Hoe Ruud Lubbers veranderde na Lowlands
Dinsdag 20 februari nam Rotterdam – met de rest van Nederland – afscheid van Ruud Lubbers
De langstzittende Nederlandse premier werd afgelopen week vooral geëerd als ‘kille saneerder’ en ‘staatsman die Nederland door de recessie heen loodste’. Minder bekend is zijn duurzame kant, die hij vooral na zijn politieke carrière etaleerde. Erik Thijs Wedershoven, strategieconsultant bij EY, en ‘Worldconnector’ Alide Roerink gedenken hem.
Erik Thijs Wedershoven was in 2005 VN-jongerenvertegenwoordiger voor Nederland. De organisatie Coolpolitics had het idee gelanceerd om tijdens het roemruchte Lowlands festival een ‘Lowlands University’ te organiseren met lezingen en presentaties over vrede en duurzaamheid. Wedershoven en Rindert de Groot benaderden samen hiervoor Lubbers. De oud-premier was net terug in Nederland na zijn periode als VN Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, waar hij moest vertrekken na beschuldiging van ongewenste intimiteiten (later zou VN secretaris-generaal Kofi Annan verklaren dat er geen bewijzen voor de aanklacht waren gevonden).
Wedershoven: “Lubbers was uiterst terughoudend. We hebben moeten praten als Brugman om hem zover te krijgen. ‘Die jonge mensen zitten toch niet te wachten op mijn verhaal’, zei hij steeds.” Ongetwijfeld speelde ook mee dat hij benauwd was voor de reactie van het publiek over wat er gebeurd was bij de VN-vluchtelingenorganisatie, beaamt Wedershoven. “Uiteindelijk zegde hij toe.”
Lowlands bleek een life changing event. Wedershoven: “We waren natuurlijk gespannen. Hoe zou dit gaan, hoe zou hij ontvangen worden? De oudere ex-premier tegenover het jonge festivalpubliek. We hadden ons geen zorgen hoeven maken. Toen hij het podium betrad, steeg een gejuich op dat zeker vijf minuten aanhield.” Het Lowlands-publiek hing aan zijn lippen. En na afloop begon opnieuw een minuten durend applaus. Wedershoven: “Het publiek begon zelfs ‘Ruudje, Ruudje, Ruudje’ te scanderen. Na afloop zei Lubbers: ‘Ik ben het omgekeerde gewend’.”
De oud-premier dacht daarbij ongetwijfeld terug aan die andere keer, twintig jaar eerder, dat hij een grote menigte moest toespreken. Op 26 oktober 1985 zou Ruud Lubbers in de Haagse Houtrusthallen 3,7 miljoen handtekeningen ophalen tegen het plaatsen van kruisraketten in Nederland. Premier Lubbers was op dat moment de gebeten hond bij actievoerend Nederland. Ondanks het massale protest weigerde Lubbers het plaatsen van Amerikaanse kruisraketten op Nederlandse bodem tegen te houden. Toen de premier het podium beklom, draaide een deel van het publiek hem demonstratief de rug toe.
De ervaring op Lowlands heeft Lubbers veranderd, meent Wedershoven. “Voorheen was hij erg afhoudend tegenover de pers, maar daarna was hij steeds bereid om zijn verhaal voor de media te vertellen: hij ging interviews geven en trad op in talkshows, zoals De Wereld Draait Door. Gek genoeg veranderde het optreden van Lubbers op Lowlands ook de popfestivals in Nederland: later gingen veel meer festivals een inhoudelijk programma doen: met workshops over duurzaamheid enzo.”
Earth Charter
De boodschap van Lubbers voor de Lowlands-jongeren was sterk geïnspireerd door het zogenaamde Earth Charter, een initiatief van Lubbers samen met voormalig Sovjet-leider Michail Gorbatsjov en de Canadese ondernemer en diplomaat Maurice Strong. Het Earth Charter document was bedoeld als een soort follow-up van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens uit 1948. Het Charter roept op tot zorg en verantwoordelijkheid voor ‘een duurzame mondiale samenleving gebaseerd op respect voor de natuur, universele mensenrechten, economische rechtvaardigheid en een cultuur van vrede.’
Alide Roerink was in 2000 adviseur bij NCDO (Nationale Commissie Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling) en leerde Lubbers vanuit die hoedanigheid kennen. Zij herinnert zich hoe Lubbers alles op alles zette om het Earth Charter van de grond te krijgen en later om het handvest breed geaccepteerd te krijgen. Vooral dankzij Lubbers’ goede band met koningin Beatrix zou Nederland het gastland worden van het wereldwijde Earth Charter initiatief.
