel herdenken van wat groei is. Wat een samenleving is. Dat weten we nu nog niet, maar dat alleen al is een reden om de vinger aan de pols te houden als Worldconnectors en om bij elkaar te blijven komen om te kijken hoe deze tijd zich ontwikkelt, waarin wij de toekomstige tijd kunnen proberen zo goed mogelijk dichter bij te brengen.

Daaropvolgend wordt gekeken naar wat nou precies groei is en wat is dan verstandige groei. Hieruit volgen vijf lijnen:

  • Verstandige groei is groei in een mondiaal perspectief. Dus niet alleen de Nederlandse agenda, maar mondiale agenda. En daar hebben wij gelukkig de denkkracht van mensen die daar nu brieven over schrijven. We hebben de SDGs als een breed geaccepteerd framework in onze samenleving. Dus mondiaal perspectief.
  • Het tweede perspectief is het tijdsperspectief. We hebben het niet over alleen maar nu. We hebben het over de toekomst, over toekomstige generaties. Misschien zijn wij wel de laatste generatie die een aantal dingen nog kan doen. Dus laten we groei altijd plaatsen in het toekomstperspectief.
  • Het derde perspectief op groei is inclusiviteit. We kunnen heel veel externe effecten wegwerken. Dan zien we ze niet meer. Dan liggen ze in de toekomst of ze liggen ergens anders of ze liggen in de natuur, maar inclusiviteit betekent dat we rekening houden met al onze gedragingen en soms zijn de kosten hoger dan de opbrengsten. En dat we ook daarmee rekening houden met de werkelijke prijs die alles heeft. Daarin zitten ook het mondiale perspectief en het tijdsperspectief.
  • De agenda van Worldconnectors is niet een kwantitatieve agenda, maar het is een kwalitatieve agenda en het is een transformatieve agenda. Hoe gaan we dingen fundamenteel anders doen? Wederopbouw is bijvoorbeeld genoemd en het kijken naar een brede welvaart in plaats van een smalle welvaart.
  • De laatste kwalificatie van groei is de urgentie en het belang van ambitieus zijn. We kunnen geen genoegen nemen met dingen die nu zo ongenadig eens te meer aan het licht komen.

Wat is dan de strategie?

We hebben het gehad over groei, maar wat gaan we daarmee doen? Gaan we dan naar de huidige minister, de toekomstige regering? Of zeggen we, als nou een niemand naar ons luistert, wat doen we dan? Wat is dan constructief radicalisme? Staan we dan misschien tegenover een overheid in plaats van naast een overheid en hoe gaan we met dit soort vragen om? Dit zijn allemaal vragen waar we de antwoorden nog niet van weten. We weten wel, en dan beginnen we even met de preambule, dat we de zaken echt fundamenteel anders willen doen dan als die geschetst zijn in de groeibrief. Buiten de lijntjes dan maar. Daar hebben we hele brede steun voor nodig. De Worldconnectors is maar een klein clubje, maar wel een fantastisch clubje verbinders. Dus laten we dan ook de verbinding zoeken met alle andere mensen die hier al lang mee bezig zijn. En laten we ook kijken hoe we als Worldconnectors meer onderdeel kunnen zijn van een ecosysteem, waar heel veel mensen onze zorgen en onze ambities delen.

De vervolgstappen zijn dat we als Worldconnectors expertise zullen moeten delen. We hebben inzicht in processen. We verbinden de generaties en we proberen zoveel mogelijk de toekomstige generatie ook aan boord te krijgen. Wat moet onze rol zijn als een denktank die ook een transformatieve agenda concreet wil maken? Dat is een vraag waar we het antwoord nog niet op hebben, maar daar zullen we de komende tijd wel erg met elkaar over moeten spreken. Alle suggesties zijn welkom per mail. Een vervolgsessie is hard nodig. We maken een preambule, we delen de documenten per mail die we hebben en we moeten de kring van de 40 mensen die mee hebben gedaan aan deze Round Table, zodat de kring die hierover nadenkt nog groter wordt.