Directe hulp
In 2006 was Lubbers ook initiatiefnemer van de Worldconnectors; een groep van invloedrijke Nederlanders die zich inzetten voor een duurzame en vreedzame wereld. Dankzij het netwerk van Lubbers sloten een aantal prominente mensen zich bij de Worldconnectors aan: Wim Kok, Joris Voorhoeve, Hans Dijkstal en later Herman Wijffels. Roerink: “Lubbers stimuleerde ook dat jongeren erbij kwamen.” Met name de VN-jongerenvertegenwoordigers werden bij het gezelschap betrokken. Lubbers bedacht daarbij een soort buddy-systeem, waarbij ervaren Worldconnectors een jongere zouden bijstaan en adviseren.
Lubbers hielp de jonge Worldconnector Anna Chojnacka bij haar pogingen om de 1%Club op te zetten, een ‘do good crowdfunding platform’. Roerink: “Lubbers wist niets van social media of internet en snapte het idee van de 1%Club aanvankelijk totaal niet. Pas nadat Anna het hem meerdere keren had uitgelegd, begon het hem te dagen en werd hij van de weeromstuit super-enthousiast. Het idee van directe hulp, zonder tussenkomst van een grote organisatie of een overheid, vond hij geweldig.”
In 2003 vloog Roerink met Lubbers naar Genève voor een ontmoeting met Michail Gorbatsjov. “Ik zat bij de vlucht naast een Afghaanse man, een vluchteling die in Kampen woonde. We raakten aan de praat. Bleek dat de man geen verblijfsvergunning voor Nederland had gekregen, terwijl zijn vrouw en kinderen wel waren toegelaten. Geef je gegevens maar door, zei Ruud. En wat hij toen heeft gedaan weet ik niet, maar een paar maanden later kwamen de cadeautjes en dankbetuigingen binnen bij NCDO. Hij had een verblijfsvergunning gekregen!
Ruud had zijn zaak onder de aandacht gebracht van Verdonk, op dat moment minister van Vreemdelingenzaken en Integratie. Ruud wilde niets van dankbaarheid weten. Datzelfde jaar, dook de man ineens op – met zijn hele familie in het kielzog – bij de ‘Nacht van de VN’ – een avond die NCDO organiseerde in de Melkweg in Amsterdam – waar Ruud zou optreden. Ruud heeft toen alsnog de emotionele dankbetuigingen van de Afghaanse man en zijn familie in ontvangst genomen.” Roerink vertelt de anekdote om aan te geven hoe Lubbers in zijn latere jaren begaan was met het lot van individuen die zijn pad kruisten.
Maar de ontmoeting met de Afghaanse man had voor Lubbers een bredere, meer fundamentele uitwerking, meent Roerink. “In gesprek met de man hoorde Ruud over de capaciteiten van deze Afghaanse familie, hoe ze vrijwilligerswerk deden, hoe goed hun opleiding was en hoe enthousiast om hun verblijf in Nederland tot een succes te maken.” Volgens Roerink opende deze ontmoeting voor Lubbers de ogen voor een ruimhartig migratiebeleid, waarvan hij de contouren schetste in een opzienbarend essay (samen met mede-Worldconnectors publiciste Naema Tahir en hoogleraar Halleh Ghorashi) in NRC Handelsblad, in januari 2007 onder de veelzeggende titel: ‘Vier de komst van migranten, haal alles uit hen wat ze in zich hebben – en dat is veel’.
Voor Wedershoven was Lubbers ook een mentor: “Ik heb in mijn leven een aantal mentoren gehad, maar Ruud was de enige die me systematisch om de zoveel tijd belde om te vragen hoe het ging en eventueel advies te delen. De laatste keer was een maand voor zijn dood.”
Roerink herinnert zich Lubbers als een ‘vrije en onbevreesde geest’ die mensen met open vizier tegemoet trad. Roerink: “Op het laatst ging autorijden niet meer. Hij had zich toen al teruggetrokken uit het openbare leven, maar hij probeerde er zo nu en dan toch bij te zijn. Hij ging dan met het openbaar vervoer. Soms wist hij totaal niet hoe hij ergens moest komen. Hij vertrok dan maar op hoop van zegen en ging ervan uit dat er altijd wel iemand zou zijn die hem de weg zou wijzen.
Wedershoven: “De reden waarom we eigenlijk wel wisten dat zijn optreden op Lowlands een succes zou worden, was dat we in de vroege zomer van 2005 met hem iets gingen eten in een Marokkaans restaurantje in Amsterdam-Oost. Zelfs de jongste bedienden wisten wie hij was (of kwamen dat snel te weten) en benaderden hem vol bewondering – zijn charisma reikte van Amsterdam-Oost tot aan de Hofvijver, dat was uniek.”
Door Roeland Muskens, One World